Brief regering : Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie per 1 januari 2026 van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen en een verhoging van de toeslagpercentages
31 322 Kinderopvang
Nr. 558
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Ontvangen ter Griffie op 13 juni 2025.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer
overgelegd tot en met 11 juli 2025.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 12 juli 2025.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2025
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag
in verband met de indexatie per 1 januari 2026 van de toetsingsinkomens en de maximum
uurprijzen en een verhoging van de toeslagpercentages. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit
verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
van artikel 3.4 van de Wet kinderopvang en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit
te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad
van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd. Dat betekent dat de voorhangperiode eindigt op 11 juli 2025, zeven
dagen na de start van het zomerreces van uw Kamer. Het ontwerpbesluit kent een strakke
planning van de voorjaarsbesluitvorming tot inwerkingtreding. Uiterlijk 15 oktober
moet het zijn gepubliceerd, zodat voor januari 2026 de juiste voorschotten kunnen
worden uitgekeerd. Ik doe daarom een beroep op uw Kamer om de voorhangprocedure voor
het zomerreces af te ronden.
Deze werkwijze is in overeenstemming met het uitgangspunt in Aanwijzing 2.38 van de
Aanwijzingen voor de regelgeving, dat drie vierde van de voorhang buiten een recesperiode
moet vallen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid