Brief regering : Appreciatie van de motie van het lid Podt over verplichte Nederlandse taallessen tijdens de asielprocedure (Kamerstuk 36704-57)
36 704 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht in verband met maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen (Asielnoodmaatregelenwet)
Nr. 77
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN DE MINISTER
VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2025
In het Kamerdebat op 26 juni 2025 is de motie Podt ingediend die het kabinet verzoekt
te onderzoeken op welke manier het volgen van Nederlandse taallessen voor kansrijke
asielzoekers tijdens de asielprocedure verplicht gesteld kan worden en daarmee rekening
te houden met de taak van gemeenten in het kader van inburgering en voorinburgering
en de bepalingen in het migratiepact en daarin mee te nemen welke financiële consequenties
dit zou hebben (Kamerstuk 36 704, nr. 57). Daarbij heeft de Minister van Asiel en Migratie toegezegd dat de Stas P&I uw Kamer
een oordeel over deze motie zou doen toekomen. Bij deze voldoen wij gezamenlijk aan
deze toezegging.
Taallessen aan asielzoekers raakt zowel het beleidsveld van de Stas P&I als dat van
de Minister voor Asiel en Migratie. Om deze reden appreciëren wij deze motie in gezamenlijkheid.
De motie Podt geven wij oordeel kamer. In deze brief lichten wij toe welke overwegingen
hierbij van belang zijn.
Vroege taalscholing voor nieuwkomers is vanuit integratieperspectief zeker wenselijk.
De inspanning kan als ondersteunend worden gezien (zoals de motie al aangeeft, naast
voorinburgering en de verplichte inburgering door de gemeente) aan de inburgeringsopgave
en een snellere arbeidsinschakeling. Wij achten het van belang dat nieuwkomers zo
snel mogelijk de Nederlandse taal leren en door middel van werk in hun levensbehoeften
voorzien. Op dit moment worden er door het COA al taallessen aan kansrijke asielzoekers
aangeboden. Daarnaast heeft artikel 18 van het Europese Migratiepact betrekking op
taallessen voor asielzoekers. Dit wordt door het Ministerie van A&M met medewerking
van het Ministerie van SZW verder uitgewerkt. Dit zal ook al leiden tot een betere
beschikbaarheid van taal voor asielzoekers.
Opgemerkt dient te worden dat de juridische haalbaarheid van het voorstel tot verplicht
stellen onderzocht moet worden. Tot slot dienen in het onderzoek vragen over de financiële
haalbaarheid binnen de bestaande kaders en uitvoerbaarheid van het voorstel beantwoord
te worden. De beschikbaarheid van personeel, wat al speelt bij inburgering en bij
het aanbieden van Voorinburgering, speelt hierbij een rol.
We zijn bereid om dit voorstel verder te onderzoeken.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
De Minister voor Asiel en Migratie, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister voor Asiel en Migratie