Brief regering : Het Nederlandse exportcontrolebeleid in 2024
22 054 Wapenexportbeleid
Nr. 459
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2025
Jaarlijks blikt het kabinet terug op het Nederlandse exportcontrolebeleid. Hierbij
doe ik u hierbij het rapport «het Nederlandse exportcontrolebeleid in 2024» toekomen.
Het jaarrapport is, in aanvulling op de reguliere online rapportages over de export
van strategische goederen, een van de belangrijke pijlers waarmee het kabinet invulling
geeft aan het streven om zo transparant mogelijk te zijn over het exportcontrolebeleid.1 Een Engelse vertaling zal worden gepubliceerd om ook internationaal te voldoen aan
dit streven naar transparantie.
In dit rapport worden de procedures, instrumenten en uitgangspunten van het Nederlandse
exportcontrolebeleid voor zowel militaire als dual-use goederen belicht. Ook wordt er ingegaan op het karakter van de Nederlandse defensie-
en veiligheidsindustrie en op internationale ontwikkelingen op het gebied van exportcontrole.
Tegelijkertijd worden de aard en omvang van de in 2024 afgegeven uitvoervergunningen
weergegeven.
Het jaar 2024 werd gekenmerkt door een verder verslechterende (internationale) veiligheidssituatie
en een toenemende verwevenheid van economische- en veiligheidsbelangen. De voortdurende
Russische agressieoorlog in Oekraïne en de conflicten in het Midden-Oosten zijn voorbeelden
van de verslechterende internationale veiligheidssituatie. Deze ontwikkelingen raken
door hun mondiale en regionale destabiliserende invloed Nederland en zijn bondgenoten,
waardoor het belang van een gedegen exportcontrole van strategische goederen en technologie
nogmaals onderstreept wordt. Door middel van exportcontrole voorkomt het kabinet dat
Nederlandse strategische goederen of technologie op ongewenste wijze worden ingezet,
bijvoorbeeld bij mensenrechtenschendingen, schending van het humanitair oorlogsrecht
of voor militaire agressie.
Oekraïne
Het kabinet blijft zich onverminderd inzetten om de druk op Rusland verder te vergroten
en de agressieoorlog te beëindigen. Het blijft daartoe Oekraïne onverminderd steunen.
De Nederlandse militaire steun aan Oekraïne krijgt onder meer vorm door de bilaterale
levering van militaire goederen door het Ministerie van Defensie, zowel vanuit eigen
voorraad als via commerciële inkoop. Voor alle geleverde goederen is een toets aan
de Europese wapenexportcriteria gedaan en is na positieve uitkomst een uitvoervergunning
verleend. Als gevolg van de grootschalige leveranties maken afgegeven vergunningen
voor uitvoer naar Oekraïne in 2024 een aanzienlijk deel (58,1%) uit van de totale
waarde van afgegeven vergunningen. Over de leveranties aan Oekraïne is uw Kamer regelmatig
via separate brieven geïnformeerd.
Europese defensie-industrie
Als gevolg van de Russische agressieoorlog in Oekraïne en andere destabiliserende
mondiale ontwikkelingen is het kabinet met een nieuwe blik naar de Europese defensie-industrie
gaan kijken. Het is duidelijk geworden dat het Europese zelfstandig militair-industrieel
voortzettingsvermogen momenteel beperkt is en dat meer Europese zelfredzaamheid noodzakelijk
is. Daarom zet het kabinet in op verdere samenwerking tussen de Europese defensie-industrieën
om op die manier de Nederlandse en Europese veiligheid te versterken. Om dit te realiseren
is een gelijk speelveld in Europa essentieel. In 2024 zijn nieuwe maatregelen genomen
om toe te werken naar de hiervoor benodigde convergentie van het Europese wapenexportbeleid.
Voorbeelden hiervan zijn de herziening van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake
wapenexportcontrole en de verdere stappen tot toetreding tot het verdrag inzake exportcontrole
in het defensiedomein, waar op dit moment Frankrijk, Duitsland en Spanje bij zijn
aangesloten.
De herziening van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexportcontrole is
begin 2025 afgerond waarbij in lijn met de inzet van het kabinet onder meer vrijwillige
mechanismen ten behoeve van gestroomlijnde exportcontrole in het geval van gezamenlijk
geproduceerde militaire goederen opgenomen zijn. Verder is het recht op zelfverdediging
van landen steviger verankerd en zijn in lijn met het Wapenhandelsverdrag de mogelijke
gevolgen van wapenexport voor genderspecifiek geweld of ernstige geweldsdaden tegen
vrouwen en kinderen expliciet in de toetsingscriteria benoemd. Tot slot zijn mechanismen
opgenomen om de transparantie over wapenexporten en informatie-uitwisseling tussen
de lidstaten over gevoelige eindbestemmingen te vergroten om zo een gezamenlijk begrip
van toetsingscriteria te bevorderen.
In juni 2025 heeft Frankrijk als depositaris van het verdrag inzake exportcontrole
in het defensiedomein namens de huidige verdragspartijen (Frankrijk, Duitsland en
Spanje) laten weten dat zij unaniem hebben ingestemd met de toetreding van Nederland
tot dit verdrag. Met deze instemming zal het kabinet het parlementaire goedkeuringstraject
starten.
Met bovenstaande ontwikkelingen draagt het kabinet bij aan nauwere Europese defensie-industriesamenwerking
zonder daar bij af te doen aan het belang van gedegen exportcontrole. Het kabinet
zal er scherp op blijven toezien dat Nederlandse strategische goederen geen ongewenste
eindbestemmingen krijgen.
Midden-Oosten
Gelet op het conflict in de Gazastrook is er veel aandacht voor zorgvuldige toetsing
van vergunningaanvragen voor de uitvoer van strategische goederen naar Israël. Het
kabinet volgt de situatie in het Midden-Oosten nauwlettend en kijkt daarbij ook naar
de impact die ontwikkelingen hebben op de export van strategische goederen. Vergunningaanvragen
voor de uitvoer van strategische goederen (dual-use en militair) worden per geval getoetst. Daarbij gaat het kabinet zeer zorgvuldig
te werk en verleent het geen vergunningen voor de uitvoer van strategische goederen
als er een duidelijk risico bestaat dat die gebruikt worden bij het begaan van ernstige
schendingen van mensenrechten of het humanitair oorlogsrecht. In 2024 hebben daarnaast
een aantal rechtszaken gespeeld op het vlak van exportcontrole ten aanzien van de
uitvoer van strategische goederen naar Israël. Het kabinet heeft de Tweede Kamer hier
meermaals over geïnformeerd.
Dual-use goederen
In 2024 is het aantal verleende vergunningen voor dual-use goederen licht toegenomen. Voor de uitvoer van deze goederen geldt een onveranderd
scherp toetsingskader.2 Er zijn daarnaast ad hoc vergunningplichten opgelegd voor goederen die niet dual-use zijn, maar wel een risico vormen voor de (inter)nationale veiligheid.
Technologieën zoals quantum-, AI-, halfgeleider- en biotechnologie staan centraal
in nationale veiligheidsvraagstukken. Dit is onder andere het gevolg van de toenemende
inzet van technologie in een internationale geopolitieke strijd, het dual-use karakter van technologie waarbij het onderscheid tussen civiel vs. militair steeds
diffuser wordt en de elkaar versterkende verwevenheid van technologieën in de maatschappij.
Dit leidt tot de vraag welke technologieën we moeten controleren en beschermen vanwege
mogelijke (inter)nationale veiligheidsrisico’s. Bij beantwoording van deze vraag zijn
naast veiligheid, ook marktwerking en behoud van een open economie belangrijke uitgangspunten.
Interventie daarop kan echter noodzakelijk zijn uit het oogpunt van nationale veiligheid.
Internationaal wordt in de context van de exportcontroleregimes reeds informeel verkend
wat adequate stappen zijn voor de controle op export van nieuwe sensitieve technologieën
met dual-use eigenschappen, die nog niet gecontroleerd zijn. Nederland neemt onder andere actief
deel aan discussie over dit onderwerp in EU- en NAVO-verband en andere internationale
overleggen in multilateraal verband. Nederland onderhoudt daarnaast bilaterale contacten
met de belangrijkste partners op deze dossiers.
Wijziging regeling voor geavanceerde productieapparatuur halfgeleiders
In september 2023 heeft Nederland heeft Nederland omwille van (inter)nationale veiligheidsoverwegingen
geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders onder exportcontrole gebracht.
Met deze regeling dient voor de uitvoer van geavanceerde productieapparatuur die onder
de regeling valt een exportvergunning te worden aangevraagd.
Voortschrijdend inzicht en technologische ontwikkelingen hebben Nederland ertoe bewogen
om de regeling uit te breiden met een wijzigingsregeling die op 7 september 2024 in
werking is getreden. De uiteindelijke keuze voor additionele exportcontrolemaatregelen
is zorgvuldig en zo precies mogelijk (chirurgisch) gemaakt, om onnodige verstoring
van de waardeketens te voorkomen en rekening te houden met het internationale gelijke
speelveld3,
4. Ook in april 2025 is deze regeling aangepast.
Introductie regeling aanvullende controlemaatregelen op de Verordening producten voor
tweeërlei gebruik
Op 1 december 2024 heeft Nederland omwille van (inter)nationale veiligheidsoverwegingen
de «Regeling aanvullende controlemaatregelen op de Verordening producten voor tweeërlei
gebruik» ingevoerd. De producten waarop deze regeling ziet betreft goederen en technologieën
die afkomstig zijn uit de halfgeleider-, kwantum- en additive manufacturing-industrie. Vanwege de snelle ontwikkelingen in deze sectoren is het noodzakelijk
geacht deze goederen middels een nationale regeling te controleren. Nederland streeft
er wel naar dat deze controles breed in de EU worden ingevoerd ten behoeve van een
gelijk speelveld.
Naast Nederland hebben meerdere andere landen binnen en buiten Europa gelijksoortige
controles ingevoerd vanwege dezelfde veiligheidszorgen.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
J.C. Boerma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.C. Boerma, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken