Brief regering : Ontwikkelingen in het Midden-Oosten en consulaire ondersteuning aan gestrande reizigers
23 432 De situatie in het Midden-Oosten
Nr. 565
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2025
Vandaag is de Nationale Veiligheidsraad (NVR) bijeengekomen om de situatie in het
Midden-Oosten te bespreken. Met deze brief licht ik u daarover in, mede namens de
Minister van Defensie en de Minister van Justitie en Veiligheid.
Ontwikkelingen
Sinds de aanval van Israël op Iran op 13 juni vinden er dagelijks wederzijdse luchtaanvallen
plaats tussen beide landen. In de nacht van 22 juni heeft de Verenigde Staten drie
nucleaire installaties in Iran aangevallen: Fordow, Natanz en een locatie in Isfahan.
Het is op dit moment nog niet duidelijk welke schade deze aanvallen aan de installaties
hebben berokkend.
Nederland heeft al lange tijd grote zorgen over het Iraanse nucleaire programma. Dat
is een zorg die breed in de internationale gemeenschap wordt gedeeld. Nederland en
de EU hebben, net als de Verenigde Staten, altijd helder gemaakt dat Iran nooit de
beschikking mag krijgen over een nucleair wapen. Dat zou ook in strijd zijn met het
Non-proliferatieverdrag waarbij Iran verdragspartij is. Het voorkomen van een nucleair
bewapend Iran is niet alleen een regionaal en mondiaal belang, maar ook in het directe
belang van de Nederlandse veiligheid en die van onze bondgenoten. Naast de zorgen
over het Iraanse nucleaire programma heeft Nederland ook bredere zorgen over Iran.
Die betreffen onder meer de voortdurende bedreiging van Israël en zijn bestaansrecht.
Het afgelopen jaar heeft Iran voor het eerst directe aanvallen op Israël uitgevoerd.
De zorgen betreffen verder ook de steun aan terroristische organisaties in de regio,
ongewenste inmenging – ook binnen Europa en in Nederland –, arbitraire detentie van
burgers, waaronder Europese onderdanen en de wapenleveranties van Iran aan Rusland
voor de agressieoorlog tegen Oekraïne.
De aanvallen van afgelopen nacht zijn een verdere escalatie van een buitengewoon zorgwekkende
situatie in het Midden-Oosten. We stellen vast dat Israël en de VS de nucleaire dreiging
die uitgaat van Iran niet accepteren. Het kabinet heeft contact over de ontwikkelingen
met bondgenoten en ook landen in de regio. Het kabinet doet een klemmend beroep om
verdere escalatie te voorkomen en terughoudendheid te betrachten. De stabiliteit in
de regio verdient de hoogste prioriteit. In dit verband dringt Nederland er bij Iran
op aan de onderhandelingen weer aan te gaan. Alleen door middel van diplomatie en
samenwerking kan een duurzame oplossing worden bereikt. De ontwikkelingen in regio
zullen in EU-verband worden besproken, zowel tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van
23 juni als tijdens de Europese Raad op 26 juni.
Consulair
Reeds vanaf het moment van de aanval van Israël op Iran (13 juni) heeft het Ministerie
van Buitenlandse Zaken zich voorbereid op diverse scenario’s van consulaire bijstand
aan Nederlanders, inclusief repatriëring. Daarmee werd dus reeds uitvoering gegeven
aan de op 18 juni jl. door de Leden Ceder en Paternotte ingediende motie (Kamerstuk
21 501-20, nr. 2253) die de regering verzoekt voorbereidingen te nemen voor repatriëring uit Israël en
Iran zodra de situatie verder verslechtert.
Vandaag is aansluitend op de Nationale Veiligheidsraad in de Ministeriële Commissie
Crisisbeheersing (MCCb) het besluit genomen om gestrande Nederlandse reizigers in
de regio actief te blijven ondersteunen bij zelfstandig vertrek en ook om tot georganiseerd
vertrek over te gaan.
Voor gestrande Nederlanders in Israël die woonachtig zijn in Nederland, zal de komende
dagen busvervoer worden ingezet om via Egypte te kunnen doorreizen naar Nederland
met een commerciële vlucht. Vanuit Iran en Irak is het handelingsperspectief beperkter
vanwege de niet gegarandeerde medewerking van de autoriteiten in die landen en de
lokale veiligheidssituatie. Om die reden is het reisadvies voor die landen al tijdenlang
rood, en sinds 13 juni jl. geldt dat ook voor de Koerdische regio. Voor deze landen
blijft het advies aan gestrande Nederlandse reizigers gelden zich zelfstandig naar
veiliger buurlanden te begeven en vandaar uit naar Nederland te reizen. Het Ministerie
van Buitenlandse Zaken staat hen bij met advies (via de BZ Informatieservice of rechtstreeks
persoonlijk contact) en biedt consulaire bijstand waar nodig om de grensoversteek
te maken en op eigen gelegenheid door te reizen naar Nederland of elders. Bij alle
acties in alle landen in de regio wordt intensief samengewerkt met gelijkgezinde partners.
Het kabinet heeft hiertoe besloten omdat de veiligheidssituatie de afgelopen periode
snel is verslechterd. Het wordt daardoor steeds lastiger voor gestrande Nederlanders
om snel en veilig de regio te verlaten. Bij een repatriëring, zoals nu uit Israël,
worden Nederlanders bijgestaan die in Nederland woonachtig zijn, en tijdens hun reis
zijn gestrand. Die hulp wordt ook geboden aan kerngezinsleden van de Nederlander (partner
en afhankelijke kinderen) indien ook zij in Nederland woonachtig zijn. Uitgangspunt
bij dit besluit tot repatriëring is eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid.
Er wordt geen opvang in Nederland geregeld. Immers, allen hebben een vaste woon of
verblijfsplaats in Nederland.
Gestrande Nederlanders kunnen zich bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken aanmelden
voor hulp. Daartoe is op 21 juni jl. het Crisis Contactformulier (CCF) opengesteld.
Op het moment van schrijven hebben een paar honderd personen uit de regio zich aangemeld,
en dit aantal zal naar verwachting stijgen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken
beoordeelt elke aanmelding om vast te stellen of, en zo ja, voor welke bijstand de
aanmelder in aanmerking komt.
Uitgezonden militairen Irak
De huidige veiligheidssituatie in het Midden-Oosten heeft ook consequenties voor uitgezonden
Nederlandse militairen in de regio. Op 22 november 2024 is uw Kamer geïnformeerd over
de verlenging van het nationaal kader voor de Nederlandse force protection-bijdrage aan de NAVO Missie Irak (NMI) tot en met 30 juni 2025 (Kamerstuk 27 925, nr. 980). Inmiddels is het Nederlandse commando van de NAVO-missie in Irak overgedragen aan
de nieuwe Franse commandant. Volgens planning zouden de Nederlandse force protection-eenheden in de laatste weken van juni hun werkzaamheden overdragen aan Franse eenheden,
om vervolgens Irak te verlaten. Vanwege de sluiting van het Iraakse luchtruim als
gevolg van de verslechterde veiligheidssituatie in de regio is er beperkte mogelijkheid
tot in- en uitrotatie. Zeventig militairen van de Nederlandse force protection eenheid hebben inmiddels Irak verlaten en arriveren naar verwachting morgen in Nederland.
Dit betreft nadrukkelijk geen evacuatie maar een reguliere aflossing van militairen.
Het overige gedeelte van de force protection eenheid bevindt zich nog in Irak en zal hier blijven voor de periode die nodig is
om te komen tot een goede overdracht en veilige uitrotatie. Het is mogelijk dat dit
ook na de eerder voorgenomen einddatum van 30 juni 2025 zal zijn. De militairen blijven
tot die tijd functioneren onder het mandaat van de missie. De missie neemt passende
veiligheidsmaatregelen. Het Ministerie van Defensie blijft zich inspannen om te zorgen
dat de overige betrokken Nederlandse militairen veilig en zo spoedig mogelijk het
missiegebied in Irak kunnen verlaten.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken