Brief regering : Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 20 mei 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3159
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2025
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 mei 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 mei 2025
Op dinsdag 20 mei jl. nam de Minister van Buitenlandse Zaken deel aan de Raad Buitenlandse
Zaken (RBZ) in Brussel. De Raad sprak over de Russische agressie tegen Oekraïne en
de situatie in het Midden-Oosten. Middels dit verslag wordt uw Kamer tevens geïnformeerd
over de EU-VK top, die plaatsvond op 19 mei jl. in Londen.
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad sprak over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne en de urgentie
van de brede EU-steun aan Oekraïne. De Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken
Sybiha sloot fysiek aan voor een deel van de sessie. Ook EU-sanctiegezant O’Sullivan,
Commissaris Kos en EU Intelligence and Situation Centre (INTCEN) directeur Markić waren aanwezig.
De Hoge Vertegenwoordiger (HV) en de Raad constateerden dat de recente Russische gewelddadigheden
en de opstelling in de vredesbesprekingen laten zien dat Rusland niet uit is op een
duurzame vrede. Binnen de Raad bestond brede overeenstemming over de urgentie van
militaire steun aan Oekraïne en het opvoeren van druk op Rusland om de agressieoorlog
te beëindigen. Een grote groep lidstaten, waaronder Nederland, stelde dat de EU zich
daarnaast ook moet voorbereiden op scenario’s waarin er wel een staakt-het-vuren kan
worden bereikt. De Raad sprak in dit kader over de inzet van het brede EU-instrumentarium
ten behoeve van veiligheidsgaranties voor Oekraïne.
De Raad nam het zeventiende sanctiepakket aan, met een focus op de Russische militaire
industrie, de Russische schaduwvloot en entiteiten uit derde landen die de agressieoorlog
faciliteren. Ook werden listings aangenomen onder de sanctieregimes tegen Russische hybride dreigingen en mensenrechtenschendingen.
De HV en een brede groep lidstaten, waaronder Nederland, riepen op de druk op Rusland
verder te verhogen door spoedig een akkoord te bereiken op een (reeds in de maak zijnde)
achttiende sanctiepakket. Nederland bracht in dat de focus hiervan moet liggen op
de Russische energie- en bankensector. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, spraken
zich ook uit voor het onderzoeken van mogelijke aanvullende maatregelen op basis van
de bevroren Russische Centrale Banktegoeden. Andere lidstaten uitten hierbij hun zorgen
over de juridische en financieel-economische risico’s.
Nederland benadrukte daarnaast het belang van voortgang ten aanzien van accountability, waaronder de financiering van het agressietribunaal. Tot slot riep een brede groep
lidstaten ertoe op dat de Raad zo snel mogelijk overgaat tot het openen van cluster
1 in het EU-toetredingsproces van Oekraïne.
Situatie Midden-Oosten
De Raad sprak over de desastreuze humanitaire situatie in de Gazastrook en de noodzaak
de humanitaire hulp zo spoedig mogelijk weer bij de Palestijnse bevolking te krijgen.
Verreweg de meeste lidstaten spraken hun afkeer uit over de catastrofale humanitaire
situatie in Gaza. De HV benadrukte het belang van het opvoeren van de diplomatieke
druk op Israël en gaf aan dat de EU consistent en eensgezind moet blijven met betrekking
tot het Israëlische plan voor de distributie van humanitaire hulp, dat in strijd is
met de humanitaire principes. Aansluitend riep de HV lidstaten op om voortgang te
maken bij de aanname van sancties tegen gewelddadige kolonisten en tegen Hamas.
Nederland pleitte voor een evaluatie van Israëls naleving van artikel 2 van het EU-Israël
Associatieakkoord, in navolging van de Nederlandse brief hierover aan de HV van 6 mei
jl.1 Nederland gaf aan dat de EU hiermee de diplomatieke druk op Israël opvoert om van
koers te veranderen en veel meer humanitaire hulpverlening toe te laten. Er werd door
een grote meerderheid van lidstaten steun uitgesproken voor het Nederlandse voorstel,
vanwege de ernst van de humanitaire situatie in de Gazastrook. Een minderheid van
lidstaten sprak zich uit tegen de evaluatie, waarbij veelal werd beargumenteerd dat
dit de dialoog met Israël zou kunnen bemoeilijken. Enkele lidstaten van deze groep
gaven daarbij aan op dit moment nog geen steun te kunnen verlenen, maar sloten niet
uit dat dit op een later moment wel het geval zou kunnen zijn afhankelijk van de ontwikkelingen
in Gaza. De HV kondigde aan deze evaluatie te zullen starten gezien de brede steun
tot dit verzoek, waarbij het doel is om druk op Israël te blijven uitoefenen om humanitaire
hulp toe te laten in de Gazastrook.
De EU-lidstaten bereikten een politiek akkoord over de opheffing van economische sancties
tegen Syrië. Tegelijkertijd werd besloten sancties in te stellen tegen personen die
betrokken zijn bij sektarisch geweld. Er werd tevens afgesproken dat de opheffing
van de sectorale sancties omkeerbaar is, hetgeen inhoudt dat sancties opnieuw kunnen
worden opgelegd indien de situatie dat vereist. Nederland zal hier scherp op toezien.
De opheffing van de economische sancties is van cruciaal belang voor Syrië, aangezien
het land zo de gelegenheid krijgt zich economisch te ontwikkelen. Dit draagt bij aan
de stabiliteit in Syrië en breder in de regio.
Nederland wees tijdens de Raad op de zorgwekkende berichten over geweld tegen verschillende
gemeenschappen in Syrië en benadrukte daarom het belang van de omkeerbaarheid van
sancties en het instellen van sancties tegen personen die verantwoordelijk zijn voor
mensenrechtenschendingen of het aanwakkeren van instabiliteit. Nederland wees specifiek
op het belang van respect voor alle Syrische gemeenschappen, inclusief christenen,
Koerden, Alawieten, Druzen, Jezidi’s e.d. Met de aankondiging van de Amerikaanse president
Trump over de voorgenomen opheffing van de Amerikaanse sancties, is voldaan aan de
motie Van Baarle.2
Overig
EU-VK top
Op maandag 19 mei jl. vond de eerste EU-VK Top plaats in Londen. Voorzitter van de
Europese Commissie Von der Leyen, voorzitter van de Raad Costa, Hoge Vertegenwoordiger
Kallas en Commissaris Sefcovic werden ontvangen door premier Starmer. EU-lidstaten
waren niet aanwezig. De Top kan worden gezien als de start van een nieuw strategisch
partnerschap tussen twee bondgenoten. De EU en het VK zijn belangrijke partners van
elkaar, zeker in de huidige geopolitieke context. De Gezamenlijke Verklaring3 over Global Issues die op de Top is aangenomen straalt gelijkgezindheid uit op verschillende buitenlandpolitieke
thema’s. Het kabinet verwelkomt de aankondiging van een EU-VK veiligheids- en defensiepartnerschap,
het kabinet heeft zich hiervoor immers ingezet. Dit partnerschap maakt samenwerking
aan Europese veiligheid verder mogelijk. Tevens is het kabinet zeer tevreden over
de behaalde resultaten op het gebied van visserij en energie, twee onderdelen van
de handels- en samenwerkingsovereenkomst die in juni 2026 zouden komen te vervallen.
De Commissie en het VK zijn tevens een common understanding overeengekomen, een raamwerk op basis waarvan vervolgonderhandelingen zullen plaatsvinden.
De Commissie en het VK hebben afgesproken dat de toegang voor Europese vissers tot
Britse wateren tot juni 2038 verlengd zal worden, waarbij de huidige quotaverdeling
gehandhaafd blijft. Het kabinet is verheugd dat de verlenging van de huidige afspraken
met 12 jaar op de lange termijn zekerheid biedt voor Nederlandse vissers. Op het gebied
van energie zullen de huidige afspraken in de handels- en samenwerkingsovereenkomst
worden verlengd tot maart 2027. Beide verlengingen van de afspraken moeten formeel
nog worden geregeld onder de handels- en samenwerkingsovereenkomst. De EU en het VK
zullen verkennen of en onder welke voorwaarden integratie van het VK in de EU elektriciteitsmarkt
mogelijk is, dat hebben de Commissie en het VK afgesproken. In de tussentijd blijven
huidige afspraken gelden. Dit bevordert stabiliteit voor de elektriciteitsmarkt, leveringszekerheid
en zekerheid voor investeerders.
In het common understanding spreken de Commissie en het VK onder andere de intentie uit om een akkoord te bereiken
over het linken van emissiehandelssystemen, een akkoord inzake sanitaire en fytosanitaire
zaken en het toewerken van associatie van het VK bij Erasmus+. Het uitgangspunt dat
het VK op belangrijke thema’s, zoals sanitaire en fytosanitaire (SPS) maatregelen,
meer aansluiting zoekt bij het EU-acquis wordt door het kabinet toegejuicht. Het kabinet
kan het common understanding verwelkomen en zal waar dit van toepassing is de voorstellen voor Raadsbesluiten
over het starten van onderhandelingen op merites beoordelen wanneer deze voorliggen.
Voor wat betreft het voornemen om onderhandelingen over jeugdmobiliteit te starten,
heeft het kabinet in de Raad aangegeven hier kritisch over te zijn. Het kabinet zal
het onderhandelingsproces nauwlettend blijven volgen en daarbij de terughoudende Nederlandse
positie kenbaar blijven maken. Nederland zal een standpunt innemen als het eindresultaat
te zijner tijd wordt voorgelegd aan de Raad.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken