Brief regering : Mandaatverlening opening onderhandelingen Sustainable Investment Facilitation Agreement tussen de EU en Ivoorkust
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 4073
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2025
Op 6 mei jl. heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) een concept-Raadsbesluit
aangeboden aan de Raad, houdende de machtiging van de Commissie voor het openen van
onderhandelingen met Ivoorkust inzake een Sustainable Investment Facilitation Agreement (SIFA), onder gelijktijdige voorlegging van de onderhandelingsrichtsnoeren.1
De beoogde start van de onderhandelingen voor het EU-Ivoorkust SIFA is voorzien voor
begin juli 2025. Gelet op de met deze spoedige start gepaard gaande snelheid van het
besluitvormingsproces in de Raad en het belang dat het kabinet hecht aan een tijdige
informatievoorziening aan uw Kamer, is ervoor gekozen uw Kamer met deze brief een
appreciatie te doen toekomen van het concept-Raadsbesluit, in plaats van het gebruikelijke
BNC-fiche.
Deze brief is als volgt ingedeeld: eerst zal worden stilgestaan bij de inhoud van
het concept-Raadbesluit met een nadruk op doelstelling, reikwijdte en belangrijkste
beginselen voor een SIFA met Ivoorkust; daarna wordt nader ingegaan op de kabinetsappreciatie
van het voorgestelde onderhandelingsmandaat.
Essentie voorstel
In het voorliggend voorstel wordt de Raad verzocht de Commissie te mandateren om de
onderhandelingen voor de SIFA met Ivoorkust te openen. De toekomstige SIFA heeft tot
doel een wederzijds aantrekkelijker, transparanter en voorspelbaarder investeringsklimaat
te bevorderen, met als oogmerk het stimuleren van duurzame, wederzijds voordelige
investeringen. Door het wegnemen van belemmeringen en het stroomlijnen van procedures
moet het voor bedrijven makkelijker worden om investeringen te doen, met in het bijzonder
aandacht voor het midden- en kleinbedrijf.
De overeenkomst beoogt de instroom, uitbreiding en het behoud van directe buitenlandse
investeringen tussen de EU en Ivoorkust te versterken. Dit zal gebeuren via moderne
en vereenvoudigde regels en procedures, gebaseerd op transparantie, stabiliteit, openheid
en onpartijdigheid. De bepalingen zijn van toepassing op alle economische sectoren
en beslaan de volledige investeringscyclus, van voorbereiding van mogelijke investeringen
tot post-investment.
De overeenkomst zal voortbouwen op de uitkomsten van de onderhandelingen over investeringsfacilitatie
voor ontwikkeling (IFD) binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO).2 Tegelijkertijd wordt rekening gehouden met de specifieke ontwikkelingsuitdagingen
van Ivoorkust. Beide partijen behouden volledige beleidsvrijheid om investeringsactiviteiten
binnen hun grondgebied te reguleren in lijn met nationale beleidsdoelstellingen. De
overeenkomst richt zich uitsluitend op de facilitering van directe buitenlandse investeringen.
Er worden nadrukkelijk geen verplichtingen gecreëerd op het gebied van investeringsbescherming,
geschillenbeslechting tussen investeerders en staten of visumprocedures voor zakelijke
doeleinden. Deze onderwerpen vallen buiten de reikwijdte van dit mandaat.
In het geval van Nederland bevat de bilaterale overeenkomst tussen Nederland en Ivoorkust
inzake economische en technische samenwerking (1965)3 bepalingen over investeringsbescherming. Zaken rond markttoegang zijn geregeld in
het interim Economisch Partnerschapsakkoord (iEPA) met Ivoorkust.4 Dit ontwikkelingsgerichte handelsakkoord biedt Ivoorkust vrijwel volledige tariefvrije
toegang tot de Europese markt, terwijl het land op haar beurt de eigen markt geleidelijk
openstelt. De SIFA zal als een aanvulling gelden op de bestaande handels- en investeringsovereenkomsten
met Ivoorkust.
Tot slot voorziet de overeenkomst in bepalingen ter bevordering van transparantie,
administratieve vereenvoudiging, participatie van belanghebbenden en duurzaamheid.
Dit omvat onder meer versnelde vergunningstrajecten, digitale indiening van documenten,
toegankelijke informatievoorziening en samenwerking op het gebied van milieu, arbeidsnormen
en duurzame waardeketens. Specifieke aandacht gaat uit naar de cacao-industrie, doordat
er zal worden voortgebouwd op het bestaande EU Sustainable Cocoa Initiative (2020).5 Dit initiatief streeft naar een verduurzaming van de cacao sector, o.a. door het
nastreven van een leefbaar inkomen voor cacaoboeren door middel van lokale waardetoevoeging
en is ook onderdeel van de iEPA.6 Daarnaast worden institutionele samenwerking, capaciteitsopbouw en mechanismen voor
geschillenpreventie en -beslechting voorzien om de uitvoering van de overeenkomst
te waarborgen.
Nederlandse positie ten aanzien van het concept-Raadsbesluit
Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet onderschrijft het belang van een actief handelsbeleid, waarin handels-
en investeringsverdragen een centrale rol vervullen. Tegelijkertijd blijft het van
belang om actief te zoeken naar nieuwe mogelijkheden om internationale partnerschappen
uit te breiden en zodoende het concurrentievermogen en de kansen van Nederlandse bedrijven
in het buitenland te versterken. In reeds gepubliceerde initiatieven van de Commissie
zoals de Clean Industrial Deal (CID)7 en het EU-kompas voor concurrentievermogen8 zijn doelstellingen vastgelegd die gericht zijn op het verdiepen en aangaan van nieuwe
strategische samenwerkingen, met het oog op het bevorderen van de Europese welvaart
en het versterken van de internationale slagkracht van het Europese bedrijfsleven.
Het afsluiten van overeenkomsten zoals SIFA’s zijn een belangrijk onderdeel van de
inzet op dit terrein. Uw Kamer is geïnformeerd over de CID en het EU-kompas voor concurrentievermogen
via BNC-fiches op respectievelijk 26 februari9 en 7 maart 2025.10
Het Nederlandse handelsbeleid is primair gericht op het creëren van kansen voor Nederlandse
ondernemers, en draagt daarnaast bij aan de ontwikkeling van een eerlijker en effectiever
mondiaal handels- en investeringssysteem – ook voor ontwikkelingslanden. In dit kader
ziet Nederland toegevoegde waarde in het verduurzamen van investeringsrelaties met
ontwikkelingslanden, omdat dit kan bijdragen aan de bredere economische ontwikkeling
en interne stabiliteit in deze landen. De samenwerking tussen de Nederlandse en de
Afrikaanse private sector is hierbij essentieel. Investeringen vanuit Nederland kunnen
een sleutelrol vervullen als motor voor werkgelegenheid en als bron van economische
groei. Het kabinet zet zich in voor versterking van handelsketens in ontwikkelingslanden,
evenals voor een betere aansluiting tussen ontwikkelingshulp en internationale handel.11 De aandacht voor het EU Sustainable Cocoa Initiative (2020) in de voorgenomen overeenkomst is van belang voor Nederland, aangezien Nederland
de grootste cacao-importeur is binnen de EU12 en circa 20% van de wereldhandel van cacao via Nederland verloopt.13 Ivoorkust en Nederland zijn belangrijke handelspartners op het gebied van cacao,
mede doordat Nederland de meeste cacao importeert uit Ivoorkust.14 De effectieve betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven vraagt om een stabiel
macro-economisch klimaat, goede investeringsvoorwaarden en verdere formalisering van
de economie in partnerlanden. De SIFA kan hierin een ondersteunende rol vervullen.
Beoordeling en inzet ten aanzien van het voorstel
Het kabinet acht het versterken en verduurzamen van de investeringsrelatie met Afrikaanse
landen in het algemeen wenselijk. Door middel van investeringsfacilitering probeert
de EU een transparanter, efficiënter en voorspelbaarder ondernemingsklimaat voor investeerders
te bevorderen. Het doel van investeringsfacilitering is het ontsluiten van investeringsmogelijkheden,
met name gericht op het midden- en kleinbedrijf. Het beschikbaar maken van informatie
die nodig is voor het maken van een investeringsbeslissing en het voorspelbaar maken
van de afgifte van vergunningen en/of goedkeuringsprocedures zullen eraan bijdragen
dat ondernemingen hun dagelijkse activiteiten gemakkelijker kunnen uitvoeren.
De voorgestelde inzet ter verdieping van internationale partnerschappen past binnen
de Nederlandse ambitie om handels- en investeringsrelaties te benutten voor economische
groei, innovatie en verduurzaming. Daarbij acht het kabinet het van belang dat nieuwe
initiatieven bijdragen aan het verbeteren van de toegang tot investeringsmogelijkheden
voor Nederlandse ondernemers, onder gelijktijdige bevordering van duurzame ontwikkeling
en stabiliteit in partnerlanden.
Tevens is een SIFA tussen de EU en Ivoorkust congruent met de overeenkomst inzake
economische en technische samenwerking tussen Nederland en Ivoorkust die sinds 1965
van kracht is.15 Waar deze overeenkomst primair gericht is op het verbeteren van het investeringsklimaat
door middel van investeringsbescherming- zonder de mogelijkheid tot investeerder-staat
arbitrage – bevordert een SIFA het investeringsklimaat door middel van afspraken over
de transparantie en voorspelbaarheid van investeringswetgeving en over verbeterde
goedkeuringsprocessen.
Bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
Als onderdeel van de bevoegdheidstoets beoordeelt het kabinet of de EU handelt binnen
de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten zijn toegekend in de EU-verdragen,
met het oog op het realiseren van de daarin vastgelegde doelstellingen. Het voorstel
is gebaseerd op artikel 207 VWEU. Artikel 207 VWEU geeft de EU de bevoegdheid tot
het vaststellen van maatregelen ter uitvoering van het gemeenschappelijk handelsbeleid.
Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag. Op het terrein van de gemeenschappelijke
handelspolitiek is sprake van een exclusieve bevoegdheid van de EU valt (artikel 3,
lid 1 VWEU). Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid van de Unie
in deze is dan ook positief.
Het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing, gegeven de exclusieve bevoegdheid
van de EU ten aanzien van dit voorstel.
De grondhouding van het kabinet is positief over de proportionaliteit van het voorstel.
De aanbeveling heeft tot doel een wederzijds aantrekkelijker, transparanter en voorspelbaarder
investeringsklimaat te bevorderen, met als oogmerk het stimuleren van duurzame, wederzijds
voordelige investeringen. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling
te bereiken, omdat het sluiten van een SIFA met Ivoorkust ter versterking dient van
de handels- en investeringsrelatie, en aansluit bij de bredere EU-strategie om duurzame
en wederzijds voordelige partnerschappen met Afrikaanse landen te bevorderen. Bovendien
gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat het voorgestelde
mandaat – waaronder het verbeteren van transparantie, rechtszekerheid en toegang tot
investeringsinformatie – bijdraagt aan deze doelstelling. Het kabinet acht het voorstel
daarmee in overeenstemming met het proportionaliteitsbeginsel.
Financiële gevolgen, regeldruk & administratieve lasten, concurrentiekracht en geopolitiek
Er zijn geen financiële implicaties voorzien voor Nederland wanneer een akkoord tussen
de EU en Ivoorkust tot stand zou komen. De richtsnoeren geformuleerd in het concept-Raadsbesluit
voor de SIFA met Ivoorkust voorzien wel in het aanbieden van technische assistentie
bij het implementeren van het akkoord. Indien daar financiële EU-middelen voor nodig
zijn, stelt Nederland zich op het standpunt dat die gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze
moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Ook zijn er geen
extra regeldruk en administratieve lasten voorzien als gevolg van een toekomstig SIFA
met Ivoorkust. Het Europese en Nederlandse investeringsbeleid is al zodanig transparant,
gestroomlijnd en inclusief, dat er geen aanvullende administratieve of regelgevende
lasten worden voorzien als gevolg van een akkoord met Ivoorkust.
Wat betreft de gevolgen voor de concurrentiekracht wordt verwacht dat een toekomstig
SIFA met Ivoorkust – waarin afspraken zijn opgenomen over verbeterde informatievoorziening
aan investeerders en over het vergroten van transparantie en voorspelbaarheid van
nationale investeringsregelgeving – zal bijdragen aan een gunstiger investeringsklimaat
voor het Europese bedrijfsleven. Dit stelt Europese bedrijven beter in staat om effectief
te concurreren met andere internationale spelers die reeds actief zijn in de regio.
Dit sluit aan bij de doelstellingen van het EU-kompas voor concurrentievermogen16, waarin wordt ingezet op het versterken van de strategische positie van Europese
bedrijven op derde markten.
Wat de geopolitieke consequenties betreft, kan een toekomstig SIFA met Ivoorkust bijdragen
aan een strategische verdieping van de handels- en investeringsrelatie tussen de EU
en Ivoorkust, en breder gezien tussen de EU en het Afrikaanse continent. Door het
aangaan van dit akkoord – in het verlengde van de reeds afgesloten SIFA met Angola
en mogelijk toekomstige akkoorden met andere Afrikaanse landen – zendt de EU een krachtig
signaal uit dat zij Afrika beschouwt als een volwaardige economische en geopolitieke
partner. Dit past binnen het bredere streven van de EU om haar strategische autonomie
te versterken en haar positie op het wereldtoneel te consolideren.
Conclusie
Het kabinet is positief over het concept-Raadbesluit voor een onderhandelingsmandaat
voor een SIFA met Ivoorkust en is voornemens hiermee in te stemmen. Uw Kamer zal over
de voortgang van de onderhandelingen worden geïnformeerd via de voortgangsrapportage
handelsakkoorden en voorafgaand aan besluitvorming over een eventueel onderhandelingsresultaat
worden geïnformeerd over het bereikte akkoord en de appreciatie van het kabinet.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp