Brief regering : WODC onderzoek 'Radicalisering en psychosociale problematiek: Beter begrijpen, beter ingrijpen'
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 756 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2025
Hierbij bied ik uw Kamer het onderzoek «Radicalisering en psychosociale problematiek:
Beter begrijpen, beter ingrijpen» aan. Dit onderzoek is op verzoek van de NCTV uitgevoerd,
om meer inzicht te verkrijgen in de rol van psychopathologie en psychosociale problematiek
in het voorkomen en aanpakken van radicalisering. Zoals in de Nationale Contraterrorisme
Strategie 2022–2026 is aangegeven, is de inzet om de aanpak op personen met psychische
en/of psychosociale problematiek te versterken.1 Dit onderzoek biedt waardevolle inzichten en aanbevelingen om deze aanpak verder
te ontwikkelen.
Het onderzoek, uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam, combineert een wetenschappelijk
kader met de praktijk en geeft zowel beleidsmakers als professionals belangrijke inzichten
in hoe we de aanpak van radicaliserende personen met psychische en/of psychosociale
problematiek kunnen versterken. Zo constateren de onderzoekers onder andere dat het
tegengaan van radicalisering ingewikkeld is, in het bijzonder als er psychopathologie
en/of psychosociale problematiek in het spel is. De onderzoekers hebben een theoretisch
model opgesteld dat onderscheid maakt tussen drie factoren (psychopathologie, psychologische
behoeften en triggerfactoren) die met elkaar interacteren binnen de sociale context
van het individu. Om effectief in te grijpen moet rekening worden gehouden met, onder
andere, de fase van het radicaliseringsproces waarin het individu zich bevindt. Dit
vereist maatwerk en onderstreept het belang van voldoende passend aanbod is in het
palet aan interventies.2 In algemene zin geven de onderzoekers mee dat het van belang is om meer systematisch
de inzet van interventies te evalueren, om meer te leren over de effectiviteit ervan.
Daarnaast hebben de onderzoekers onderzocht wat de randvoorwaarden zijn om interventies
ook effectief te laten zijn. Eén belangrijk factor hierbij is dat de verschillende
uitvoeringspartners elkaar goed kennen en weten te vinden, bijvoorbeeld voor het maken
van een goede risico inschatting.
De inzichten en aanbevelingen neem ik mee in de versterking van de aanpak van extremisme
en terrorisme en de (door)ontwikkeling van (bestaande) interventies. Om kennis- en
expertise over extremisme en de relatie tussen zorg en veiligheid op het gebied van
radicalisering te vergroten, biedt het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering
(ROR) sinds kort een training aan die specifiek gericht is op het samenbrengen van
de partners en de belevingswereld van zowel zorg-, sociale- als veiligheidspartners.
Het doel van deze training is om inzicht te bieden in het verband tussen onbegrepen
en verward gedrag en radicalisering en om handvatten te bieden aan de verschillende
organisaties om te signaleren en handelen.
Ook biedt het onderzoek relevante aanknopingspunten voor de lokale aanpak van radicalisering
en terrorisme. De onderzoekers constateren dat de Wet Gegevensverwerking Persoonsgerichte
Aanpak Radicalisering en Terroristische Activiteiten (PARTA) en de Zorg- en Veiligheidshuizen
een goede basis bieden voor de persoonsgerichte aanpak. Tegelijkertijd doen de onderzoekers
de aanbeveling om te investeren in het gebruik van een werkmodel om systematisch gesprekken
te kunnen voeren en de samenwerking tussen verschillende domeinen te faciliteren.
De onderzoekers doen daarbij tevens de aanbeveling om meer systematisch evaluatieonderzoeken
van interventies te laten uitvoeren.
De NCTV zal de aanbevelingen van het onderzoek onder de aandacht brengen van de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de zorg- en veiligheidspartners.
Daarbij zal de NCTV wijzen op bestaande middelen, zoals de versterkingsgelden, die
gebruikt kunnen worden om de verbinding tussen zorg en veiligheid verder vorm te geven.
Ook de «Leidraad professioneel oordeel» is hierin relevant. Dit instrument is ontwikkeld
voor en door partners, waaronder de NCTV, en is een middel om op een systematische
wijze casusoverleggen te voeren.
De verbinding tussen zorg en veiligheid is essentieel voor een effectieve aanpak van
extremisme en terrorisme. Ik blijf mij daarvoor inzetten.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid