Brief regering : Q-koorts vastgesteld bij bosrendieren in GaiaZOO
29 683 Dierziektebeleid
Nr. 310
BRIEF VAN DE MVWS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2025
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur (LVVN), over een besmetting met Q-koorts bij bosrendieren in een dierentuin
in Kerkrade, GaiaZOO. Deze brief gaat in op deze casus, op het risico voor de volksgezondheid
en de maatregelen die zijn en worden getroffen door GaiaZOO met het oog op de gezondheid
voor zowel mensen als dieren.
Q-koorts is een zoönose en wordt veroorzaakt door Coxiella burnetii, een bacterie die algemeen voorkomt in de omgeving. De bacterie kan bij veel diersoorten
voorkomen, en veroorzaakt meestal geen problemen, maar kan in sommige gevallen leiden
tot abortus. Dit is vooral bekend bij schapen en geiten. Bosrendieren zijn in Nederland
nooit eerder gediagnosticeerd met de bacterie. Bij abortus kunnen grotere hoeveelheden
bacteriën in de omgeving terecht komen.
Over de besmetting met Q-koorts bij bosrendieren in GaiaZOO
Op vrijdag 30 mei jl. werd bij de NVWA een verdenking op besmetting met Q-koorts gemeld
vanuit de dierenarts van GaiaZOO. Het betrof een positieve uitslag van monsters genomen
na de abortus van enkele dieren van een koppel van in totaal 13 bosrendieren, een
beschermde diersoort.
De NVWA heeft de GGD Zuid-Limburg geïnformeerd, die op hun beurt contact opgenomen
hebben met het RIVM. De monsters zijn voor bevestiging doorgestuurd aan Wageningen
Bioveterinary Research (WBVR) in Lelystad, het nationaal referentielaboratorium voor
dierziekten. WBVR heeft de positieve uitslag op 3 juni bevestigd.
In overleg met de NVWA en GGD heeft de dierentuin meteen op 30 mei maatregelen genomen
met het oog op besmetting van andere dieren en blootstelling van personeel en bezoekers.
Het gaat hierbij om maatregelen zoals het afschermen van de bosrendieren en het gebruik
van persoonlijke beschermingsmiddelen door de dierverzorgers.
Risico voor de volksgezondheid en maatregelen
De casus is door het RIVM met deskundigen besproken. Het risico voor de volksgezondheid
is door hen als beperkt beoordeeld, omdat het om een klein aantal dieren gaat dat
een abortus heeft gehad. Het betreft echter wel een locatie met publieksfunctie en
het is niet uit te sluiten dat personeel of bezoekers van de dierentuin in contact
zijn gekomen met Q-koorts bacteriën.
De dierentuin heeft dan ook, in afstemming met de GGD, besloten om op 3 juni een persbericht
uit te doen om het publiek van de situatie op de hoogte te stellen. Het RIVM heeft
een bericht op haar website geplaatst met meer informatie, waarin zij mensen oproepen
die vanaf april op specifieke dagen in de dierentuin zijn geweest om, als zij klachten
krijgen, bij de huisarts te melden dat ze mogelijk blootgesteld zijn aan Q-koorts
zodat zij daarop getest kunnen worden.
Omdat de dieren tot 50 meter zijn afgesloten van publiek is de inschatting van GGD
en RIVM dat sluiting van de dierentuin niet nodig is. De GGD heeft ook de burgemeester,
die op grond van de wet publieke gezondheid het bevoegd gezag is, hierover geïnformeerd.
RIVM heeft melding gedaan bij ECDC van deze ongebruikelijke uitbraak. Het signaal
wordt via de gebruikelijke kanalen gedeeld met medische en veterinaire professionals.
Q-koorts was tot vandaag een aangewezen dierziekte bij diverse herkauwers, zoals schapen,
geiten en runderen, maar niet bij hertachtigen, waar het bosrendier toe behoort. De
Minister van LVVN had daarom geen grondslag om, indien nodig, maatregelen te treffen
bij deze diersoort en ook gold er geen meldingsplicht voor een houder of dierenarts
indien er sprake is van een besmetting bij een hertachtige of vermoeden daarvan. Deze
casus laat echter zien dat ook hertachtigen besmet kunnen worden met Coxiella burnetii en er risico’s voor de volksgezondheid kunnen ontstaan. De Minister van LVVN heeft
daarom Q-koorts inmiddels aangewezen als besmettelijke dierziekte bij hert- en kameelachtigen.
De regeling hiervoor is vandaag vastgesteld en gepubliceerd. Hierdoor moeten houders
van deze diersoorten of dierenartsen (vermoedens van) een besmetting met Q-koorts
nu melden bij de NVWA, zoals dat al langer al het geval is bij schapen, geiten en
runderen. Ook is hiermee de bevoegdheid ontstaan om, indien noodzakelijk, maatregelen
te treffen ten aanzien van hert- en kameelachtigen, in het belang van de bescherming
van de volksgezondheid.
De situatie is woensdag 4 juni nader in kaart gebracht in GaiaZOO tijdens een bezoek
van deskundigen van de NVWA, de Gezondheidsdienst voor Dieren en de GGD. Op basis
van dit bezoek en de adviezen van de deskundigen heeft de dierentuin besloten om verder
risico te minimaliseren en het laatste drachtige bosrendier te euthanaseren. De overige
bosrendieren worden gevaccineerd en blijven tot en met 31 augustus afgeschermd van
het publiek. Ook worden uit voorzorg de medewerkers getest (ongeveer 25) die risico
hebben gelopen, maar geen klachten hebben. Uitslagen daarvan worden volgende week
verwacht.
Afsluitend
Het is begrijpelijk dat mensen zich zorgen maken over de besmetting bij de bosrendieren
in GaiaZOO. Bovendien worden door deze besmetting Q-koortspatiënten opnieuw herinnerd
aan de uitbraak van anderhalf decennium geleden, waar velen nog tot de dag van vandaag
last van ondervinden.
Ik heb mij ervan vergewist dat alle betrokken instanties hebben gedaan en doen wat
zij kunnen om het risico voor mens en dier zoveel mogelijk te beperken. Bij relevante
ontwikkelingen zal ik uw Kamer informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Y.J. van Hijum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport