Brief regering : Onderzoek kinderbijslagvoorziening BES
30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nr. 74
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2025
Sinds 2016 ondersteunt de overheid ouders1 op Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de kosten van het levensonderhoud van hun kinderen.
De kinderbijslagvoorziening BES (hierna: KBV BES) biedt ouders in dit deel van het
Koninkrijk maandelijks een inkomensonafhankelijke tegemoetkoming. Zoals aangekondigd,
is de KBV BES afgelopen jaar geëvalueerd.2 Met deze brief stuur ik uw Kamer het rapport Onderzoek kinderbijslagvoorziening BES.
Het onderzoek
Het onderzoek heeft zich gericht op het gevoerde beleid en hoe dat uitpakt. Ook de
uitvoering van het beleid door de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) unit SZW,
en de ervaringen van ouders en maatschappelijke organisaties maken deel uit van het
onderzoek. Tot slot is onderzocht in welke mate de KBV BES de kosten van levensonderhoud
van kinderen op de afzonderlijke eilanden dekt. Het onderzoek heeft daartoe op een
mooie manier de inzichten uit interviews met ouders, uitvoerders en maatschappelijke
organisaties gecombineerd met een cijfermatige analyse op basis van gegevens van het
CBS en het Nibud.
Bevindingen en aanbevelingen
Het onderzoek laat zien dat ouders en maatschappelijke organisaties de KBV BES waarderen
als ondersteuning bij de dagelijkse uitgaven voor kinderen. De regeling is laagdrempelig
en biedt veel gezinnen structurele ondersteuning. Toch blijkt de KBV BES voor grotere
gezinnen en huishoudens met oudere kinderen minder toereikend. Ondanks significante
verhoging van de kinderbijslag de afgelopen jaren, blijft voor sommige huishoudens
de bestaanszekerheid onder druk staan door de hoge kosten van levensonderhoud. De
analyse van de kostendekkendheid van de regeling ondersteunt dit beeld: de KBV BES
dekt zo’n 23% tot 36% van de werkelijke kosten van kinderen. Dit percentage is het
laagst bij grotere gezinnen en gezinnen met oudere kinderen.3 Het onderzoek laat ook zien dat het niet-gebruik beperkt is. Dit komt vooral voor
bij specifieke groepen zoals migranten, waarbij taalbarrières en beperkte bekendheid
een rol spelen. Toegankelijkheid van informatie en aanvraagprocessen verdient blijvende
aandacht.
Ouders zijn overwegend tevreden over de dienstverlening van de RCN-unit SZW. Ze ervaren
de uitvoering als toegankelijk en klantvriendelijk. De onderzoekers merken wel op
dat de uitvoering arbeidsintensief en kwetsbaar is door beperkte digitalisering en
capaciteit.
Op basis van de bevindingen doen de onderzoekers onder meer de aanbeveling om de ondersteuning
meer te richten op kwetsbare groepen. Daarbij geven zij in overweging te komen tot
een aanvullende inkomensafhankelijke toeslag voor grote gezinnen en gezinnen met oudere
kinderen. Ook bevelen ze aan om de toegankelijkheid te vergroten door te investeren
in meertalige en toegankelijke voorlichting via laagdrempelige kanalen zoals scholen,
consultatiebureaus en wijkcentra. Daarnaast vinden de onderzoekers het wenselijk de
uitvoering toekomstbestendig te maken door versnelde digitalisering van de aanvraag-
en uitbetalingssystemen. Ook pleiten ze voor versterking van de samenwerking en gegevensdeling
tussen ketenpartners om het niet-gebruik terug te dringen.
Vervolg
Gezinnen, in welke samenstelling dan ook, vormen de basis voor een gezonde samenleving.
Het is daarom belangrijk dat ieder kind de kans heeft om mee te doen en zich te ontplooien.
Ouders zijn de eerstverantwoordelijken om hier invulling aan te geven. Vanuit maatschappelijk
belang biedt de overheid ouders en gezinnen in Caribisch Nederland een steun in de
rug via onder meer de KBV BES.
Ik ben verheugd dat uit dit onderzoek blijkt dat die voorziening voor veel ouders
in Caribisch Nederland goed werkt. Ook de uitvoering door de RCN-unit SZW beoordelen
ouders overwegend positief. Ik waardeer dat zeer en spreek mijn complimenten uit voor
alle medewerkers op Bonaire, Sint Eustatius en Saba die daaraan bijdragen.
Het rapport biedt ook aanknopingspunten om zowel het beleid als onderdelen van de
uitvoering verder te verbeteren. Dit sluit aan bij de reeds ingezette koers. Met de
voortgangsbrief Bestaanszekerheid Caribisch Nederland informeer ik uw Kamer voor het
zomerreces over de stand van zaken rond de verkenning naar de opties voor een inkomensafhankelijke
kindregeling voor Caribisch Nederland. Dit naar aanleiding van de Motie White c.s.4
Daarnaast zal ik de bevindingen en aanbevelingen uit dit onderzoek betrekken bij de
periodieke rapportage die zich richt op de vraag in welke mate de (Europees Nederlandse)
kinderbijslag, het kindgebonden budget en de KBV BES doeltreffend en doelmatig zijn.
Uw Kamer ontvangt deze rapportage aan het eind van dit jaar.
Het is aan een volgend kabinet om op basis van de bevindingen uit deze periodieke
rapportage en het onderhavige onderzoek naar de KBV BES tot eventuele beleidsaanpassingen
te komen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Indieners
-
Indiener
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid