Brief regering : Plan van aanpak van de aangenomen en ontraden motie van de leden Thijssen en Bruyning over per 2029 minstens 30% van alle cloudopslagdiensten van Nederlands-Europese bodem laten komen (Kamerstuk 36574-5)
36 574 Initiatiefnota van de leden Six Dijkstra en Kathmann over «Wolken aan de horizon»
Nr. 17
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2025
Op 10 juni 2025 heeft uw Kamer een motie aangenomen die de voormalig Staatssecretaris
Koninkrijksrelaties en Digitalisering tijdens het notaoverleg over de Initiatiefnota
Wolken aan de Horizon van 2 juni 2025 heeft ontraden. Zoals gebruikelijk laat ik middels
deze brief weten op welke wijze ik voornemens ben deze motie uit te voeren.
Bij de stemmingen d.d. 10 juni 2025 is de motie van de leden Thijssen (GL-PvdA) en
Bruyning (NSC) aangenomen.1 De aangenomen motie verzoekt de regering om de aanbeveling uit Wolken aan de horizon
over te nemen om als doel te stellen dat per 2029 minstens 30% van alle cloudopslagdiensten
en -applicaties die de rijksoverheid afneemt van Nederlands-Europese bodem komt, en
om jaarlijks inzicht te geven in de voortgang op deze doelstelling. Deze wens snap
ik heel goed.
Een hard quotum voor de inzet van Nederlandse en Europese diensten past niet bij de
aanpak van de Rijksoverheid, welke ik hieronder zal toelichten. Wel kan ik de voorgestelde
30% norm als streven hanteren en dit streven ook dringend bij de andere departementen
onder de aandacht brengen. Ik zal dit streven ook opnemen in de preambule van de herziening
van het Rijksbreed cloudbeleid.
Bij het nastreven van de voorgestelde 30%-norm is van belang eerst vast te stellen
hoe en wat er gemeten dient te worden om deze norm te hanteren. Hiernaast moet – rekening
houdend met de diversiteit aan gebruikte clouddiensten – de basis worden bepaald waarop
de 30%-norm wordt bepaald. Hierop volgend zal worden uitgewerkt hoe deze norm samen
met de departementen behaald zou kunnen worden.
Op dit moment zijn er al Europese clouddiensten op de markt beschikbaar, maar aanbieders
van deze diensten bieden een minder geïntegreerd dienstenpakket aan2. De huidige en toekomstige beleidsinzet van het kabinet is erop gericht om de markt
voor clouddiensten beter te laten functioneren. Enerzijds moeten we het aanbod van
Europese clouddiensten versterken, anderzijds moeten we ook betere spelregels voor
de markt ontwerpen.
Daarbij streven we naar een open ecosysteem, waarbij niet één partij dominant is.
In zo'n federatieve opzet kunnen meerdere Europese aanbieders samen een geïntegreerd
marktaanbod aanbieden. Indien er concurrerender lokaal aanbod is, is het ook te verwachten
dat er meer gebruik gemaakt wordt van Nederlandse en Europese clouddiensten.
Zoals ook aangegeven in de kabinetsreactie op de initiatiefnota Wolken aan de Horizon3 is het uitgangspunt is om per geval (case-by-case) te beoordelen welke dienst, applicatie
of leverancier het meest geschikt en passend is om de ondersteuning te bieden voor
de gestelde bedrijfsvraag. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige aanpak die
openheid combineert met bescherming van publieke belangen.
Ik ga tevens een verkenning starten naar een overheidsbrede soevereine clouddienst
in samenwerking met bestaande overheidsdienstverleners. Daarbij zal tevens onderzocht
worden op welke wijze Nederlandse en Europese marktpartijen hierin een rol kunnen
spelen.
Tot slot wil ik het belang van de in de motie gevraagde inzet onderstrepen. Dit kabinet
blijft inzetten op het versterken van de digitale autonomie van de overheid, het verantwoord
gebruik van cloud technologie en het beperken van risicovolle afhankelijkheden, binnen
de juridische en beleidsmatige kaders die daarvoor gelden. Ik zal de Kamer over voortgang
op dit punt periodiek informeren.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum
Indieners
-
Indiener
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties