Brief regering : Rapport van PGHR 'Afgezien van vervolging'
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 979 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2025
Hierbij treft u het rapport van de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
getiteld: «Afgezien van vervolging. Over de naleving van de wet door het Openbaar Ministerie
bij het nemen van sepotbeslissingen».
Dit rapport is mij op 3 juli 2025 aangeboden door de PGHR en is de weergave van een
thematisch onderzoek in het kader van de toezichthoudende taak van de PGHR die uit
artikel 122 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) voortvloeit.
Ik ben de PGHR zeer erkentelijk voor zijn werk.
Ik zend uw Kamer het rapport bij deze toe. Een inhoudelijke reactie op het rapport
zal ik u sturen zodra deze gereed is, naar verwachting eind van dit jaar.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid