Brief regering : Brief houdende intrekking van het wetsvoorstel
36 680 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026
Nr. 6
BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2025
Aanleiding
Bij koninklijke boodschap van 15 januari 2025 is het voorstel van wet tot wijziging
van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs
over het berekeningsjaar 2026 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden.1 Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag
in 2026 eenmalig niet te indexeren.
Doelstelling van het wetsvoorstel
Het kabinet had in het Regeerprogramma afgesproken om de maximum uurprijzen in 2026
niet te indexeren, met oog op houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Met de maatregel
werd een besparing beoogd van € 254 miljoen euro. Het kabinet achtte de maatregel
aanvaardbaar, omdat in het recente verleden grote (extra) intensiveringen in de kinderopvangtoeslag
zijn gedaan. Zo zijn de maximum uurprijzen in 2024 met € 508 miljoen verhoogd, bovenop
de reguliere indexering voor dat jaar.
Op dit moment bestaat er geen wettelijke grondslag in de Wet kinderopvang (Wko) om
in zijn geheel af te zien van indexatie van de maximum uurprijzen. Artikel 1.9, eerste
lid, van de Wko verplicht tot een jaarlijkse indexatie. Het doel van de voorliggende
wetswijziging was om niet-indexeren voor het jaar 2026 mogelijk te maken in de Wko.
Indexatie maximum uurprijzen 2026
In de Voorjaarsnota heeft het kabinet ervoor gekozen om de maximum uurprijzen in 2026
conform de reguliere systematiek te indexeren. Ik heb u hierover geïnformeerd in de
beleidsreactie evaluatie indexeringssystematiek kinderopvangtoeslag, die ik u op 23 april
heb gestuurd.2 Door te indexeren blijft de kinderopvangtoeslag in de pas lopen met de kosten die
ouders voor kinderopvang maken. Dat maakt het aantrekkelijker voor ouders om (meer)
te werken.
De maximum uurprijzen in 2026 zullen zoals voorgeschreven in artikel 5 van het Besluit
kinderopvangtoeslag worden geïndexeerd aan de hand van een gemiddelde van de loon-
en prijsontwikkeling in de economie. Het indexeringspercentage voor 2026 bedraagt
4,84%. De maximum uurprijzen voor 2026 komen daarmee uit op € 11,23 in de dagopvang,
€ 9,98 in de buitenschoolse opvang en € 8,49 in de gastouderopvang. De maximum uurprijzen
zullen worden vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag. Een ontwerp van het wijzigingsbesluit
zal in juni worden voorgehangen aan de Eerste en Tweede Kamer.
Conclusie
Aangezien het kabinet heeft besloten om de maximum uurprijzen in 2026 te indexeren,
vervalt de noodzaak van het wetsvoorstel dat niet indexeren in 2026 mogelijk maakt.
Daartoe gemachtigd door de Koning, trek ik het voorstel van wet hierbij in.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.