Brief regering : Voornemen tot verlenging van het Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië betreffende een tijdelijke plaatsing van troepen van het Koninkrijk der Nederlanden in Jordanië, Amman, 2 oktober 2014 (Trb. 2014, 175).
24 493 (R1557) Voornemen tot verlenging van verdragen
CA/ Nr. 102
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
28 mei 2025.
De wens dat dit verdrag aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen
kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste
Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk
op 27 juni 2025.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2025
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9 van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking
verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer
u mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging
van het Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering
van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië betreffende een tijdelijke plaatsing van
troepen van het Koninkrijk der Nederlanden in Jordanië, Amman, 2 oktober 2014 (Trb. 2014, 175).
Het verdrag met een initiële looptijd van één jaar tot 2 oktober 2015, is steeds met
een jaar verlengd. Zie Trb. 2015, 167; Trb. 2016, 163; Trb. 2017, 176; Trb. 2018, 172; Trb. 2019, 162; Trb. 2020, 104; Trb. 2021, 130; Trb. 2022, 88 en Trb. 2023, 113.
Op 2 oktober 2025 loopt de tiende verlenging af (Trb. 2024, 122). Het verdrag zal nu voor een elfde keer door middel van een verlengingsprotocol
met een jaar worden verlengd tot 2 oktober 2026.
Er wordt thans met Jordanië onderhandeld over een meerjarig verdrag. Aangezien overeenstemming
nog zal moeten worden bereikt en het enige tijd zal duren voordat dit verdrag in werking
zal treden, is een nieuwe verlenging nodig om de periode tot het einde van de huidige
plaatsing alsmede de periode tot aan de inwerkingtreding van het meerjarige verdrag
te overbruggen. Dit meerjarige verdrag zal uiteraard parlementaire goedkeuring behoeven.
Voor wat het Koninkrijk betreft, geldt het te verlengen verdrag alleen voor het Europese
deel van Nederland. Het verdrag behoefde destijds op grond van artikel 7, onderdeel c,
van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet de goedkeuring van de Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken