Brief regering : Onderhandelaarsakkoord Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) en voortgang Integraal Zorgakkoord (IZA), inclusief verscheidene moties
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 937
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2025
Toegang tot zorg en ondersteuning is van onschatbare waarde. Dit lijkt soms vanzelfsprekend,
maar staat helaas al geruime tijd onder grote druk. De vraag naar zorg en ondersteuning
blijft stijgen en het aanbod van professionals groeit niet in dezelfde mate mee, met
lange wachttijden tot gevolg. Zonder maatregelen om de arbeidsmarkttekorten af te
wenden lopen de zorg en ondersteuning voor mensen vast. Met het Integraal Zorgakkoord
(IZA), en in het verlengde het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), zijn belangrijke
stappen gezet om de zorg en ondersteuning voor mensen toekomstbestendig te maken.
De uitvoering van de eerder gemaakte afspraken gaat door. In het regeerprogramma heeft
het kabinet afgesproken de ingezette beweging te verbreden, te concretiseren en te
versnellen met aanvullende afspraken, die een plek hebben gekregen in het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord
(AZWA). In deze brief zal ik – mede namens de Staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke
Zorg en de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport – nader ingaan op het AZWA en
de voortgang van het IZA.
Met het AZWA zet ik met partijen in op het gelijkwaardiger toegankelijk maken van
zorg en ondersteuning, onder andere door het aanpakken van het stijgende arbeidsmarkttekort
en met maatregelen om de wachttijden voor de toegang tot zorg voor iedereen binnen
de daarvoor geschikte normen brengen. Daarbij vind ik het belangrijk en nodig dat
de zorg- en welzijnssector aantrekkelijk zijn en blijven om in te werken.
Vanuit een gedeeld gevoel van urgentie hebben partijen afgelopen maanden constructief
en intensief samengewerkt om tot een breed pakket aan aanvullende afspraken te komen
die voortbouwen op het IZA en GALA. Het totaal aan afspraken is gevat in bijgevoegd
AZWA «onderhandelaarsakkoord»1, waarmee ik tevens invulling geef aan motie De Korte om op korte termijn tot een
afronding van het AZWA te komen.2 Ook ontvangt u via deze weg -als bijlage bij het AZWA- de impactanalyse die is uitgevoerd
door KPMG ten behoeve van de onderhandelingen.
Met ActiZ, De Nederlandse ggz, Federatie Medisch Specialisten, GGD GHOR Nederland,
InEen, Landelijke Huisartsenvereniging, MIND, De Nederlandse Federatie van Universitair
Medische Centra, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Patiëntenfederatie Nederland,
Sociaal Werk Nederland, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Verpleegkundigen & Verzorgenden
Nederland, Zelfstandige Klinieken Nederland, Zorgverzekeraars Nederland, en Zorgthuisnl
ben ik op onderhandelaarsniveau tot overeenstemming gekomen over het AZWA. De Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd, de Nederlandse Zorgautoriteit, de speciaal gezant passende
zorg en het Zorginstituut Nederland zijn ook betrokken bij de totstandkoming.
Partijen en kabinet verbinden zich met dit zorg- en welzijnsakkoord aan een agenda
voor de komende jaren. Het kabinet neemt de verantwoordelijkheid dat de benodigde
(financiële) randvoorwaarden passend bij de uitvoering van de afspraken in het akkoord
voorhanden zijn. In het bijzonder hecht ik aan de integrale benadering van het AZWA,
waarmee we gezamenlijk voortbouwen op het IZA en de samenwerking over medisch en sociaal
domein verder versterken. Tijdens de onderhandelingen hebben de partijen en ik aangegeven
dat de betrokkenheid van sociaal domein, inclusief afdoende afspraken en middelen,
van essentieel belang is om de ingezette beweging voor houdbare en toegankelijke zorg
en ondersteuning te kunnen voortzetten. In het bijzonder hecht ik aan de beweging
van zorg naar gezondheid en een gezond en actief leven voor iedereen. Met het AZWA
zet ik me met de partijen in om mensen gezond te houden en bij te dragen aan een gelijkwaardige
toegang tot zorg en welzijn, ongeacht waar je woont of hoeveel geld je hebt.
Voorliggend «onderhandelaarsakkoord» – bestaande uit inhoudelijke afspraken en bijbehorende
financiële paragraaf – luidt de start in van de achterbanconsultatie van partijen.
In samenspraak met hun achterbannen komen zij tot definitieve besluitvorming. Deze
consultatie neemt een aantal weken in beslag. Begin september hopen we met elkaar
de integrale set aan aanvullende afspraken definitief vast te stellen en ondertekenen.
Vanzelfsprekend wordt u daarover geïnformeerd. Na aanbieding van de definitief vastgestelde
afspraken ga ik daar graag over met u in gesprek.
Specifiek voor de doelgroep ouderen is in samenhang met het AZWA het hoofdlijnenakkoord
ouderenzorg (HLO) tot stand gekomen. Op 3 juni jl. bent u hierover geïnformeerd.3 De aanvullende afspraken in het AZWA, die ook betrekking hebben op ouderen kunnen
nu ook tot uitvoering worden gebracht. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over het versterken
van relatie tussen het sociaal domein en het zorgdomein, verminderen regeldruk en
inzet van digitale zorg en AI. Ook worden aanvullende afspraken gemaakt over palliatieve
zorg en zorg voor mensen met dementie. Het AZWA en het HLO zullen gezamenlijk invulling
geven aan de doelstelling om het arbeidsmarkttekort zo veel mogelijk af te wenden
en tegelijkertijd de toegankelijkheid van zorg en ondersteuning voor nu en straks
te borgen.
Ik zie komende periode met vertrouwen tegemoet. De eerder ingezette IZA-beweging laat
zien waartoe we gezamenlijk in staat zijn. De zorg en ondersteuning in Nederland staan
voor grote uitdagingen. We moeten nu samen handelen om de toegankelijkheid en kwaliteit
ervan voor mensen overeind te houden. Alleen wanneer we over de verschillende zorg-
en welzijnsdomeinen heen met elkaar samenwerken houden we toegang, kwaliteit en betaalbaarheid
overeind.
Toezegging domeinoverstijgend indiceren en motie Claassen
Zorg en ondersteuning zijn versnipperd georganiseerd over verschillende zorgwetten.
De inzet van zorgverleners die werken in deze versnipperde omgeving kan en moet veel
efficiënter. Zoals toegezegd richting uw Kamer informeer ik u over de laatste stand
van zaken hieromtrent.4 In het regeerprogramma is afgesproken om arbitrage in te voeren tussen de zorgwetten,
waarbij de minste inzet van medewerkers uitgangspunt wordt. In het AZWA is daarom
afgesproken om in te zetten op een landelijke uitrol van domeinoverstijgend indiceren
op basis van opgedane ervaringen uit de praktijk. Samen met partijen start ik met
gezamenlijke indicatiestellingen tussen de Zvw voor de wijkverpleging en de Wmo voor
de hulpmiddelen, omdat de verwachting is dat de inzet van wijkverpleging en ondersteuning
kan worden voorkomen of verminderd door betere inzet van hulpmiddelen. Vanuit succesvolle
bestaande initiatieven werken we gezamenlijk toe naar landelijke opschaling. Het streven
is na – definitieve ondertekening van het AZWA – uiterlijk eind dit jaar een plan
van aanpak, opgesteld door de betrokken AZWA-partijen, gereed te hebben om domeinoverstijgend
indiceren op te schalen. Ook verken ik samen met deze partijen of de werkwijze van
domeinoverstijgend indiceren kan worden verbreed naar andere vormen van zorg en ondersteuning.
Om voldoende mensen te blijven binden, boeien en behouden voor de sector is een lerende
cultuur binnen zorg- en welzijnsorganisaties met een centrale plek voor zeggenschap
van professionals van groot belang. Partijen onderschrijven dit belang en spreken
in het AZWA (onderdeel B3) af om te blijven samenwerken aan dit thema. Hiermee beschouw
ik de motie van het lid Claassen c.s. als afgedaan.5
Voortgang Integraal Zorgakkoord (IZA)
Aangezien het AZWA voortbouwt op het IZA informeer ik u via deze weg ook over de laatste
ontwikkelingen van het IZA. Periodiek ontvangt uw Kamer de voortgangsrapportage van
het IZA. In de bijlage vindt u de «IZA voortgangsrapportage Q2 2025», waarin de meest
recente inputinformatie wordt gerapporteerd zoals gebruikt tijdens het bestuurlijke
overleg IZA.
Ontwikkelingen IZA
Dit kwartaal zijn er acht acties aan de thematafels afgerond. Sinds het sluiten van
het IZA zijn er 168 acties afgerond, 231 acties die op schema lopen, 25 acties die
achter lopen en 20 acties die – om verschillende redenen – nog niet gestart zijn.
Resultaten van de afgelopen periode zijn onder meer de inwerkingtreding van nieuwe
betaaltitel «PatiëntenGroepsgebonden Afstemming binnen Zvw-verzekerde Zorg (PGAZ),
(volume)normen voor de geselecteerde oncologische en vaatchirurgische interventies
vastgesteld en het bestuurlijk akkoord «Inzicht in Zorgcapaciteit» gesloten tussen
ActiZ, AZN, InEen, LNAZ, de Nederlandse ggz, NFU, NVZ, ZN en VWS.
Uitbreiding IZA-partijen
Tijdens het BO IZA van 16 juni jl. is daarnaast overeengekomen dat – vanwege de betrokkenheid
bij de onderhandelingen van het AZWA en de meerwaarde voor de ingezette beweging naar
gezondheid – de GGD GHOR Nederland, MIND en Sociaal Werk Nederland vanaf heden toetreden
tot het IZA en volwaardig onderdeel worden van de (bestuurlijke) overlegstructuren.
Ook is gesproken tijdens het BO IZA om Nederland Zorgt Voor Elkaar (NLZVE) thematisch te betrekken bij (bestuurlijke) overleggen. Hiermee wordt invulling
gegeven aan de motie Jansen/Slagt-Tichelman6 om NLZVE structureel te betrekken bij het IZA.
Ontwikkeling transformatiemiddelen en -plannen
In de brief van mijn voorganger van 14 april jl. over de voortgang van het Integraal
Zorgakkoord7 heb ik u geïnformeerd dat het indienen en uitvoeren van transformatieplannen steeds
meer op stoom komt. Inmiddels zijn er 416 «snelle toetsen» ingediend, waarvan er 270
zijn goedgekeurd. 145 van deze goedgekeurde snelle toetsen zijn uitgewerkt in een
transformatieplan (peildatum 20 mei). In de voortgangsrapportage IZA is hier meer
informatie over opgenomen en is o.a. opgenomen op welke thema’s, regio’s en sectoren
deze aanvragen toezien.
Het bedrag dat met deze plannen gepaard gaat is bijna € 3 miljard en overschrijdt
daarmee het beschikbaar gestelde bedrag van € 2,4 miljard. In het BO IZA is daarom
besloten dat er vanaf 1 juli geen aanvragen meer ingediend kunnen worden voor nieuwe
snelle toetsen. Hierbij is er iets meer ruimte als partijen aan de coördinerend zorgverzekeraar
laten weten dat een uitgewerkte snelle toets in de afrondende fase is. Bestuurders
hebben hiertoe besloten, zodat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat partijen voor een
teleurstelling komen te staan, waarbij ze veel tijd en aandacht steken in het uitwerken
van een transformatieplan en er bij het indienen van het plan geen middelen meer zijn.
Gezien de uitputting van de middelen is daarnaast in het BO IZA afgesproken dat voor
de plannen die nog niet zijn goedgekeurd, de komende weken bezien wordt in hoeverre
er meer richting en focus aangebracht kan worden. Hierover informeer ik u in het najaar.
Monitoring van de «beweging» en doelgroepen IZA
De kwartaalrapportage van het IZA is slechts één van de drie onderdelen van de bredere
IZA-monitoring en gaat specifiek in op de planvorming en uitvoering van gemaakte IZA-afspraken.
Hiernaast monitoren we gezamenlijk de cruciale veranderingen «beweging» in het zorgveld
en het effect van de IZA-afspraken voor de gezondheid van verschillende doelgroepen
inwoners en patiënten. Eerder heb ik aangegeven richting uw Kamer de volledige rapportage
(1-meting) van de «monitoring van de beweging» naar verwachting voor de zomer op te
sturen, inclusief een rapportage van de «Monitor doelgroepen IZA». Vanwege de onderhandelingen
over het AZWA is de aanbieding richting uw Kamer helaas niet mogelijk voor het zomerreces.
Ik zal zo spoedig mogelijk na het zomerreces de rapportage richting uw Kamer zenden
waarbij ik ook op de gerelateerde motie en toezegging8 zal ingaan. Vervolgens worden de uitkomsten van deze rapportage eind september tijdens
een bestuurlijk overleg (BO) IZA besproken. Indien nodig zal ik u op een later moment
informeren over afspraken of conclusies die het BO IZA verbindt aan de voorliggende
resultaten.
Passende zorg
De speciaal gezant passende zorg heeft een staande uitnodiging voor het BO IZA sinds
ondertekening van het akkoord en is (bijna) altijd aanwezig. Hij heeft hier een vrije
rol om bestuurders en VWS van advies te voorzien. In zijn advies; Van marktmeester naar transitiemeester, onderdeel van de mid-term review IZA9, adviseert de speciaal gezant aan het BO IZA om transitiedoelen te formuleren. Hier
is gehoor aangegeven en deze zijn geformuleerd tijdens de onderhandelingen over het
AZWA. Nu het kabinet demissionair is, ben ik met partijen in gesprek over hoe we deze
doelen een plek geven binnen het lopende IZA. Wij delen de noodzaak om tijdens de
loop van het IZA scherp te monitoren op de resultaten. In september kunt u, zoals
eerder aangegeven, de 1-meting van het IZA verwachten. Ik beschouw de motie Claassen
hiermee als afgedaan.10
Ik heb eerder al aangegeven dat het doel van het Integraal Zorgakkoord en ook van
passende zorg is om de zorg breed toegankelijk, en van goede kwaliteit, te houden
voor iedereen in Nederland. In de mid-term review IZA vorig jaar heeft u kunnen zien
dat er veel in gang is gezet, er eerste resultaten te zien zijn, maar dat er ook nog
veel moet gebeuren. Er wordt gezamenlijk onverkort verder gewerkt aan dit doel, waarbij
het de patiënt centraal staat. Ook bij de onderhandelingen van het AZWA is dit telkens
voor ogen gehouden. Ik beschouw de motie Pouw-Verweij en Tielen hiermee als afgedaan.11
Tijdens het debat over het zorgverzekeringsstelsel op 18 juni jl. is toegezegd u voor
het zomerreces te informeren over de aanpak passende zorg en de stand van zaken bij
de punten uit het advies van de speciaal gezant passende zorg.
Passende zorg is zorg die waarde toevoegt aan het leven van mensen en oog heeft voor
de maatschappelijke opgaven waarvoor we gezamenlijk staan. Passende zorg is noodzakelijk
om de zorg toegankelijk te houden voor iedereen die dat nodig heeft. In het Kader
Passende Zorg12 staat wat van de verschillende partijen wordt verwacht. Passende zorg vormt het hart
van de zorgtransitie en is de basis onder het IZA. Met het AZWA breng ik een versnelling
in de beweging naar passende zorg. Cruciale afspraken daarbij zijn het opschalen en
contracteren van impactvolle passende zorg initiatieven en richtlijnen die bijdragen
aan passende zorg en de transitiedoelen.
Het advies van de speciaal gezant passende zorg maakt deel uit van de tussentijdse
mid-term review van het IZA.13
Het advies van de speciaal gezant passende zorg bevat zes punten. Ik geef per punt
een korte toelichting hoe deze punten zijn meegenomen in het AZWA.
1. VWS expliciteert op gezag van de politieke koers de transitiedoelen, bepaalt de budgetten
die beschikbaar zijn voor transitie en brengt partijen bij elkaar, met respect voor
hun rollen.
Reactie: de transitiedoelen zijn tijdens de gesprekken met partijen geformuleerd en
vormen de basis voor de aanvullende afspraken. Dit sluit ook aan bij de motie Claassen14 die verzoekt om in gesprek te gaan met de speciaal gezant om helder te krijgen wat
«doelen expliciteren op politieke koers» betekent en over de uitkomst daarvan de Kamer
met een brief te informeren. Daarbij doet deze motie ook het verzoek om bij de verdere
uitwerking van het IZA te organiseren dat de Kamer kan bijsturen op de resultaten.
Ik deel met de IZA-partijen de noodzaak om scherp te monitoren op de resultaten. In
september kunt u, zoals eerder aangegeven, de 1-meting van het IZA verwachten. Hiermee
beschouw ik deze motie als afgedaan.
2. Zorginstituut maakt passende praktijken transparant aan de hand van transitiecriteria,
evenals welke instellingen wel of niet een programmatische aanpak hebben en welke
bijdragen men levert aan de transitiedoelen.
Reactie: het programma passende zorgpraktijken bij het Zorginstituut is onlangs beëindigd.
Ik ben met partijen gekomen tot nieuwe afspraken om impactvolle passende zorg te realiseren
door opschaling en contractering, waarbij partijen goede voorbeelden verzamelen. Daarbij
is goed om te benoemen dat ook nu al de mogelijkheid is voor alle betrokken partijen
om praktijkvoorbeelden te publiceren op een website en dat mijn ambtsvoorganger recent
het Platform Afwenden Arbeidsmarkttekort heeft gelanceerd15, waarin een verzameling goede praktijkvoorbeelden uit zorg en welzijn is gebundeld.
Deze goede praktijkvoorbeelden dragen bij aan de juiste inzet van medewerkers, het
terugdringen van administratietijd, de beweging van zorg naar gezondheid en het vergroten
van vakmanschap en werkplezier. Op dit platform wordt ook verwezen naar websites,
waar nog meer goede voorbeelden en initiatieven uit de praktijk zijn terug te vinden,
op gerichte thema’s of in specifieke branches in zorg en welzijn.
3. NZa maakt inzichtelijk welke vormen in financiering en contractering een impuls geven
aan de instellingen en in welke mate contractanten deze modellen daadwerkelijk hanteren.
Reactie: de NZa heeft in haar whitepaper «transformatiegerichte contracten» aandacht
gevraagd voor de beweging van passende zorg middels contractering, waarbij de focus
ligt op de transformatie en niet op volume. De NZa ondersteunt en versterkt de beweging
naar passende en relationele contractering. In de afgelopen periode zijn de NZa, VWS
en het Zorginstituut in gesprek gegaan met diverse partijen over het contracteerproces.
Inspirerende voorbeelden zijn opgehaald en gepubliceerd op de website De Juiste Zorg
op de Juiste Plek. Waardevolle informatie over het contracteerproces en de contracten
zelf wordt geboden, met praktische inzichten en adviezen. Het doel is om partijen
te inspireren om contracten effectief in te zetten voor de transitie naar een duurzaam
zorgsysteem. Zo is transparant welke contracteervormen optimaal ruimte geven aan passende
zorg. Daarnaast heeft de NZa innovatieve contracten in de medisch-specialistische
zorg belicht, waardoor het transparant voor andere partijen wordt hoe zo’n contract
wordt gesloten en hoe een andere vorm van een contract eruit kan zien. Tot slot doet
de NZa wetenschappelijk onderzoek naar relationeel contracteren en de inkoopvolwassenheid
om partijen te helpen om de transformatie te bewerkstelligen.
Om die beweging extra kracht bij te zetten, ziet de NZa erop toe dat passende contractering
de norm wordt, zodat zorgaanbieders en zorgverzekeraars meer focus kunnen leggen op
de transitie, en niet enkel op het draaien van productie. Een voorbeeld hiervan is
de publicatie «Handvatten Contractering en Transparantie gecontracteerde zorg». Hiermee
helpt de NZa zorgverzekeraars en zorgaanbieders om de contractering soepeler en sneller
te laten verlopen, door meer transparantie in te bouwen in een zorgvuldig doorlopen
proces. Hierdoor worden contracten eerder in het jaar gesloten, en daarmee weet de
consument beter waarop zij kan rekenen, in het bijzonder gedurende de overstapperiode.
Tevens biedt het de NZa een duidelijke basis om partijen aan te spreken en helpt het
partijen om hun contracteerproces te evalueren en te versterken.
4. VWS inventariseert systematisch of en zo ja welke systeembelemmeringen de transitie
in de weg staan, wijzigt deze waar mogelijk en rapporteert hierover aan de Kamer.
Reactie: binnen de huidige systemen is vaak meer mogelijk dan gedacht. Dat laten alle
goede voorbeelden van passende zorg in de praktijk zien. Daarbij zet ik mij samen
met de VNG, ZN, NZa, het Zorginstituut en IGJ in voor het wegnemen van systeembelemmeringen
om de beweging naar passende zorg te versnellen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht
worden aan het stimuleren van samen beslissen en meer tijd voor het goede gesprek,
het verder uitbouwen van de regionalisering in de zorg om de verbinding tussen zorg
en gezondheid te verstevigen, meer actie tegen regeldruk, het versnellen van de implementatie
van elektronische gegevensuitwisseling in de zorg en het verbeteren van de contractering.
Om systeembelemmeringen die de transitie in de weg staan te identificeren en weg te
nemen, is een «vliegende brigade» in het leven geroepen. Deze brigade bestaat uit
vijftien experts van tien landelijke (overheids)partijen en -onderdelen. Samen met
de regionale transformatiepartners helpen zij vastgelopen IZA-transformatieplannen
vlot te trekken. Gelijkwaardig maar eenieder vanuit zijn eigen rol. De inzichten die
ze hierbij opdoen, gebruiken ze om (toekomstige) systeembelemmeringen te voorkomen
en aan te pakken.
5. IGJ, NZa en ACM verrijken als publieke toezichthouders hun toezicht met passende zorg
en de publieke doelen van de zorgtransitie.
Reactie: de IGJ stelt passende zorg en de transitiedoelen centraal in haar toezicht.
Veel van de toezichtactiviteiten van de IGJ dragen bij aan passende zorg, zie hiervoor
bijvoorbeeld naast het Meerjarenbeleidsplan 2024–2027 ook het Werkplan 2025 van de
IGJ. Meer persoonsgerichte zorg, die samen met de patiënt tot stand komt, draagt er
aan bij dat alleen behandelingen worden uitgevoerd die waarde toevoegen voor de patiënt.
Richtlijnen moeten hier ruimte en handvatten voor bieden.
De NZa ziet, zoals hiervoor beschreven, erop toe dat passende contractering de norm
wordt, zodat zorgaanbieders en zorgverzekeraars meer focus kunnen leggen op de transitie,
en niet enkel op het draaien van productie. De ACM heeft meermaals aangegeven dat
haar toezicht in de zorg nooit in de weg zal staan aan samenwerkingen die in het belang
zijn van patiënten en verzekerden. De ACM heeft daarbij aangegeven dat als samenwerkingspartners
in de zorg van het toezicht van de ACM niets te vrezen hebben als zij alle stakeholders
volwaardig betrekken en hun doelen (kenbaar, meetbaar en toetsbaar) formuleren gericht
op het bevorderen van de publieke belangen in de zorg waaronder belangen die samenhangen
met Passende Zorg. De ACM geeft hieraan in de praktijk duiding in haar communicatie
en is benaderbaar door veldpartijen. Als een mededingingsbeperkende samenwerking niet
in het belang is van de patiënt of, naar later blijkt, voor de patiënt onbedoelde
negatieve effecten heeft, kan de ACM ingrijpen en deze laten bijstellen.
6. De politiek geeft democratische sturing aan de transitie. Daartoe ontvangt de Kamer
periodieke rapportages over passende zorg, passende contractering en systeembelemmeringen.
Reactie: periodiek stuur ik een voortgangsrapportage over het IZA naar de Kamer waarvan
de voortgang van passende zorg, passende contractering en aanpak systeembelemmeringen
belangrijke onderdelen zijn. Het doel van het IZA en ook van passende zorg is om de
zorg breed toegankelijk, en van goede kwaliteit, te houden voor iedereen in Nederland.
Er wordt gezamenlijk onverkort verder gewerkt aan dit doel, waarbij het belang van
de patiënt centraal staat. Met de periodieke voortgangsrapportages monitoren wij deze
beweging naar passende zorg. Hiermee geef ik zoals eerder toegelicht invulling aan
de motie Pouw-Verweij en Tielen16.
Rapport regionaal sturen op domeinoverstijgende zorg en ondersteuning
In de mid-term review van het IZA is geconcludeerd dat de toegankelijkheid van zorg
alleen verbeterd kan worden als we gezamenlijk meer verbinding en samenwerking tussen
en binnen domeinen realiseren en regionaal de problemen oplossen. Het bevorderen van
de samenwerking tussen het zorg- en sociaal domein is dan ook van groot belang. Juist
omdat het aantal mensen dat domeinoverstijgende zorg en ondersteuning nodig heeft,
zal stijgen door de toename van psychosociale problematiek, leefstijlgebonden aandoeningen
en vergrijzing. In de periode november 2024 tot maart 2025 hebben Bureau EMMA en Pieter
Hilhorst in opdracht van VWS het thema van sturing in de regio op samenwerking tussen
het zorg- en sociaal domein uitgediept. Het rapport is opgenomen in de bijlage bij
deze brief en beschrijft dat op veel plekken samenwerking is, maar samenwerkingsinitiatieven
zich onvoldoende kunnen ontwikkelen tot een structurele uitvoeringspraktijk. Dit komt
mede doordat regie en sturing op deze samenwerking nergens is belegd. De conclusie
is dat het essentieel is dat partijen duurzaam en op basis van gelijkwaardigheid kunnen
komen tot structurele en bindende afspraken over domeinoverstijgende zorg en ondersteuning.
In het rapport worden aanbevelingen gedaan over nieuwe beleidsinstrumenten om domeinoverstijgende
initiatieven te stimuleren, en over een leerstructuur tussen regio’s en in samenwerking
met landelijk niveau. Deze aanbevelingen zijn meegenomen in de uitwerking van het
AZWA.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
D.E.C.M. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.E.M.C. Jansen, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport