Brief regering : Jaarverslag Beheer staatsdeelnemingen 2024
28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid
Nr. 461
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2025
Hierbij stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en
Douane, het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen 2024. In het jaarverslag wordt weergegeven
hoe het Ministerie van Financiën in 2024 invulling heeft gegeven aan het aandeelhouderschap
in de staatsdeelnemingen. Daarnaast geeft het jaarverslag op uniforme wijze inzicht
in de (financiële) gegevens uit de jaarverslagen van de staatsdeelnemingen die in
beheer zijn bij het Ministerie van Financiën en de beleidsdeelnemingen die in beheer
zijn bij andere departementen. Deze laatste informatie bied ik u aan mede namens de
relevante bewindslieden.
Conform artikel 8 lid 2 van de Machtigingswet oprichting Invest-NL heb ik ook het
Jaarverslag 2024 van Invest-NL als bijlage bijgevoegd. Daarnaast ontvangt u conform
artikel 8 lid 2 van de Machtigingswet oprichting Invest International ook het Jaarverslag
2024 van Invest International. Tevens is de evaluatie in het aandeelhouderschap in
FMO als bijlage toegevoegd.
Bij de start van het verkooptraject van verzekeraar a.s.r. Nederland N.V. (hierna:
a.s.r.) in november 2015 heeft de toenmalig Minister van Financiën toegezegd het verkoopproces
te evalueren en hierbij te richten op de prestaties van a.s.r. voor en na de beursgang
in vergelijking met andere Nederlandse verzekeraars. Deze evaluatie is onlangs uitgevoerd.
Uit de evaluatie van openbaar beschikbare data blijkt dat de financiële prestaties
van a.s.r. voor en na de beursgang positief waren. Het bedrijf presenteerde steevast
een positief resultaat, voldeed aan de prudentiële Solvency-vereisten en kreeg een
positieve kredietbeoordeling. Uit de evaluatie van de maatschappelijke prestaties
blijkt daarnaast dat a.s.r. zijn maatschappelijke beleid heeft doorgezet na de beursgang.
De maatschappelijke prestaties zijn ten minste vergelijkbaar met andere ondernemingen
in de sector.
In het Commissiedebat Staatsdeelnemingen van 22 mei 2024 heb ik uw Kamer toegezegd
informatie te verschaffen over het dividendbeleid voor de staatsdeelnemingen.1 Het dividendbeleid vormt een integraal onderdeel van de financiële afspraken die
worden gemaakt met de staatsdeelnemingen conform de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid
20222 en verder uitgewerkt in het Handboek Financiële positie3. Hierbij staat de continuïteit van de onderneming voorop zodat het publieke belang
blijvend kan worden geborgd. Onderdeel hiervan zijn ook de toekomstige kredietwaardigheid
en de investeringsagenda van de onderneming.
Uw Kamer heeft op 17 juni 2025 een motie aangenomen die de regering verzoekt om niet
te besluiten om de dividenduitkering van Schiphol te verlagen van 60% naar 30%, maar
dit geld te investeren in onze basisvoorzieningen.4 Conform de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 streeft de staat naar een dividendbeleid
dat past bij de financiële positie en investeringsagenda van een onderneming. Zoals
nader uiteengezet in beantwoording van schriftelijke vragen van het lid Teunissen
moet Schiphol investeringen doen omdat veel infrastructuur einde levensduur is, de
verwachte inzet van grotere vliegtuigen moet worden gefaciliteerd en voor verduurzaming.5 Zonder additioneel eigen vermogen wordt de financiële positie uitgehold, wat in de
toekomst mogelijk juist leidt tot minder of helemaal geen dividenduitkering. Ik zie
geen ruimte om op basis van hoger dan geraamde dividendinkomsten uit Schiphol extra
intensiveringen in de rijksbegroting te doen. Inzet van meevallers voor intensiveringen
is bovendien tegen begrotingsregels.
Tot slot, dit is het laatste Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen dat ik met uw Kamer
deel. Om de taakstelling op apparaatskosten uit het regeerprogramma te realiseren,
kies ik ervoor om te besparen op een aantal taken, waaronder de publicatie van dit
jaarverslag. De verantwoording over de invulling van het aandeelhouderschap in de
staatsdeelnemingen geschiedt vanaf volgend jaar via (i) een brief aan het einde van
het voorjaar waarin wordt teruggekeken op de invulling van de diverse aandeelhoudersbevoegdheden
in het vorige jaar en (i) een brief aan het einde van het najaar waarin vooruit wordt
gekeken naar de ontwikkelingen in het beheer van de staatsdeelnemingen in het volgende
jaar. Dit past binnen de verplichtingen die de Comptabiliteitswet aan de staat oplegt
omtrent de informatieverstrekking over de belangen in privaatrechtelijke rechtspersonen.
Daarnaast blijven de individuele deelnemingen jaarverslagen publiceren. Deze jaarverslagen
blijven beschikbaar als informatiebron voor de Kamer.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën