Brief regering : Uitkomsten van de gemeentepilots ter vermindering van mondzorgmijding om financiële redenen
32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
33 578
Eerstelijnszorg
Nr. 302
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2025
In Nederland gaan mensen, vergeleken met andere landen, vaak naar de tandarts. Maar
er is ook een groep van circa 640.000 volwassenen die om financiële redenen niet eens
per twee jaar naar de tandarts gaat. Langdurig afzien van mondzorg kan leiden tot
klachten en pijn en kan verdere (negatieve) gevolgen voor de gezondheid of deelname
aan de maatschappij hebben. In samenwerking met onder andere zorgverzekeraars, gemeenten
en de Mondzorgalliantie1 is het Ministerie van VWS daarom het project «Vermindering mijding van mondzorg om
financiële redenen» gestart. Uw Kamer heeft destijds het eindverslag2 van dit project ontvangen. Hieruit zijn verschillende aanbevelingen naar voren gekomen
en zijn diverse vervolgacties in gang gezet, waaronder de gemeentepilots. Conform
toezegging van mijn ambtsvoorganger informeer ik u over de uitkomsten van de gemeentepilots.
In deze gemeentepilots is verkend wat er vanuit lokaal beleid nu al mogelijk is om
mijding van mondzorg om financiële redenen tegen te gaan. Het doel van VWS was om
de pilotgemeenten op weg te helpen met het vormgeven van lokaal beleid en om leerpunten
voor andere gemeenten en voor het Ministerie van VWS op te halen. Omdat de kennis
die bij de deelnemende gemeenten opgedaan is waardevol bleek om breder te delen, is
er een leidraad voor gemeenten ontwikkeld die zowel informatieve als praktische handvatten
biedt en bedoeld is om gemeenten te ondersteunen bij het terugdringen van mondzorgmijding
om financiële redenen. De leidraad is verspreid onder gemeenten en online gepubliceerd3. Ook leverde de pilots adviezen aan het Ministerie van VWS op. Bijgevoegd bij deze
Kamerbrief is het adviesrapport van BS&F over deze gemeentepilots.
De kernpunten uit deze brief zijn:
• Zoals toegezegd in de reactie op het eindverslag van het project «Vermindering mijding
van mondzorg om financiële redenen» informeer ik uw Kamer bij deze over de bevindingen
van de gemeentepilots.
• Ik ben dankbaar voor de inspanningen van de betrokken partijen en de ontvangen adviezen.
De gemeentepilots zijn een eerste en belangrijke vervolgstap in het vervolg van het
project «Vermindering mijding mondzorg om financiële redenen». Een grote meerwaarde
is dat er een leidraad is vormgegeven met daarin informatie en praktische adviezen
voor gemeenten.
• Het is belangrijk om ook de mogelijkheden voor de langere termijn in beeld te brengen.
Zoals eerder aangegeven4 is het Zorginstituut een adviestraject gestart naar een passende aanspraak voor mondzorg
en is het Ministerie van VWS, samen met partijen gestart, om de mogelijkheden voor
gerichtere financiële regelingen in kaart te brengen.
• In deze brief ga ik ook in op de gesprekken met zorgverzekeraars in het kader van
de bezuinigingen op orthodontie. Met deze toelichting beschouw ik de motie van de
leden Dobbe en Bushoff5 als afgedaan.
Vormgeving en uitkomsten van de pilots
Vormgeving van de pilots
De gemeentepilots zijn onder coördinatie van bureau BS&F uitgevoerd. Er namen vijftien
gemeenten en drie zorgverzekeraars6 deel aan de pilots. Bijna alle deelnemende gemeenten deden mee aan meerdere onderdelen
van de pilots. Deze pilot-onderdelen zijn:
A) Het in beeld brengen van de huidige gemeentelijke regelingen en lokale maatschappelijke
initiatieven om mondzorgmijding om financiële redenen terug te dringen en de verbetermogelijkheden
hiervoor in kaart brengen.
B) Het uitwerken van een optimaal vormgegeven gemeentepolis, met als doel mondzorg te
stimuleren.
C) Het opleveren van adviezen aan Rijk en gemeenten over hoe communicatie over mondzorg
effectiever te maken voor de doelgroep.
D) De inzet van Dokters van de Wereld om gratis mondzorg te verlenen aan mensen in een
kwetsbare situatie, door het opzetten van lokale mondzorgnetwerken.
VWS heeft budget beschikbaar gesteld aan BS&F voor het coördineren van deze pilots
en heeft daarnaast een communicatiedeskundige ingehuurd voor de advisering over verbetermogelijkheden
op het gebied van communicatie richting de doelgroep. Verder heeft Dokters van de
Wereld subsidie vanuit het Ministerie van VWS en SZW ontvangen om de lokale mondzorgnetwerken
op te zetten.
Uitkomsten van de pilots
Een belangrijk resultaat is dat de pilots een leidraad hebben opgeleverd, waarin zowel
behulpzame informatie als praktische adviezen voor gemeenten zijn opgenomen. Hieronder
worden de belangrijkste meer inhoudelijke bevindingen van de verschillende pilotonderdelen
weergegeven.
Gemeentelijke regelingen
Bij gemeenten bestaan verschillende regelingen en initiatieven om mondzorg te stimuleren.
De gemeentepolis – een collectieve zorgverzekering voor minima – is in de pilotgemeenten
het meest ingezette instrument dat bijdraagt aan het stimuleren van mondzorg. Verder
zijn er gemeenten die hulp bieden vanuit lokale vangnetten, bijvoorbeeld via noodfondsen
of via maatwerkbudgetten. De aanpak, evenals de kosten en de doelgroep, verschilt
per gemeente. De behoeften van de inwoners en de financiële mogelijkheden van gemeenten
zijn ook verschillend.
Uit onderzoek7 blijkt dat minima met een tandartsverzekering vaker ten minste één keer per jaar
de tandarts bezoeken, dan dat minima zonder tandartsverzekering dat doen (82% versus
52%). Dit feit wijst op het belang van een tandartsverzekering. De gemeentepolis wordt
vanuit de mogelijkheden voor gemeentelijke inzet als belangrijkste instrument gezien
om het risico op mijden van mondzorg te verkleinen, omdat er met de gemeentepolis
altijd dekking voor mondzorgkosten is8. In 95% van alle gemeenten wordt de gemeentepolis aangeboden. Het blijkt echter wel
dat mensen met een gemeentepolis niet altijd naar de tandarts gaan. Dit kan onder
andere komen door onbekendheid met de vergoedingen voor mondzorg. De dekking voor
mondzorg in de gemeentepolis is uitgebreid, maar kan in het geval van achterstallig
onderhoud aan het gebit onvoldoende zijn.
BS&F heeft de gemeentepolis van de pilotgemeenten geanalyseerd en gekeken of deze
inhoudelijk aansluit bij de handreiking «Acute en noodzakelijke mondzorg voor financieel
kwetsbare mensen»9 van de Mondzorgalliantie. Zo is gekeken of de mondzorg voor 100% vergoed wordt en
of de maximale dekking voor mondzorg minimaal € 250 euro per jaar is. De gemeentepolissen
in de deelnemende gemeenten voldeden daar geheel of grotendeels aan. De (andere) gemeenten
worden via de leidraad over de uitkomsten van deze analyse geïnformeerd en kunnen
advies en ondersteuning vragen aan BS&F over de verbeterpunten voor hun gemeentepolis.
Een hoger bereik van de gemeentepolis, dat wil zeggen deelname van meer verzekerden,
zal naar verwachting leiden tot meer tandartsbezoeken. De hoogte van de gemeentelijke
premiebijdrage is een belangrijke factor om de gemeentepolis af te sluiten. Verder
kan gerichte communicatie, aan mensen die wel een gemeentepolis hebben maar niet naar
de tandarts gaan, helpen om mondzorgmijding bij deze doelgroep verder terug te dringen.
Tegelijkertijd is de gemeentepolis voor minima met een lage zorgvraag doorgaans te
uitgebreid, vanwege de andere vergoedingen die er in zitten. Tegelijkertijd kan de
mondzorgdekking voor minima met achterstallig onderhoud aan hun gebit dan juist weer
onvoldoende zijn. Een (lokaal) vangnet, naast de gemeentepolis, blijft daarom belangrijk.
Met dit (lokaal) vangnet kan worden ingespeeld op de zorgvraag van onder andere mensen
die geen zorgverzekering (meer) hebben, zoals dak- en thuislozen, of arbeidsmigranten
die onverzekerd zijn geraakt.
Informele mondzorgnetwerken
Een voorbeeld van een lokaal vangnet zijn informele mondzorgnetwerken, waarin gratis
mondzorg wordt verleend aan mensen die geen geld hebben om naar de tandarts te gaan.
Met behulp van de subsidie van VWS en SZW heeft Dokters van de Wereld een maatschappelijk
vangnet vormgegeven. Gemeenten zijn gefaciliteerd in het organiseren of uitbreiden
van zogeheten Mondzorgkaravanen en Compassienetwerken, waarbij een deel van de inwoners
met nood- en vervolgbehandelingen worden geholpen. Een Compassie Netwerk is een samenwerkingsverband
waarbij tandartsen gratis, of tegen vergoeding van materiaalkosten, vervolgbehandelingen
bieden aan mensen die om financiële redenen niet naar de tandarts gaan. In een aantal
pilotgemeenten zijn deze netwerken opgericht en zijn vanuit deze netwerken mensen
geholpen. Bij een deel van de pilotgemeenten wordt een Compassie Netwerk op dit moment
georganiseerd. Ten tijde van het schrijven van de leidraad waren in vier gemeenten
65 mensen geholpen met een noodbehandeling door de Mondzorgkaravaan en zijn verschillende
mensen doorverwezen naar Compassie Netwerken. Inmiddels zijn er vijftig tandartspraktijken
en mondzorgprofessionals die zich gecommitteerd hebben aan het bijdragen aan een Compassie
Netwerk. In de gemeente Haarlem werden via dit netwerk 140 mensen geholpen in 2024.
De inzet van de Mondzorgkaravaan en Compassie Netwerken biedt een deel van de inwoners
een directe en kosteloze oplossing voor hun mondzorgproblemen en biedt hulp bij het
begeleiden naar reguliere mondzorg. Tegelijkertijd blijkt dat het lastig is om, mede
vanwege capaciteitsuitdagingen, tandartsen te vinden die op grotere schaal gratis
behandelingen willen geven. Dokters van de Wereld geeft aan dat de informele mondzorgnetwerken
maar een klein deel van de doelgroep kunnen bereiken en dat de inzet op uitbreiding
van deze netwerken daarmee geen volledige oplossing biedt. Een leerpunt uit de pilots
is ten slotte dat sterker ingezet kan worden op het doorgeleiden van patiënten vanuit
deze informele mondzorgwerken naar reguliere zorg, bijvoorbeeld via bestaande gemeentelijke
regelingen.
Doelgroepgerichte voorlichting
In eerder onderzoek is gesteld dat de voorlichting over mondgezondheid, mondzorg en
de mogelijkheden voor financiële ondersteuning voor bepaalde groepen in een kwetsbare
situatie nog verdere verbetering vraagt. Veel mensen hebben moeite met navigeren in
het grote scala aan mogelijke (gemeentelijke) regelingen en het zorgstelsel, of ontbreekt
het aan voldoende gezondheidsvaardigheden. Ook kunnen culturele aspecten samenhangen
met mijding van mondzorg, zo zijn er bijvoorbeeld doelgroepen die de tandarts pas
in een laat stadium bezoeken als er sprake is van serieuze pijnklachten. In de gemeentepilots
is door een communicatiedeskundige in opdracht van het Ministerie van VWS onderzoek
gedaan naar de verbetermogelijkheden voor zowel gemeenten en het Rijk om met doelgroepgerichte
voorlichting kwetsbare inwoners beter te bereiken. Er is onderzocht hoe de informatievoorziening
aan inwoners en hulpverleners rondom mondzorg momenteel georganiseerd is en wat de
verbeterpunten hierin zijn.
Uit dit communicatie-onderzoek blijkt dat het bevorderen van een goede mondgezondheid
een actief samenspel vraagt tussen Rijksoverheid, gemeenten, zorgverzekeraars en mondzorgprofessionals.
Gemeenten kunnen vanuit hun bredere verantwoordelijkheid voor preventie, gezondheidsbevordering,
Jeugdgezondheidszorg en ouderengezondheidszorg een belangrijke ondersteunende rol
spelen in het terugdringen van mondzorgmijding om financiële redenen. Het mijden van
mondzorg om financiële redenen gaat namelijk vaak samen met andere problematiek. Hulpverleners
hebben – wanneer er sprake van gezondheidsproblematiek is – vaak ook te maken met
mondgezondheidsproblemen bij hun cliënten. In de leidraad voor gemeenten staan dan
ook verschillende aanbevelingen om de voorlichting te verbeteren. De aanbevelingen
zijn divers van aard en gaan bijvoorbeeld over de wijze van communiceren en over de
momenten waarop gecommuniceerd kan worden. Eén van de aanbevelingen is het organiseren
van laagdrempelige ontmoetingen tussen de doelgroep en mondzorgverleners op vertrouwde
locaties. Er liggen daarnaast veel kansen in het persoonlijke contact met kwetsbare
inwoners, door bijvoorbeeld buurtteammedewerkers en schuldhulpverleners. Dit vraagt
om het bevorderen van basiskennis bij en het ondersteunen van deze hulpverleners op
het gebied van mondzorg.
Adviezen aan VWS
De adviezen over communicatie voor VWS zijn vergelijkbaar met de adviezen aan gemeenten.
Daarnaast wordt geadviseerd om als Rijksoverheid meer zichtbaar te zijn op dit thema
en mondzorg in communicatie-uitingen van het Rijk op te nemen. Door het belang van
een goede mondgezondheid structurele aandacht te geven, kan worden benadrukt dat mondzorgproblemen
niet alleen gaan over tanden en kiezen, maar ook over de impact van mondziekten op
bredere gezondheidsaspecten en sociale factoren. Er liggen specifiek kansen in het
versterken van scholing en kennis op het mondzorgthema bij welzijnsmedewerkers, zoals
buurtteams. De verwachting is dat het versterken van deze kennis impact zal hebben,
omdat persoonlijk contact door een vertrouwde hulpverlener meerwaarde heeft in het
bereiken van de doelgroep ten opzichte van generieke communicatie.
In de adviesnotitie van BS&F zijn ten slotte diverse adviezen opgenomen gericht op
lokaal en landelijk beleid. Ten aanzien van een landelijke oplossing wordt VWS geadviseerd
om een landelijke regeling voor een mondzorgpakket – dat kan bestaan uit een aanvullend
pakket met daarin enkel dekking voor mondzorg – op te zetten binnen de infrastructuur
van de gemeentepolis. Een dergelijke landelijke regeling zou aanvullende dekking vereisen.
Qua dekking van de te vergoeden zorg zou voor een dergelijke regeling aangesloten
kunnen worden bij de geadviseerde zorg uit de eerder genoemde handreiking van de Mondzorgalliantie.
Ook wordt een mondzorgpakket geadviseerd voor inwoners die geen gebruik kunnen maken
van de gemeentepolis. Waarbij de kosten voor de burger laag zouden kunnen blijven
door een te realiseren «sociale premie». Verder wordt – voor de kortere termijn –
geadviseerd om het gebruik van gemeentepolissen te stimuleren en de mondzorgdekking
daarin verder aan te laten sluiten op de eerder genoemde handreiking. Ook wordt geadviseerd
om gemeenten te stimuleren een lokaal vangnet in te richten voor mensen in acute nood
en om tandartsen te stimuleren om sociale tarieven te hanteren. VWS wordt geadviseerd
gemeenten te ondersteunen in het stimuleren van het tandartsbezoek van kinderen en
het verbeteren van de informatievoorziening over mondzorg.
4. Beleidsreactie
Allereerst wil ik mijn waardering uitspreken voor de inzet van de betrokken partijen
gedurende het gehele project en specifiek ook aan de partijen die deelnemen aan de
gemeentepilots. Ik ben hen dankbaar voor de opgeleverde resultaten en de adviezen.
Ik herken dat de huidige lokale initiatieven en gemeentelijke regelingen een grote
bijdrage leveren in het terugdringen van mondzorgmijding om financiële redenen. Zo
biedt 95% van de gemeenten een gemeentepolis aan en hebben diverse gemeenten een maatwerkbudget
of doorbraakfonds opgezet voor mensen in armoede. Ik zie de gemeentepilots ook als
een waardevolle eerste vervolgstap in het van het project «Vermindering mijding van
mondzorg om financiële redenen». De pilots hebben nuttige inzichten opgeleverd voor
gemeenten om op de korte termijn te starten met het verbeteren van de toegang tot
mondzorg voor minima. Een belangrijke meerwaarde van dit traject is dat het heeft
geleid tot een concrete leidraad, die gemeenten – die lokaal de mondzorg willen verbeteren
– voorziet van informatie, handvatten en adviezen hoe hierop verbeterstappen te zetten.
Ik heb begrepen dat BS&F een kennissessie voor gemeenten zal organiseren en de (inzichten
uit) de leidraad onderdeel laat zijn in hun gesprekken met afzonderlijke gemeenten.
Ik wil gemeenten daarnaast vragen om de leidraad binnen hun organisaties verder onder
de aandacht te brengen. Daarmee hoop ik dat de leidraad niet eenmalig, maar op structurele
wijze, onderdeel uit gaat maken van de lokale beleidsvorming en informatievoorziening
over mondzorgmijding om financiële redenen. Ik vind het daarbij belangrijk dat mensen
weten welke mogelijkheden er voor hen zijn. Ik denk daarbij in ieder geval aan het
actiever wijzen op het bestaan van de gemeentepolis en op de dekking voor mondzorg
daarin. Want er zijn ook verzekerden met een gemeentepolis die níet naar de tandarts
gaan terwijl zij daar wel voor verzekerd zijn. Het actief kunnen benaderen van mensen
om hen te wijzen op de mogelijkheden die er zijn past uitstekend binnen de richting
die het Kabinet op wil gaan met het wetsvoorstel pro-actieve dienstverlening.
Zoals ook door mijn ambtsvoorganger aangegeven is het belangrijk om generieke én specifieke
oplossingen te onderzoeken om de toegang tot mondzorg voor minima te verbeteren. Zoals
eerder aangegeven is het Zorginstituut gestart met een adviestraject naar een passende
aanspraak voor mondzorg in het basispakket. Daarnaast is het Ministerie van VWS aan
de slag om, samen met diverse mondzorgpartijen10, gerichte financiële maatregelen specifiek voor minima uit te werken. De uitkomsten
van zowel het adviestraject van het Zorginstituut als de uitwerking va de gerichte
financiële maatregelen, zijn voor een volgend kabinet ter besluitvorming. Het is namelijk
de verwachting is dat de uitgewerkte maatregelen de nodige financiële middelen zullen
vragen. In het najaar wordt uw Kamer over de mogelijkheden voor gerichtere financiële
regelingen voor minima geïnformeerd. In de uitwerking van de gerichtere regelingen
worden de inzichten uit de gemeentepilots en de aanbevelingen van BS&F ten aanzien
van een landelijke mondzorgpakket (dat aansluit bij de infrastructuur van de gemeentepilots)
meegenomen. Ik vind het belangrijk om daarbij ook aandacht te besteden aan specifieke
groepen zoals dak- en thuislozen en (onverzekerde) arbeidsmigranten. Omdat juist bij
deze groepen de kans op mondzorgproblematiek groot is en zij niet vanzelfsprekend
een zorgverzekering hebben.
In de brief die uw Kamer dit najaar ontvangt zal ook worden ingegaan hoe opvolging
gegeven kan worden aan de aanbevelingen rondom doelgroepgerichte voorlichting.
Afdoening motie inzake orthodontie in de aanvullende verzekering
Naar aanleiding van de motie van de leden Dobbe en Bushoff11 over het voorkomen van bezuiniging op de orthodontie in de aanvullende verzekering,
heeft er een gesprek plaatsgevonden met de zorgverzekeraars over het voorkomen van
bezuinigingen op orthodontie in de aanvullende verzekering. Laat ik vooropstellen
dat ik als Minister van VWS geen bevoegdheden heb ten aanzien van de aanvullende zorgverzekeringen.
Dit is zo vastgelegd in (Europese) regelgeving. Het is daarom niet aan mij, maar aan
zorgverzekeraars zelf, om de vergoedingen en prijzen voor de aanvullende verzekering
vast te stellen.
In een gesprek met zorgverzekeraars zijn de bezuinigingen op de orthodontie onder
de aandacht gebracht. Zorgverzekeraars geven aan dat zij voor de aanvullende verzekering
graag een zo aantrekkelijk mogelijk aanbod willen realiseren voor een passende prijs.
Zij zien een trend dat mensen alleen een aanvullende verzekering met dekking voor
orthodontie afnemen als zij vrijwel zeker weten dat zij deze zorg nodig hebben. Zodra
dat niet meer aan de orde is, wordt er weer een verzekering genomen zonder aanvullende
dekking voor orthodontie. Deze tendens van steeds meer kortdurend gebruik van de aanvullende
dekking voor orthodontie, zet de verzekeraar onder druk om ofwel de premie voor deze
aanvullende verzekeringen te verhogen, ofwel de dekking voor orthodontie te beperken.
Zorgverzekeraars kijken daarom kritisch naar de zorg die geboden wordt, juist ook
vanwege de betaalbaarheid, en daarmee ook de toegankelijkheid, van de aanvullende
verzekering.
Ik beschouw hiermee deze motie als afgedaan en merk tot slot op dat minima in veel
gemeenten een gemeentepolis kunnen afsluiten waar mondzorg, waaronder ook orthodontie
voor kinderen, onderdeel van uitmaakt. Het voordeel van een gemeentepolis is dat gemeenten
een premiebijdrage kunnen geven. Ook is een voordeel dat zorgverzekeraars een premiekorting
op de aanvullende verzekering kunnen geven. Voor een deel van de gezinnen is dit wellicht
een uitkomst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Y.J. van Hijum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport