Brief regering : Uitkomst IMO Klimaatonderhandelingen Internationale Zeevaart
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1517
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2025
In april jongstleden heeft het milieucomité (MEPC) van de International Maritime Organization
(IMO) een principeakkoord bereikt over de broeikasgasreductiemaatregelen voor de internationale
zeevaart. Deze brief informeert uw Kamer hierover.
De overeengekomen maatregelen bestaan uit een normering van de broeikasgasinhoud van
de energie die schepen gebruiken (in de vorm van brandstof of andere technologieën
zoals wind en zon) en een beprijzing van de emissies die boven die norm uitkomen.
De norm vereist dat de gemiddelde broeikasgasinhoud van de energie in 2028 17% lager
is dan in 2008, oplopend naar 43% lager in 2035. Schepen kunnen hun broeikasgasinhoud
bijvoorbeeld verlagen door klimaatneutrale brandstoffen bij te mengen of klimaatneutrale
energie (wind en zon) te gebruiken.
Tot 2035 zijn jaarlijkse reductiestappen geformuleerd. Reducties in latere jaren zullen
na een herziening worden vastgelegd.
Schepen die niet aan de norm voldoen, moeten hun teveel aan emissies financieel compenseren.
Daarvoor zijn er twee prijsniveaus: emissies voor de eerste 13 procentpunt boven de
norm (dus tot 4% onder de referentiewaarde in 2028 oplopend naar 30% onder de referentiewaarde
in 2035) worden beprijsd met USD 100 per ton CO2e, en hogere emissies USD 380 per ton CO2e.
De opbrengsten van de beprijzing vloeien naar een IMO fonds, van waaruit het gebruik
van klimaatneutrale brandstoffen door de zeevaart wordt gestimuleerd, en de effecten
van de maatregelen op de meest kwetsbare landen worden verzacht.
De maatregelen moeten per 1 januari 2028 in werking treden en zijn van toepassing
op de internationale scheepvaart van schepen boven de 5000 bruto ton. De maatregelen
worden ingevoerd door aanpassingen aan het MARPOL verdrag bijlage 6.
De overeengekomen maatregelen worden ondersteund door een grote meerderheid van de
landen die vertegenwoordigd waren tijdens MEPC 83, waaronder alle aanwezige EU-lidstaten,
die een gecoördineerde positie innemen. Een groep landen vond de maatregelen niet
ambitieus genoeg en heeft zich daarom onthouden van stemming, terwijl olieproducerende
landen tegen de maatregelen hebben gestemd.
Met deze maatregelen geeft de IMO verdere invulling aan zijn broeikasgasstrategie
uit 2023, waarover uw Kamer eerder is geïnformeerd.1
In oktober 2025 vindt een buitengewone sessie plaats van het MEPC waar het definitieve
besluit genomen moet worden over de formele aanname van de maatregelen. Bij de geplande
reviews van Europese klimaatinstrumenten voor de zeevaart zal de samenhang met de
IMO maatregelen worden meegenomen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat a.i., S.T.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Infrastructuur en Waterstaat