Brief regering : Reactie op FNV-publicatie 'Ziek door werken in kankerverwekkende uitstoot van vliegtuigen'
25 883 Arbeidsomstandigheden
29 665
Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 529
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2025
Op 3 juni jl. heeft de FNV aan uw Kamer het manifest «Ziek door werken in kankerverwekkende
uitstoot van vliegtuigen» overhandigd. Uw Kamer heeft mij gevraagd om een reactie
op dit manifest te geven voor het commissiedebat over gezond en veilig werken op 11 juni
aanstaande. Hierbij voldoe ik aan dit verzoek.
In het FNV-manifest staan indringende verhalen van (oud-)werknemers van Schiphol die
aangeven door het werk in vliegtuigmotoruitstoot (hierna: VME) ziek te zijn geworden.
Dit maakt diepe indruk op mij. Ik heb erg veel waardering en respect voor de manier
waarop deze (oud-)werknemers hun verhalen in het openbaar doen en hun zorgen uiten
over de gezondheid van hun (oud-)collega’s.
In deze brief reageer ik op het FNV-manifest. Ik ga in op het fundamentele belang
dat ik hecht aan het recht op een gezonde en veilige werkomgeving en op de acties
die al zijn ondernomen en lopen om dit recht ook voor oud-medewerkers van Schiphol
te beschermen. Deze acties variëren van het doen van onderzoek tot het nemen van concrete
maatregelen op de werkvloer. Daarbij vind ik het van belang om er hier al op te wijzen
dat Schiphol en de bedrijven op Schiphol hier een grote verantwoordelijkheid hebben.
De Arbeidsinspectie speelt een belangrijke rol door toezicht te houden op de wijze
waarop invulling wordt gegeven aan deze verantwoordelijkheid. Verder merk ik op dat
ik in de Kamerbrief van 28 januari 2025 over de arbeidsomstandigheden op Schiphol
al ben ingegaan op het eerdere verzoek van FNV om een dergelijk onderzoek naar VME.1 Waar relevant zal ik in deze brief verwijzen naar deze eerdere brief. Ook heeft de
Minister van Financiën, mede namens mij, over dit onderwerp Kamervragen beantwoord.2
Recht op gezonde en veilige werkomgeving.
Iedereen heeft recht op een gezonde en veilige werkomgeving. De werkgever is hier
op basis van de Arbeidsomstandighedenwet (hierna: Arbowet) primair voor verantwoordelijk.
Als (oud-)werknemers denken dat ze door arbeidsomstandigheden ziek zijn geworden dan
is het belangrijk dat zij hierover met de werkgever in gesprek gaan. De werknemer
die ziek is geworden door het werk kan de werkgever hiervoor aansprakelijk stellen
en zo in aanmerking komen voor een schadevergoeding. Het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:658,
lid 2) regelt dat de werkgever een zorgplicht heeft voor zijn werknemers. Het schadeverhaal
bij beroepsziekten loopt daarmee via het civiele aansprakelijkheidsrecht.
Verzoek tot RIVM-onderzoek en reactie.
De (oud-)werknemers van Schiphol en de FNV roepen in de publicatie op tot een onafhankelijk
onderzoek naar de schadelijkheid van VME. De lopende onderzoeken adresseren volgens
de FNV niet specifiek de vraag hoe groot de kans is dat werknemers kanker ontwikkelen
door blootstelling aan VME. Het aspect van genotoxiciteit, zoals het ontstaan van
DNA-schade, wordt nog niet onderzocht. Het RIVM zou dit onderzoek kunnen coördineren.
De FNV vraagt mij om het RIVM hiervoor opdracht te geven.
In de genoemde Kamerstukken heb ik aangegeven dat ik het belang van onafhankelijk
onderzoek naar de gezondheidseffecten van VME onderschrijf. Diverse onderzoeken zijn
en worden hier ook naar gedaan. Zo heeft het RIVM vastgesteld van meerdere stoffen
uit VME dat deze kankerverwekkend zijn.3
Ik heb de Gezondheidsraad gevraagd om te bepalen of VME als mengsel als kankerverwekkend
moet worden geclassificeerd. En daarmee als mengsel kan worden opgenomen in de SZW-lijst
van kankerverwekkende stoffen en processen. Dit leidt ertoe dat voor VME als mengsel
de verplichtingen uit de Arbowet- en regelgeving voor kankerverwekkende stoffen gaan
gelden. Ook heb ik gevraagd of er een gezondheidskundige grenswaarde voor VME kan
worden afgeleid. Deze trajecten bij de Gezondheidsraad dienen ook als input om op
Europees niveau te komen tot classificatie en een grenswaarde voor VME. Naar verwachting
levert de Gezondheidsraad rond de zomer van 2026 haar adviezen over VME op. Ook loopt
een vergelijkbaar traject bij de Gezondheidsraad ten aanzien van ultrafijnstof, een
belangrijke component van VME. SZW heeft de Gezondheidsraad gevraagd om deze trajecten
met prioriteit te behandelen. Verwachting is dat de Gezondheidsraad in het tweede
kwartaal van 2026 een uitspraak kan doen over een mogelijke grenswaarde voor ultrafijnstof.
Onderzoeken door Schiphol en de werkgevers op Schiphol.
Ook Schiphol en de werkgevers op Schiphol voeren vanuit hun werkgeversverantwoordelijkheid
voor gezond en veilig werken diverse onderzoeken uit naar de gezondheid van hun werknemers
en de relatie met VME. Een onafhankelijk expertpanel, waar het RIVM onder andere deel
van uitmaakt, ziet toe op de ontwerpen en uitvoering van de onderzoeken.
Mogelijkheid tot onderzoek door Lexces.
FNV geeft in hun publicatie aan dat het door hen voorgestelde onderzoek kan bijdragen
aan een exacte normstelling. Het Ministerie van SZW bevordert onderzoek naar de schadelijkheid
van gevaarlijke stoffen met de subsidiëring van een onderzoeksprogramma bij het Lexces
(Landelijke Expertisecentrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten voor een onderzoek
naar de preventie en beoordeling van beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke
stoffen). Het RIVM maakt onderdeel uit van Lexces. Het Lexces maakt onafhankelijk
afwegingen over prioritering en toegevoegde waarde van dit soort onderzoek.
Ik heb de FNV in een bestuurlijk overleg in november 2024 gewezen op de mogelijkheid
om het onderzoeksvoorstel over VME bij het Lexces in te dienen voor hun onderzoeksprogramma
vanaf medio 2025. Bij mijn weten is dit onderzoeksvoorstel nog niet door de FNV gedaan.
Maatregelen om blootstelling te minimaliseren.
Op basis van de Arbowet geldt voor kankerverwekkende stoffen de verplichting voor
de werkgever om de blootstelling te minimaliseren voor zover dat technisch mogelijk
is. Het RIVM heeft van meerdere stoffen uit VME vastgesteld dat deze kankerverwekkend
zijn. Dit betekent dat Schiphol en de werkgevers op Schiphol nu al de blootstelling
aan de kankerverwekkende stoffen in VME moeten minimaliseren, voor zover dat technisch
mogelijk is. De Arbeidsinspectie eist dat maatregelen om de blootstelling aan vliegtuigmotoremissie
(hierna: VME) en dieselmotoremissie (hierna: DME) op Schiphol te minimaliseren zo
snel mogelijk worden genomen. Naar aanleiding van de handhaving hebben Schiphol en
de werkgevers op Schiphol in 2024 een plan van aanpak opgesteld met maatregelen om
blootstelling aan gevaarlijke stoffen te minimaliseren. Dit plan wordt nu en de komende
jaren uitgevoerd.
Concluderend.
Ik hecht grote waarde aan de veiligheid en gezondheid van de werknemers op Schiphol.
Ik ben onder de indruk van de wijze waarop deze verhalen in het FNV-manifest naar
voren komen. Echter, gelet op de onderzoeken die lopen, de maatregelen die nu al worden
genomen en de mogelijkheid die de FNV openstaat om een onderzoeksvoorstel in te dienen
bij Lexces zie ik geen toegevoegde waarde in een aanvullend onderzoek door het RIVM.
Ik wil daarbij benadrukken dat Schiphol en de bedrijven op Schiphol nu al een wettelijke
verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden van hun werknemers hebben.
Zij dienen maatregelen te nemen om hun werknemers zo veel als mogelijk te beschermen
in het werk. Op veel fronten werkt Schiphol daar op dit moment aan. Ik ga er vanuit
dat Schiphol en de bedrijven op Schiphol zich de komende jaren zullen blijven inzetten
op goede arbeidsomstandigheden voor hun werknemers.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid