Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de oproep ‘Call Aviation to Action’ van verschillende (oud)luchtvaartprofessionals en een reactie op het rapport ‘Klimaatimpact Luchtvaart – getallen in perspectief’ van stichting Stop4deroute
31 936 Luchtvaartbeleid
32 813
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1240
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2025
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft gevraagd om een
schriftelijke reactie op de oproep «Call Aviation to Action» van verschillende (oud)luchtvaartprofessionals
en een schriftelijke reactie op het rapport «Klimaatimpact Luchtvaart – getallen in
perspectief» van stichting Stop4deroute.1 Hierbij voorzie ik de commissie van mijn reactie.
Het Ministerie van IenW heeft kennisgenomen van de oproep van «Call Aviation to Action»,
waarin wordt gevraagd om stevig leiderschap met betrekking tot de groeiambities van
de luchtvaartsector in relatie tot klimaatverandering. Uit de oproep spreekt een diepe
zorg dat zonder adequate actie de luchtvaartindustrie snel in crisis zal verkeren.
Het ministerie heeft daarnaast kennisgenomen van het rapport «Klimaatimpact luchtvaart
– getallen in perspectief» en de aanbevelingen. In het rapport wordt gesteld dat de
bijdrage van de luchtvaart aan de klimaatopwarming niet in verhouding staat tot haar
economische of logistieke betekenis. Hieraan verbindt het rapport de conclusie dat
een vraag- en capaciteitsreductie van de luchtvaart onvermijdelijk is.
«Call Aviation to Action» is in eerste instantie een oproep gericht aan de luchtvaartsector.
In de oproep wordt de zorg geuit dat de rol van technologie in verduurzaming niet
overschat moet worden. Ook Stop4deroute stelt in haar rapport dat technologische oplossingen
en duurzame brandstoffen slechts een beperkte rol kunnen spelen.
Het ministerie herkent de complexiteit en uitdagingen rondom de verduurzaming van
de luchtvaart, die door Stop4deroute en Call Aviation to Action benoemd worden, en
ziet dat de overheid een rol speelt in de oplossing. Het kabinet werkt op nationaal,
Europees en mondiaal niveau aan de energietransitie van de luchtvaart. Dit is nodig
voor onze strategische autonomie, voor toekomstige energiezekerheid en -onafhankelijkheid,
en om de internationale, Europese en nationale verduurzamingsdoelen te halen. Daarnaast
biedt de energietransitie kansen voor het verdienvermogen van het Nederlandse bedrijfsleven.
De Nederlandse overheid spant zich samen met de luchtvaartsector in om de luchtvaart
te verduurzamen. Dat gebeurt met wetgeving, stimulering van innovatie en beprijzing.
Op korte en middellange termijn is de inzet van duurzame luchtvaartbrandstoffen (SAF)
de meest effectieve wijze om te verduurzamen. In 2025 is de Europese bijmengverplichting
(ReFuelEU) in werking getreden. Onder deze verordening moeten oplopende percentages
SAF worden bijgemengd bij kerosine. Dit begint op 2% in 2025, 6% in 2030 en oplopend
tot 70% in 2050.
Om innovatie te stimuleren is in 2022 het Nationaal Groeifondsprogramma «Luchtvaart
in Transitie» gestart. Dit programma richt zich op versnelling van innovaties om de
luchtvaart te verduurzamen (onder andere op het gebied van vliegen op waterstof) en
daarmee bij te dragen aan het verdienvermogen van Nederland. Het Nationaal Groeifonds
draagt € 383 miljoen bij (€ 372 miljoen onvoorwaardelijk en € 11 miljoen voorwaardelijk).
Dit bedrag wordt aangevuld met een gelijksoortig bedrag van de ongeveer 60 meewerkende
partijen uit de Nederlandse luchtvaartsector.
Daarnaast wordt er gewerkt aan de stimulering van de productie en het gebruik van
duurzame brandstoffen. Om nieuwe productietechnologieën voor SAF te ontwikkelen, is
in 2024 € 150 miljoen vanuit het klimaatfonds toegekend en er is een reservering voor
nog € 150 miljoen. Het gaat hierbij om synthetische brandstoffen (e-SAF) en alcohol-to-jet
brandstoffen.
Tot slot zijn er in het kader van het «de vervuiler betaalt» principe maatregelen
ingesteld om de externe kosten van vliegen te beprijzen. Hieronder vallen de nationale
vliegbelasting, die per 1 januari 2027 met een gedifferentieerd tarief naar afstand
wordt ingevoerd, EU-ETS (het emissiehandelssysteem dat in de EU wordt gebruikt om
de uitstoot van broeikasgassen te verminderen) en in internationaal verband CORSIA,
de mondiale regeling van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) om de
CO2-uitstoot van de internationale luchtvaart te verminderen en te compenseren.
Het Ministerie van IenW houdt de voortgang van de verduurzaming van de luchtvaart
in de gaten en staat positief tegenover sectorinitiatieven, zoals Call Aviation to
Action, om de transitie samen vorm te geven. Er wordt momenteel gewerkt aan de monitoring
van de doelen uit het akkoord duurzame luchtvaart. De Kamer wordt hierover in 2026
verder geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
S.T.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Infrastructuur en Waterstaat