Brief regering : Voortgang marktonderzoek paramedische zorg (deel 1)
33 578 Eerstelijnszorg
Nr. 161
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2025
In deze brief informeer ik u over de eerste resultaten van het marktonderzoek paramedische
zorg van de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa). Het gaat om een tussentijdse
rapportage naar het functioneren van de markt voor fysiotherapie, met in het bijzonder
aandacht voor de toegankelijkheid van deze zorg nu en in de toekomst. Met deze brief
stuur ik u de tussentijdse rapportage en informeer ik u over het vervolg. Daarnaast
licht ik toe hoe invulling wordt gegeven aan de motie Krul (CDA) waarin de regering
wordt verzocht om voor het Commissiedebat Zorgverzekeringsstelsel in juni 2025 in
overleg met de NZa en de zorgverzekeraars een oplossing te presenteren voor de tarifering
van fysiotherapeuten en daarbij nadrukkelijk de optie van minimumtarieven mee te nemen1.
De afgelopen tijd is er in toenemende mate veel maatschappelijke en politieke aandacht
voor de toekomstbestendigheid van de paramedische zorg, zichtbaar in diverse oproepen
en brieven van onder meer (vertegenwoordigers van) patiënten, zorgprofessionals, zorgaanbieders
en onderwijsinstellingen. De rode draad in deze berichten is dat zorgprofessionals
in de paramedische zorg ervaren dat ze onvoldoende gewaardeerd worden. Dat betreur
ik. Paramedici spelen voor veel patiënten een cruciale rol in de eerstelijnszorg.
Zij ondersteunen kwetsbare mensen in de wijk, ontlasten de huisarts en nemen zorg
over van ziekenhuizen en andere tweedelijns zorginstellingen.
De berichten en signalen waren voor de voormalig Staatssecretaris van Langdurige en
Maatschappelijke Zorg (LMZ) aanleiding om de NZa te vragen marktonderzoek te doen
naar de paramedische zorg, om te analyseren welk risico er is en hoe groot dat risico
is dat de toegankelijkheid en kwaliteit van de paramedische zorg nu en in de toekomst
in het gedrang komt. Ook heeft zij de NZa gevraagd welke gerichte maatregelen genomen
kunnen worden om deze problemen – indien nodig – aan te pakken. De NZa voert dit marktonderzoek
gefaseerd uit, en heeft nu een eerste analyse naar de fysiotherapie gedaan.
Belangrijkste conclusies
Op basis van de op dit moment beschikbare gegevens uit de eerste tussentijdse rapportage
van de NZa trek ik – mede gelet op de demissionaire status van dit kabinet – de volgende
conclusies:
• In het hier en nu is geen direct toegankelijkheidsprobleem zichtbaar in de fysiotherapie,
waardoor voor acuut overheidsingrijpen geen aanleiding is.
• Voor de (middel)lange termijn laat de tussenrapportage een gemengd beeld zien. Zo
is het bijvoorbeeld zorgelijk wanneer een trend van toenemende druk op bedrijfsvoering
zich ongewijzigd doorzet, omdat dit uiteindelijk ten koste kan gaan van de kwaliteit
en toegankelijkheid van fysiotherapie.
• Het is dan ook belangrijk dat de probleemanalyse op basis van input van veldpartijen
verder wordt aangescherpt, en mogelijke oplossingsrichtingen nader worden onderzocht.
De NZa levert in het najaar een definitief rapport op voor de fysiotherapie en start
daarna ook met de analyse naar de andere paramedische sectoren. In lijn met de aangenomen
motie Krul wordt daarin ook de optie van minimumtarieven meegenomen.
Leeswijzer
Eerst zal ik kort de belangrijkste resultaten uit de tussentijdse rapportage samenvatten.
Vervolgens geef ik mijn reactie op de rapportage en licht ik toe hoe het vervolg er
de komende periode uitziet.
Samenvatting uitkomsten tussentijdse rapportage voor fysiotherapie
In december 2024 heeft de voormalig Staatssecretaris LMZ de NZa gevraagd onderzoek
te doen naar het functioneren van de markt voor paramedische zorg, met in het bijzonder
aandacht voor het borgen van de toegankelijkheid nu en in de toekomst. Met de NZa
is afgesproken dat zij dit onderzoek gefaseerd doen. Deze eerste tussentijdse rapportage
van de NZa bevat de resultaten van de probleemanalyse voor fysiotherapie en bevat
zowel een kwantitatieve als kwalitatieve analyse. De komende maanden scherpt de NZa
de resultaten verder aan op basis van input van veldpartijen. Het eindrapport levert
de NZa in het najaar op, waarin ook mogelijke oplossingsrichtingen worden meegenomen.
De tussentijdse rapportage geeft op hoofdlijnen de volgende inzichten:
• Wacht- en reistijden laten geen direct toegankelijkheidsprobleem zien
Wacht- en reistijden voor fysiotherapie lijken op basis van de beschikbare gegevens
relatief kort. Zo is in 2018 en 2024 voor 99% van de inwoners in Nederland binnen
5 minuten (met de auto) bij de dichtstbijzijnde praktijk. Daarnaast laat een steekproef
naar wachttijden bij schouderklachten zien dat patiënten bij 86% van de geselecteerde
praktijken binnen de wettelijke streefnorm van vijf werkdagen terecht kunnen2.
• Beeld toegankelijkheid (middel)lange termijn gemengd
Gegevens in het rapport over ontwikkelingen in het zorgaanbod, in- en uitstroomcijfers
voor de opleiding en voor de sector als geheel laten (nog) geen duidelijk negatieve
trendbreuk zien. Afgezet tegen de verwachtte ontwikkelingen in zorggebruik, zijn er
geen alarmerende toegankelijkheidsrisico’s zichtbaar. Deze prognoses kennen wel hoge
onzekerheidsmarges, bijvoorbeeld omdat deze gebaseerd zijn op daadwerkelijke zorglevering
(in plaats van zorgvraag) en geen gegevens bevatten over bijvoorbeeld zorgmijding
en het onverzekerde domein. Zo blijkt uit de analyse bijvoorbeeld ook dat sprake is
van licht zorgmijdend gedrag bij lagere inkomens, ondanks dat hun werkelijke zorgvraag
mogelijk hoger is. Tot slot valt op dat de beroepsbevolking van fysiotherapeuten verjongt,
in tegenstelling tot de totale beroepsbevolking die vergrijst.
• Lonen blijven op andere zorgsectoren. Tarieven stijgen, maar niet in dezelfde mate
als NZa-indexatie.
De lonen van fysiotherapeuten blijven achter op die van hun collega’s in het ziekenhuis
of de ouderenzorg. De afgesproken vergoedingen (tarieven) in contracten met zorgverzekeraars
zijn de afgelopen jaren gestegen. De zogeheten «plus»-tarieven (een extra beloning
voor bijvoorbeeld kwaliteit) stegen daarbij iets harder dan de basistarieven. Daarbij
valt op dat tarieven niet in dezelfde mate gestegen als de NZa-index in sectoren waar
tariefregulering van toepassing is. Zorgverzekeraars zijn overigens niet verplicht
deze te volgen, en kunnen opslagen of kortingen hanteren vanwege doelmatigheidswinst
of effecten van passende zorg. Zij zijn wel verplicht transparant te zijn welke indexaties
zij hebben gehanteerd in hun contractvoorstel, inclusief een deugdelijke toelichting3.
• Beeld financiële positie fysiotherapiepraktijken gemengd
Hoewel er nog steeds sprake is van stijgende omzet in de sector, valt op dat winstmarges
de afgelopen jaren zijn afgenomen. Een verklaring daarvoor is dat personeelskosten
relatief hard zijn gestegen en een toenemend aantal fysiotherapeuten kiest voor loondienst
in plaats van praktijkhouderschap. De NZa geeft daarbij aan dat voor een goede beoordeling
van de financiële positie van aanbieders meer parameters van belang zijn dan nu is
onderzocht in deze tussentijdse rapportage.
Reactie op de tussentijdse rapportage
Ik stel het op prijs dat de NZa in een relatief kort tijdsbestek deze analyse voor
de fysiotherapie heeft opgeleverd, en zich heeft ingespannen een tussenproduct op
te leveren om uw Kamer tijdig te kunnen informeren.
De uitkomsten van het rapport schetsen dat de situatie vanuit het oogpunt van de zorgplicht
nu geen aanleiding geeft om direct in te grijpen. Fysiotherapeuten zijn op dit moment
dichtbij huis bereikbaar voor patiënten. Tegelijkertijd is het op basis van de huidige
gegevens lastig vast te stellen of dat in de toekomst ook een vanzelfsprekendheid
blijft. De gegevens laten een gemengd beeld zien. Zo is het bijvoorbeeld zorgelijk
als een trend zich voortzet, waarin de lonen van fysiotherapeuten in de eerstelijnszorg
achterblijven op die van hun collega-fysiotherapeuten in het ziekenhuis of de ouderenzorg,
en dat leidt tot een uitstroom van jonge fysiotherapeuten in de eerstelijnszorg. Ook
is het zorgelijk als de druk op gezonde bedrijfsvoering op de (middel)lange termijn
verder toeneemt.
Alles overziend maak ik uit de resultaten op dat er geen aanleiding is tot acuut overheidsingrijpen.
Gezien ook de demissionaire status van dit kabinet is dat op dit moment voor mij een
belangrijke afweging om nu niet in te grijpen en het definitieve rapport van de NZa
af te wachten. Gelet op de toekomst, is tegelijkertijd van belang dat de probleemanalyse
op basis van input van veldpartijen verder wordt aangescherpt, en mogelijke oplossingsrichtingen
worden onderzocht.
Ik ga er vanuit dat de tussentijdse rapportage ook een eerste relevante feitenbasis
vomt voor veldpartijen om voor het contracteerseizoen 2026 afspraken te maken gericht
op een toekomstbestendige fysiotherapie. Uit de tussentijdse rapportage blijkt dat
zowel zorgverzekeraars als veldpartijen de rol van fysiotherapeuten als essentieel
beschouwen in de beweging naar passende zorg en versterking van de eerstelijnszorg.
Ook is het Ministerie van VWS in gesprek met de NZa om te bekijken welke mogelijkheden
er voor de NZa als toezichthouder zijn om marktomstandigheden de komende jaren te
blijven volgen, en wat daarin de rol van veldpartijen zelf is. Een goede basis daarvoor
zal komen te liggen in de openbare jaarverantwoording, waartoe de fysiotherapeuten
sinds 1 januari 2025 verplicht zijn die (deels) aan te leveren.
Vervolg
In het najaar levert de NZa het eindrapport op voor fysiotherapie. Daarin worden de
resultaten op onderdelen aangescherpt op basis van input van veldpartijen, en worden
mogelijke oplossingsrichtingen opgenomen. In lijn met de aangenomen motie Krul wordt
daarin ook de mogelijke optie van minimumtarieven meegenomen.
De NZa start in het najaar met het onderzoek naar de andere paramedische sectoren.
Zij gaat de komende weken in gesprek met de verschillende beroepsgroepen om te bekijken
welke lessen uit het onderzoek naar de fysiotherapie kunnen worden meegenomen om zo
snel en zorgvuldig mogelijk uitvoering te geven aan het onderzoek.
Tot slot
Het is goed dat er een tussentijdse rapportage ligt met een objectieve marktanalyse
van de fysiotherapie die concrete handvatten biedt om te werken naar mogelijke oplossingsrichtingen.
Dat vergt tijd en geduld, maar is van groot belang om te komen tot mogelijk gerichte
oplossingen die recht doen aan de erkenning van fysiotherapie en waarbij tegelijkertijd
een evenwichtige balans bestaat tussen de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid
van zorg. Ik informeer uw Kamer voor het einde van het jaar over het definitieve rapport
als de NZa haar onderzoek voor de fysiotherapie, inclusief mogelijke oplossingsrichtingen,
heeft afgerond.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Y.J. van Hijum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport