Brief regering : Voorhangbrief verstrekking beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 2026 en verder

Nr. 605
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 27 mei 2025.

Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op 27 juni 2025.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2025

Op 30 januari 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) geoordeeld
dat het verdeelplan, waarin het jaarlijkse maximum aantal opleidingsplaatsen per specialisme
per zorgaanbieder van de (medische) vervolgopleidingen1 staan, niet op de juiste wijze was vastgesteld doordat een juridische grondslag hiervoor
ontbrak.2 Om dit gebrek te herstellen ben ik voornemens om zo snel mogelijk de verdeling van
de opleidingsplaatsen vast te leggen in verdeeloverzichten in een ministeriële regeling.
Hiervoor is een wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) noodzakelijk,
die op dit moment in voorbereiding is.

Voor de jaren 2023, 2024 en 2025 zijn de verdeeloverzichten opgenomen in het Besluit
beschikbaarheidbijdrage WMG. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), die is belast met
de uitvoering van de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen, kon zich
voor deze jaren hierop baseren. Voor 2026 en verder doet zich echter het volgende
probleem voor. De NZa kan zich voor deze jaren bij de verlening van de beschikbaarheidbijdrage voor (medische) vervolgopleidingen nog niet baseren
op het verdeelplan, omdat de benodigde wijzigings-AMvB dan nog niet gepubliceerd is.
Om tijdige uitvoering te kunnen geven aan zowel het verlenen als het vaststellen van
de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen, ben ik voornemens om de
NZa een aanwijzing te geven voor de jaren 2026 en verder waarin staat beschreven op
basis waarvan de NZa de beschikbaarheidbijdrage voor (medische) vervolgopleidingen
kan verstrekken. Via deze brief informeer ik u, conform artikel 8 van de Wmg, over
mijn voornemen om bovengenoemde aanwijzing te sturen aan de NZa op grond van artikel 7
Wmg. Er zal niet eerder worden overgegaan tot het versturen van de aanwijzing dan
30 dagen na verzending van deze brief.

Toelichting

Naar aanleiding van de uitspraak van het CBb wordt een wijziging van de Wmg voorbereid
waarbij een grondslag wordt gecreëerd om het verdeelplan bij ministeriële regeling
vast te stellen. Voor de benodigde wijziging van de Wmg is een traject voorzien met
beoogde inwerkingtreding per 2027. In de tussenliggende periode worden de verdeelplannen
vastgesteld in het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.

Voor het jaar 2026 sluit het gebruikelijke tijdpad dat wordt gevolgd bij het verdelen
van de opleidingsplaatsen niet aan bij het tijdpad voor het opstellen van een wijzigings-AMvB
voor 2026 en verder. De NZa verleent de beschikbaarheidbijdrage voorafgaand aan het
jaar waarin er wordt opgeleid. Dat betekent dat het verdeelplan uiterlijk in de zomer
voorafgaand aan het jaar waarin wordt opgeleid, vastgesteld moet zijn. Het tijdpad
van een wijzigings-AMvB sluit hier niet bij aan omdat een dergelijke wijziging pas
in gang kan worden gezet als TOP Opleidingsplaatsen en Stichting BOLS een toewijzingsvoorstel
hebben aangeleverd. De deadline voor het aanleveren van een toewijzingsvoorstel is
medio juli. Dit betekent dat de NZa zich bij de verlening van de beschikbaarheidbijdrage
voor 2026 en verder nog niet kan baseren op het verdeeloverzicht nu dit nog niet is
opgenomen in de AMvB, maar enkel op de toewijzingsvoorstellen van TOP Opleidingsplaatsen
en Stichting BOLS.

Zakelijke inhoud van de aanwijzing

Om tijdige uitvoering te kunnen geven aan zowel het verlenen als het vaststellen van
de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor 2026 en verder ben ik
voornemens om de NZa een aanwijzing te geven. Voor de verlening van de beschikbaarheidbijdrage dient de NZa de toewijzingsvoorstellen van TOP Opleidingsplaatsen
en Stichting BOLS te hanteren. De vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage zal plaatsvinden op basis van de verdeling die voor
dat betreffende jaar is opgenomen in het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.

Daarnaast zullen er enkele technische punten worden opgenomen in de aanwijzing:

– De NZa beslist zelfstandig over de inzet van een staffel ten behoeve van de (medische)
vervolgopleidingen;

– De NZa beslist zelfstandig over de verhouding loon en prijs waarmee indexatie van
de vergoedingsbedragen plaatsvindt voor (medische) vervolgopleidingen.

Van de vaststelling van de aanwijzing zal ik mededeling doen door plaatsing in de
Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M-F. Agema