Brief regering : Veteranennota 2024-2025
30 139 Veteranenzorg
Nr. 283
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2025
Met genoegen bied ik u de Veteranennota 2024–2025 aan. De Veteranennota is het jaarlijkse
verantwoordingsdocument waarin we terugblikken op de uitvoering van het veteranenbeleid
door Defensie en partners. Daarnaast stel ik u met deze brief op de hoogte van de
stand van zaken van de moties en toezeggingen op het gebied van veteranen. Voordat
ik dit doe schets ik graag eerst nog het belang van de Veteranenwet en het bijbehorende
beleid.
De Veteranenwet en het Veteranenbesluit vormen de juridische basis van het veteranenbeleid.
In de Veteranenwet is ook de bijzondere positie van de veteraan en de relatie verankerd
en zijn erkenning, waardering, zorg en onderzoek vaste waarden. In 2024 bestond de
Veteranenwet 10 jaar. Hierbij werd stilgestaan tijdens een symposium dat werd georganiseerd
door de Veteranenombudsman; een mooi moment om stil te staan bij de wet, het beleid
en de uitvoering ervan.
U ontvangt deze nota op een bijzonder moment. Dit jaar vieren we 80 jaar bevrijding.
Dankzij de moed en offers van toen, zijn generaties opgegroeid in vrijheid. Helaas
staat deze vrijheid momenteel onder druk. Het koesteren en beschermen ervan is een
taak waar wij in Nederland samen met onze bondgenoten voor staan.
Het koesteren en beschermen van vrede en vrijheid gaat hand in hand met de erkenning
en waardering voor onze veteranen. Daar geven we als samenleving met elkaar vorm aan.
Nederland telt ruim 100.000 veteranen, waarvan ongeveer 25.000 op dit moment werkzaam
zijn binnen Defensie. Zij dienden onder oorlogsomstandigheden of namen deel aan missies
ter handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. Daarvoor verdienen
zij – en hun relaties die tijdens en na de uitzending een belangrijke steun zijn –
erkenning en waardering en indien nodig passende ondersteuning en zorg. De passende
ondersteuning en zorg wordt ook geboden aan militaire oorlogs- en dienstslachtoffers,
zoals benoemd in de Veteranenwet.
Erkenning, waardering en de zorg voor onze veteranen is een voortdurende missie. Dit
geldt voor Defensie als werkgever, maar ook voor de samenleving en de lokale overheid.
Dit start al op het moment dat een aspirant-militair zich meldt bij Defensie en begint
met de opleiding. Gedurende de loopbaan van de militair zijn er vele momenten waarop
Defensie de rol als werkgever goed moet invullen, zodat een militair bij inzet goed
getraind, opgeleid en voorbereid is en zich hierbij ook erkend en gewaardeerd voelt.
Dit geldt eveneens voor de relaties van de veteraan. Zij worden uitgenodigd om deel
uit te maken van dit proces, zodat zij weten wat hen te wachten staat en hoe ze hierbij
ondersteund kunnen worden. Ook bij uitdiensttreding van de militair ondersteunt Defensie,
zodat de overgang van de militair naar de burgermaatschappij zo soepel mogelijk verloopt.
Hierover leest u meer in de Veteranennota.
Moties
Dutchbat-veteranen
Terugkeerreizen worden sinds 2022 speciaal georganiseerd voor de veteranen van Dutchbat
III en hun relaties. Dit zijn de veteranen die onderdeel uitmaakten van de missie
in Bosnië en Herzegovina ten tijde van de val van Srebrenica in juli 1995. Met de
motie van de leden Nordkamp en Boswijk is verzocht te onderzoeken hoe het project
terugkeerreizen verbreed kan worden, zowel voor wat betreft het uitzendgebied als
de toegankelijkheid (Kamerstuk 30 139, nr. 277, d.d. 24 juni 2024).
Zoals ook eerder is geconstateerd, was de missie van Dutchbat III uitzonderlijk en
onvergelijkbaar met andere missies. Dit vanwege de onmogelijke situatie waarin Dutchbat
III is gebracht, de dramatische afloop van de missie en het gebrek aan erkenning en
waardering door Defensie en de samenleving bij terugkeer in Nederland. De begeleidingscommissie
van het onderzoek «Focus op Dutchbat III» (een onderzoek uitgevoerd door ARQ nationaal
psychotraumacentrum naar de zorgbehoeften van Dutchbat III) heeft vastgesteld dat
juist deze zware en moeilijke omstandigheden waar Dutchbat III mee te maken heeft
gehad, hebben geleid tot een specifieke behoefte aan erkenning, waardering en zorg.
De door de begeleidingscommissie geadviseerde terugkeerreizen van Dutchbat III-veteranen
en hun relaties sluiten bij deze behoefte aan. Deze dragen bij aan het geven van betekenis
aan eerdere ervaringen en verwerking van het verleden.
Met zowel de uitvoerders van de terugkeerreis (het Nederlands Veteraneninstituut)
als psychologen en wetenschappelijk onderzoekers is overleg gevoerd over verbreding
en daarmee het aanbieden van terugkeerreizen aan veteranen van andere missies. Geconcludeerd
is dat uitbreiding van terugkeerreizen voor andere doelgroepen op dit moment geen
vanzelfsprekendheid is, vanwege de eerder benoemde unieke omstandigheden die Dutchbat
III heeft meegemaakt. Bovendien zorgt de huidige veiligheidssituatie in voormalig
missiegebieden ervoor dat een terugkeerreis vaak niet verantwoord is. Mogelijk dat
in de toekomst onderzoek naar de zorgbehoeften van andere veteranengroepen aanleiding
geeft om terugkeerreizen naar andere gebieden te organiseren. Uiteraard wordt doorlopend
bezien op welke manier veteranen het beste ondersteund kunnen worden, waarbij zo veel
mogelijk maatwerk wordt toegepast. Hiermee beschouw ik de motie als opgevolgd.
Graag wil ik opmerken dat ik het zeer bijzonder en belangrijk vind dat de vaste commissie
voor Defensie in navolging van de motie van voormalig Kamerlid Belhaj (Kamerstuk 26 122, nr. 51, d.d. 23 juni 2021) onlangs is afgereisd naar Srebrenica. Ik heb vernomen dat dit
een bijzondere reis is geweest en weet zeker dat deze reis bijdraagt aan de onderlinge
banden en het begrip tussen de politiek, de Bosnische gemeenschap en de Dutchbat III
veteranen.
Herdenkingsmonument
Een andere motie die raakt aan de tragedie in Srebrenica, is de motie van de voormalig
Kamerleden Kuzu en Belhaj met het verzoek aan de regering, waar mogelijk binnen haar
bevoegdheid belemmering weg te nemen en de gemeenten Rotterdam en Den Haag aan te
moedigen om het nationaal Srebrenicaherdenkingsmonument spoedig te bewerkstelligen
(Kamerstuk 26 122, nr. 54, 23 juni 2021).
In de afgelopen periode heeft overleg plaatsgevonden tussen alle betrokken partners,
waaronder de gemeente en de Stichting Herdenkingsmonument Srebrenica. Dit heeft ertoe
geleid dat er rond de Srebrenica Herdenking op 11 juli aanstaande een locatie bekend
zal worden gemaakt waar het monument kan worden ontwikkeld. Ik ben verheugd dat deze
stap is gezet en ga ervan uit dat hiermee de motie is opgevolgd.
Veteranen in detentie
De Motie van de leden Boswijk en Valstar over veteranen in detentie die specifieke
veteranenzorg nodig hebben, strekt ertoe hen niet slechts bij uitzondering in aanmerking
te laten komen voor plaatsing in het Militair Penitentiair Centrum (MPC) (Kamerstuk
30 139, nr. 265, d.d. 19 juni 2023).
Het plaatsen van gedetineerde veteranen in het MPC Stroe kan een meerwaarde hebben
in vergelijking met plaatsing in een reguliere Penitentiaire Inrichting, omdat veteranen
zich dan in een voor hen vertrouwde omgeving kunnen bevinden en betere toegang kunnen
krijgen tot context-specifieke (veteranen)zorg. Het convenant «huisvesting niet-militaire
gedetineerden in Militair Penitentiair Centrum te Stroe» biedt momenteel slechts een
uitzonderingsclausule, waarmee gedetineerde veteranen die niet meer werkzaam zijn
bij Defensie op eigen verzoek in het MPC Stroe geplaatst kunnen worden. Momenteel
worden de mogelijkheden en criteria voor het structureel plaatsen van veteranen uit
dienst onderzocht en uitgewerkt. Doel hiervan is om het juridisch en organisatorisch
mogelijk te maken dat veteranen, indien zij kampen met uitzendgerelateerde psychische
problemen, in het MPC Stroe kunnen worden gedetineerd. De huidige inrichting van het
MPC Stroe en de faciliteiten die worden aangeboden zijn gericht op de doelgroep militairen
in werkelijke dienst. Deze dienen te worden aangepast zodat ze aansluiten bij de nieuwe
doelgroep. Zorgvuldigheid is hierbij van belang en dat kost tijd, maar er worden in
samenwerking met het Ministerie van JenV wel stappen gezet. Zo zijn de gesprekken
met twee civiele aanbieders van externe geneeskundige zorg in de afrondende fase.
Het vraagstuk heeft mijn aandacht en ik informeer u nader zodra ik nieuwe vorderingen
kan melden.
Crisishulp voor veteranen in acute nood
Motie van de leden Boswijk en Valstar over 24/7 toegang tot gespecialiseerde crisishulp
voor veteranen in acute nood (Kamerstuk 30 139, nr. 266, d.d. 19 juni 2023)
Veteranen in acute nood maken net als ieder ander gebruik van de reguliere voorzieningen
die gelden in noodsituaties. Bij een psychische crisis dient het noodnummer te worden
gebeld, of de huisarts die zo nodig de crisisdienst van de geestelijke gezondheidszorg
(GGZ) inschakelt. Veteranen met uitzendgerelateerde psychische klachten die in behandeling
zijn binnen het Landelijk Zorgsysteem Veteranen (LZV) kunnen desgewenst worden opgenomen
in de speciale Veteranen Intensieve Behandel Unit (VIBU). De VIBU is onderdeel van
een deelnemende LZV-instelling. Als de politie bij een crisismelding betrokken is
en het blijkt om een veteraan te gaan, wordt contact gelegd met het Nederlands Veteraneninstituut
(NLVi). Bij de politie zijn politieagenten werkzaam met specifieke veteranenkennis,
die zelf ook veteraan zijn. Zij zijn de vraagbaak voor de politiecollega’s en het
Veteranenloket. Hoewel het kan voorkomen dat er situaties zijn die niet meteen goed
gaan, ben ik wel van mening dat de crisishulp voor veteranen hiermee goed en zorgvuldig
is vormgegeven. Hiermee ga ik ervan uit dat ik u voldoende heb geïnformeerd en de
motie is opgevolgd.
Toezeggingen
Aan het lid Erkens heb ik de toezegging gedaan om bestaande initiatieven met betrekking
tot het waarderen van veteranen in kaart te brengen en te onderzoeken welke verdere
stappen en uitbreiding mogelijk zijn (TZ202406–044, d.d. 24 juni 2024).
In mijn brief aan uw Kamer getiteld «Ontwikkelingen t.a.v. het veteranenbeleid» (Kamerstuk
30 139, nr. 279 d.d. 6 november 2024) is aangegeven dat de jaarlijkse Veteranennota uitgebreid aandacht
besteedt aan de activiteiten die worden verricht op het gebied van erkenning en waardering
voor veteranen en hun relaties. Hierbij is vermeld dat een verdere inventarisatie
van het huidige aanbod zou worden uitgevoerd, waarna in samenwerking met het NLVi
en het nationaal Veteranen Platform wordt vastgesteld of het aanbod volstaat, of dat
uitbreiding wenselijk is. In de voorliggende Veteranennota zijn de activiteiten gericht
op erkenning en waardering beschreven, bijvoorbeeld in het jaaroverzicht en in hoofdstuk
3, waarin de inspanningen en activiteiten worden beschreven. Daarnaast bevat bijlage
1 een matrix, waarin per doelgroep de activiteiten op het gebied van erkenning, waardering
en zorg, zowel voorafgaand als tijdens en na de inzet worden beschreven. Met de samenwerkingspartners
wordt doorlopend beschouwd of uitbreiding van initiatieven op het gebied van erkenning
en waardering mogelijk en wenselijk is. Daarbij draagt ook het doen van onderzoek
naar veteranen bij aan inzichten, beeldvorming en nieuwe activiteiten. Daarmee beschouw
ik de toezegging als afgedaan.
De zoektocht naar wat nodig is voor erkenning en waardering stopt nooit. Zo brengt
Defensie in kaart hoe voor de veteraan – en de militair – erkenning en waardering
verder kan worden genormaliseerd. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan het vaker benoemen
van veteranen in toespraken van leden van het kabinet, zodat ook op andere momenten
aandacht is voor veteranen. In sommige andere landen is dit al meer gebruikelijk.
Erkenning en waardering van veteranen zit immers juist ook in kleine dingen. In dat
kader heb ik in aanloop naar deze Veteranendag tijdens de ministerraad het belang
van erkenning en waardering van veteranen benadrukt en meer specifiek het belang van
de Nederlandse Veteranendag. Hierbij heb ik mijn ambtsgenoten verzocht de veteranen
werkzaam binnen de andere departementen zo veel mogelijk in de gelegenheid te stellen
om deel te nemen aan de Veteranendag.
De komende periode zal Defensie in nauwe samenwerking met andere partijen het veteranenbeleid
verder ontwikkelen. Daarbij zal meer aandacht worden gegeven aan erkenning en waardering
van ingezette militairen, veteranen en hun relaties; door Defensie, maar ook vanuit
de samenleving. Naast aandacht voor erkenning en waardering blijft goede professionele
zorg en ondersteuning onverminderd van belang.
Veteranen verdienen erkenning en waardering van ons allemaal voor wat zij hebben gedaan
voor ons land. Ik nodig u daarom ook allen van harte uit om deze erkenning en waardering
te uiten door aanwezig te zijn bij de Veteranendag op 28 juni.
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.