Brief regering : Reactie op de motie van het lid Koekkoek over in EU-verband pleiten voor versnelde investeringen in cloudalternatieven (Kamerstuk 26643-1319)
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1338
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 mei 2025
Hierbij zend ik u de reactie op de motie van het lid Koekkoek (Volt) over in EU-verband
pleiten voor versnelde investeringen in Europese cloudalternatieven en digitale infrastructuur
en het in kaart brengen welke aanvullende nationale middelen beschikbaar kunnen worden
gesteld voor het stimuleren van Europese cloudoplossingen (Kamerstuk 26 643, nr. 1319, aangenomen 18 maart 2025). Middels deze brief geef ik invulling aan deze motie.
Cloud is in korte tijd onmisbaar geworden in onze digitale economie en samenleving.
Gebruik ervan biedt organisaties grote voordelen op het vlak van gebruiksgemak en
efficiëntie. Brede adoptie van cloud kent dus economische en maatschappelijke baten.
Tegelijkertijd onderschrijft het kabinet de door mevrouw Koekkoek benoemde problematiek
dat deze brede adoptie ook leidt tot een grote mate van afhankelijkheid van enkele
grote niet-Europese cloudaanbieders, zogeheten hyperscalers. Deze afhankelijkheid
brengt risico’s met zich mee voor onze concurrentiepositie, digitale open strategische
autonomie en weerbaarheid van onze digitale economie.
Op deze problematiek ben ik nader ingegaan in de kabinetsreactie op de initiatiefnota
«Wolken aan de horizon» van de leden Kathmann en Six Dijkstra. Deze brief is aan uw
Kamer toegezonden op 17 januari 2025 en zal in het nota-overleg op 2 juni aanstaande
worden besproken.
Hierbij heb ik, in lijn met de motie van het lid Koekkoek, ook aangegeven dat digitale
open strategische autonomie van belang is voor ons toekomstig verdienvermogen en innovatie.
Het beschikken over eigen capaciteiten is bovendien bevorderlijk voor de weerbaarheid
van onze economie en samenleving. In dat kader onderschrijf ik de oproep om in EU-verband
meer te investeren in Europese cloudalternatieven.
Op dit moment zijn er al kwalitatief hoogwaardige Europese clouddiensten op de markt
beschikbaar, maar aanbieders van deze diensten bieden een minder geïntegreerd dienstenpakket
aan. Dat concludeerde KPMG vorig jaar in haar quick scan onderzoek naar de verschillen in technische, juridische en organisatorische aspecten
van het dienstenaanbod van Nederlandse/Europese cloudaanbieders ten opzichte van de
drie grootste aanbieders van buiten de EU.1 KPMG stelt dat Europese aanbieders door de wijze van dienstverlening niet in dezelfde
mate in staat zijn hun gebruikers te ontzorgen in vergelijking met de hyperscalers.
Investeringen, allereerst vanuit de private sector, kunnen daarom bijdragen aan het
stimuleren van innovatie om het Europese clouddienstenaanbod te verbreden en verdiepen
en om federatieve ecosystemen te ontwikkelen waarin Europese cloudaanbieders hun diensten
geïntegreerd kunnen aanbieden.
Deze boodschap draagt het kabinet op verschillende manieren uit richting haar Europese
partners. Bijvoorbeeld met de ministeriële verklaring van de D9+ bijeenkomst van 27 maart
jl.2 en met het nonpaper dat is opgesteld ten behoeve van het verwachte voorstel voor
een Digital Networks Act.3 Daarnaast biedt ook het Meerjarig Financieel Kader mogelijkheden om, in lijn met
het Draghi-rapport, door investeringen in onze digitale infrastructuur de Europese
concurrentiepositie te verbeteren. Ook op ambtelijk niveau, in discussies over bijvoorbeeld
de aankomende Cloud and AI Development Act dragen we deze boodschap uit.
Er lopen momenten verschillende trajecten om Europese clouddienstverlening te stimuleren.
In een Kamerbrief van 17 januari 20254 bent u geïnformeerd over de voortgang van het Important Project of Common European Interest on Cloud Infrastructure and Services (IPCEI CIS), waarin Europese lidstaten en bedrijven gezamenlijk € 4 miljard investeren
in het creëren van Europese alternatieven. In dezelfde brief werd ook een update gegeven
over de voortgang van het private Gaia-X initiatief, waarin honderden bedrijven en
organisaties samenwerken om een verbeterde marktomgeving te ontwikkelen voor cloud
en data. Vanwege de private aard van het initiatief heeft het kabinet geen directe
financiële betrokkenheid. Wel is EZ vertegenwoordigd in de Governmental Advisory Board
(Gaia-X GovB). De Gaia-X GovB bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie
en deelnemende EU-lidstaten, en adviseert het initiatief gevraagd en ongevraagd. Daarnaast
financiert EZ het Centre of Excellence for Data Sharing and Cloud (CoE-DSC). Het CoE-DSC
ondersteunt Nederlandse bedrijven en organisaties om innovatie mogelijk te maken door
middel van veilige datadeling en cloudomgevingen. Het CoE-DSC functioneert ook als
nationale Gaia-X hub en is het centrale punt voor alle ontwikkelingen en vragen rondom
Gaia-X in Nederland. Daarnaast biedt het Digital Europe Programme investeringsmogelijkheden
in Europese innovaties op het gebied van cloud.5
Nieuwe IPCEI projecten op het gebied van cloud-edge infrastructuur vormen op dit moment
de voornaamste mogelijkheid voor aanvullende nationale middelen om te investeren in
Europese cloudalternatieven. Door budgettaire krapte is het in de besluitvorming rondom
de voorjaarsnota echter niet mogelijk gebleken om voor dergelijke investeringsalternatieven
financiering te vinden. Zonder een investering vanuit de Nederlandse overheid is deelname
van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen aan dergelijke grote investeringsprogramma’s
niet mogelijk.
Dit betekent dat waar tien andere lidstaten onder leiding van Duitsland wel deelnemen
en de ontwikkeling van Europese alternatieven door nationale bedrijven en kennisinstellingen
kunnen stimuleren binnen deze programma’s, Nederland dat niet zal doen. Hoewel er
bij dergelijke investeringstrajecten door de Europese Commissie wordt gewaakt voor
marktverstoring is het wel zo dat Nederlandse spelers nu dus niet in aanmerking komen
ten opzichte van andere Europese aanbieders van clouddiensten die wel fondsen ontvangen
in het kader van de nieuwe IPCEI’s.
Ik blijf mij er, gezien het belang van een goed functionerende Europese markt voor
clouddiensten, voor inzetten dat er meer investeringen loskomen, zodat er concurrentie
en keuzevrijheid ontstaat. Onze blik is daarbij specifiek gericht op het verkennen
van Europese fondsen en initiatieven die mogelijk ruimte bieden voor investeringen
in ons digitale domein, zoals het aankomende nieuwe Meerjarig Financieel Kader van
de Europese Unie. Voor het stimuleren van de cloudmarkt volg ik in dat kader ook met
interesse de verschillende private, publieke en publiek-private initiatieven die recent
zijn opgezet om de Europese cloudmarkt te stimuleren met investeringen, zoals het
EuroStack initiatief en de aankomende Cloud and AI Development Act. Ik blijf de ontwikkeling ervan volgen.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken