Brief regering : Digitaal Vertegenwoordigen
36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 137
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2025
In het Commissiedebat Digitaliserende Overheid van 23 april jl. heb ik uw Kamer toegezegd
om voor eind mei 2025 de Kamer te informeren over de bevoegdheidsverklaringsdienst
(Toezegging 7173) en voor de zomer te informeren over de verdiepingsslag a.d.h.v.
Valize (Toezegging 7174). Middels deze brief kom ik deze toezeggingen na.
Ik start met het onderscheid maken tussen vrijwillig machtigen en wettelijk vertegenwoordigen.
Vervolgens ga ik in op vrijwillig machtigen. Daarna zal ik de focus verleggen naar
wettelijk vertegenwoordigen.
Vrijwillig machtigen en wettelijk vertegenwoordigen
De publieke dienstverlening van de (semi-) overheid digitaliseert. Iedereen in het
bezit van een DigiD kan in principe digitaal zaken doen met de overheid. Ik vind het
belangrijk dat we in Nederland zelf kunnen kiezen hoe we gebruik maken van de dienstverlening
van de overheid: digitaal, op papier, bij een loket of telefonisch. Als je dit niet
kunt, wilt of mag kun je je laten vertegenwoordigen door een ander, zowel digitaal
als op een andere manier. Daarbij is er een onderscheid tussen vrijwillig machtigen
en wettelijk vertegenwoordigen.
Handelingsbekwame burgers kunnen vrijwillig iemand aanwijzen (machtigen) om zich te
laten vertegenwoordigen in de interactie met publieke dienstverleners.
Burgers die (deels) handelingsonbekwaam zijn en niet zelfstandig mogen handelen, zoals
personen die onder bewind of curatele staan of minderjarigen, hebben een door de wet
of door de rechter aangestelde wettelijke vertegenwoordiger (bewindvoerder, curator,
mentor of een persoon met gezag over een minderjarige).
Het is niet toegestaan dat een DigiD door een ander wordt gebruikt. Dit geldt voor
iedereen en de aard van de vertegenwoordigingsrelatie, bloedverwant of niet, is hiervoor
niet relevant. Tegelijkertijd weet ik ook dat de meeste mantelzorgers, met de beste
bedoelingen, digitaal zaken doen met de DigiD van de handelingsonbekwame die zij vertegenwoordigen.
In het verlengde hiervan begrijp ik daarom ook dat als de mogelijkheid om andermans
DigiD te gebruiken morgen abrupt zou stoppen, een groot deel van de vertegenwoordigers
en dus uiteindelijk de hulpbehoevenden een probleem zou ondervinden met het afnemen
van de dienstverlening die zij zo hard nodig hebben. Dit is uiteraard niet gewenst
en vormt een dilemma.
Zoals ik in mijn brief van 4 maart jl.1 heb aangegeven zal ik totdat alle overheidsdienstverleners zijn aangesloten op digitale
voorzieningen voor wettelijk vertegenwoordigen, zoals in de eerdere beantwoording
van Kamervragen (lid Inge van Dijk (CDA) (Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 878) de SGP-leden Bisschop en Van der Staaij (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2939) en GroenLinks-leden Westerveld en Bouchallikh (Aanhangsel Handelingen II 2021/22,
nr. 3348) hierover aangegeven, niets doen dat de hulp aan handelingsonbekwame hulpbehoevenden
die een wettelijk vertegenwoordiger hebben in de weg staat.
Vrijwillig machtigen
Met de voorziening DigiD Machtigen2, die onder regie van BZK ontwikkeld en in gebruik genomen is, kan je iemand anders
machtigen om digitaal zaken te doen namens jezelf bij (semi-) overheidsdienstverleners.
Je kunt bepalen wat de ander voor je mag doen en voor welke periode. Je kunt een persoon
machtigen, maar ook een bedrijf of organisatie (alleen bij de Belastingdienst). Als
je zelf iemand wilt helpen, kun je ook een machtiging aanvragen voor iemand anders.
Je hebt dan wel, toestemming, het burgerservicenummer (BSN) en de geboortedatum nodig
van degene die je gaat helpen. Om de zaken te regelen voor een ander moet je kunnen
inloggen met je eigen DigiD.
Op de voorziening DigiD Machtigen zijn ruim 675 dienstverleners aangesloten, waaronder
veel grote dienstverleners zoals de Belastingdienst, UWV en Sociale Verzekeringsbank.
Ook veel dienstverleners in de zorgsector zijn aangesloten. Dit zijn echter nog lang
niet alle publieke dienstverleners, omdat dienstverleners hiervoor onder andere aanpassingen
in de eigen systemen moeten doen. Ik ben continue met dienstverleners in gesprek om
te stimuleren dat zij aansluiten op DigiD Machtigen en ik ondersteun hen ook daarbij.
Wettelijk vertegenwoordigen
Het digitaal mogelijk maken van wettelijk vertegenwoordigen heeft drie elementen:
1. Het beschikbaar hebben van digitale bronnen waarin wettelijk vertegenwoordigingsrelaties
zijn vastgelegd;
2. ICT voorziening om die bronnen te ontsluiten, de bevoegdheidsverklaringsdienst;
3. en dienstverleners die hun diensten aanbieden aan wettelijk vertegenwoordigers.
Digitale bronnen met wettelijke vertegenwoordigingsrelaties
Voor wettelijk vertegenwoordigen zijn een tweetal digitale bronnen gerealiseerd:
1. Wettelijk vertegenwoordigingsregister (WVR) bij IVO Rechtspraak waarin bewindvoerders, curatoren en mentoren die digitaal met
de Rechtspraak communiceren zijn opgenomen. Tot 2023 waren er geen actuele centrale
digitale bronnen met bewindvoerder, curatoren en mentoren. Sinds 2023 is het WVR beschikbaar
en sinds 2024 zijn hierin ook mentoren opgenomen die digitaal communiceren met de
Rechtspraak.
2. Gezagsmodule (BRP API gezag): Om het gezag over een minderjarige te kunnen vaststellen is de gezagsmodule ontwikkeld
tussen 2018 en 2023. Dit is een set van afleidingsregels waarmee op basis van de informatie
in de BRP het ouderlijk gezag kan worden vastgesteld. Het afleiden van gezag voor
ouders van kinderen is, gezien de vele mogelijk vormen ervan, complex. Deze afleidingsregels
worden daarom continue verbeterd. De dekkingsgraad is momenteel zo’n 90%. In de volgende
gevallen kan het gezag (nog) niet worden bepaald:
− de geboorte-moeder kan niet worden bepaald bij echtparen van gelijk geslacht;
− kind heeft in het buitenland gewoond;
− kind is in het buitenland geboren;
− kind woont niet in Nederland (ingeschreven in de Registratie Niet Ingezetenen (RNI));
Komend kwartaal ga ik aan de slag met het bepalen van gezag voor kinderen die in het
buitenland hebben gewoond of zijn geboren in het buitenland van (met elkaar) getrouwde
ouders.
Dienstverleners die hun diensten aanbieden aan wettelijk vertegenwoordigers
Eén van de elementen om digitale toegang tot overheidsdienstverleners voor wettelijk
vertegenwoordigers mogelijk te maken is dat dienstverleners hun diensten hiervoor
moeten aanpassen en dan kunnen aanbieden.
Momenteel hebben de Belastingdienst en Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) beiden een
rechtstreekse aansluiting op het WVR waarmee zij hun diensten aanbieden aan wettelijk
vertegenwoordigers. Dit is echter geen oplossing voor de overige dienstverleners.
Dit vraagt namelijk, naast de rechtstreekse aansluiting waarop de WVR aangepast moet
worden, het zelf bouwen van een bevoegdheidsverklaringsdienst (BVD) door de dienstverlener.
Dit is niet doelmatig en brengt hoge kosten met zich mee. Ook het beheren van vele
rechtstreekse aansluitingen op WVR vraagt een forse beheerlast voor de Rechtspraak,
wat ongewenst is.
Daarom is om dienstverleners te ontzorgen bij het realiseren van aansluitingen op
authenticatie- en autorisatiediensten, zoals voor wettelijke vertegenwoordiging, het
Stelsel Toegang in ontwikkeling. Via één rechtstreekse koppeling met het authenticatie-
en autorisatielandschap voor de publieke dienstverlening- het Stelsel Toegang- krijgen
de publieke dienstverleners de beschikking over alle onder de Wet Digitale Overheid
(Wdo) toegelaten inlogmiddelen en voorzieningen voor machtigen en vertegenwoordigen.
Verder bieden de gemeenten Rotterdam en Den Haag momenteel via een pilot bewindvoerders
digitaal toegang tot hun dienstverlening en bij het Maastricht Universitair Medisch
Centrum (MUMC+) is het momenteel, ook in een pilot, mogelijk voor ouders van kinderen
tot en met 11 jaar digitale toegang te krijgen.
Daarnaast hebben de Koninklijke Marechaussee (KMar), Politie en Veilig Thuis een directe
koppeling (directe bevraging) naar de Basisregistratie Personen (BRP) via de gezagsmodule.
Hiermee kunnen deze organisaties het gezag vaststellen over een minderjarige. Hiervoor
hebben deze organisaties een eigen functionaliteit in hun systemen gebouwd en een
individuele aansluiting gerealiseerd op de gezagsmodule bij BRP. De juridische grondslag
hiervoor is het Experimentbesluit Dataminimalisatie, voor partijen die al een BRP-autorisatie
hebben op grond waarvan ze gegevens in de BRP kunnen raadplegen. Dit zou een oplossing
kunnen zijn voor een deel van de dienstverleners, mits het gaat om dienstverleners
die al toegang hebben tot de BRP en de aansluiting op de BRP API ook technisch ingericht
kan worden met alle betrokken partijen.
Bevoegdheidsverklaringsdienst
Om de twee digitale bronnen met vertegenwoordigingsrelaties (WVR en BRP) digitaal
te ontsluiten heb ik een bevoegdheidsverklaringdienst (BVD) laten ontwikkelen als
onderdeel van het Stelsel Toegang. Met deze voorziening kunnen dienstverleners inzicht
krijgen of een persoon of organisatie de bevoegdheid heeft om iemand anders wettelijk
te vertegenwoordigen. Hiermee ontzorg ik de dienstverleners zodat zij zelf geen functionaliteit
hoeven te bouwen zoals bij de directe bevraging van de BRP voor ouderlijk gezag en
voor het raadplegen van het WVR bij IVO Rechtspraak. Bovendien kunnen wijzigingen
in de BVD op één centrale plek worden doorgevoerd, hierdoor hoeven individuele dienstverleners
deze wijzigingen dan niet zelf door te voeren. Burgers kunnen via deze voorziening
met hun eigen DigiD inloggen om diensten af te nemen voor hun kind of voor de persoon
die zij vertegenwoordigen.
Zoals hierboven al beschreven, is de BVD in pilot vorm beproefd bij de gemeenten Rotterdam
en Den Haag en het MUMC+. Uit deze pilots komt naar voren dat het implementeren van
de functionaliteit door de dienstverleners in hun systemen complex is. Bovendien moeten
dienstverleners hun diensten op de juiste manier indelen, zodat wettelijk vertegenwoordigers
toegang krijgen tot de juiste dienstverlening waar zij bevoegdheid voor hebben. Deze
dienstverleners hebben bovendien een eigen aparte aansluiting op de BVD. Om de BVD
geschikt te maken voor fundamenteel meer bevragingen en het Stelsel Toegang heb ik
deze BVD verbeterd en ben ik gestart met ondersteuning bieden aan de dienstverleners
voor de implementatie in hun eigen systemen. Via de uitrol van het Stelsel Toegang
met één aansluiting voor de dienstverleners voor alle toegelaten inlogmiddelen en
voorzieningen voor vertegenwoordigen, maak ik stapsgewijs de BVD en daarmee de ontsluiting
van ouderlijk gezag en het WVR beschikbaar.
Zoals uw Kamer in het debat van 23 april jl. terecht constateerde, verloopt de realisatie
van het Stelsel Toegang helaas niet conform de eerder gecommuniceerde planning. In
de eerste release van het Stelsel Toegang was het beschikbaar komen van ouderlijk
gezag (kinderen jonger dan 12 jaar) in de zorgsector middels de BVD achter de ToegangsVerleningsService
(TVS) namelijk voorzien per 1 juli 2025. Onlangs is gebleken dat het aansluiten van
de BVD op DigiD niet mogelijk is zoals voorgesteld. Voor deze aansluitingen zijn wijzigingen
bij DigiD noodzakelijk. Dit komt doordat het DigiD stelsel gebouwd is voor authenticatie
(wie is iemand) en de BVD oplossing een authenticatie dienst is (wat mag iemand).
Hierdoor zijn er fundamentele wijzigingen nodig in DigiD, die niet op korte termijn
door te voeren zijn. In de verdere doorontwikkeling van DigiD zal ik rekening houden
met de veranderde behoeftes om dit soort wijzigingen in de toekomst wel mogelijk te
maken. De doorontwikkeling van DigiD is noodzakelijk om DigiD als stabiele en toekomstvaste
voorziening te behouden.
Daarom ben ik nu bezig om te bezien of de BVD kan worden ontsloten op een manier zonder
dat er wijzigingen van DigiD nodig zijn of met slechts kleine veranderingen die wel
mogelijk zijn aan DigiD. Het uitwerken van deze alternatieve oplossing vraagt tijd.
Om verdere vertraging te voorkomen zal ik dit proces intensief monitoren. Zodra de
alternatieve oplossing definitief gemaakt wordt, zal ik uw Kamer informeren hierover
inclusief het bijbehorende tijdspad.
Vooruitlopend hierop ben ik wel reeds met VWS en Nictiz gestart om de dienstverleners
te ondersteunen om hun systemen aan te passen voor implementatie.
Mijn bedoeling is om in volgende releases van het Stelsel Toegang de WVR te ontsluiten
met de BVD. Hiermee zal bewindvoering, curatorschap en mentorschap beschikbaar komen.
Ook zal het mogelijk worden om op andere manier dan via de TVS aan te sluiten zodat
de BVD ook breder inzetbaar zal zijn dan de zorgsector.
Vooruitlopend hierop zal mijn collega bewindspersoon bij het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport dit jaar starten met een inventarisatie hoe de BVD voor mentorschap
in de zorgsector kan worden geïmplementeerd. VWS zal aansluitend op de inventarisatie,
een concreet plan van aanpak opstellen om de implementatie van de BVD mentoren in
de zorgsector uiterlijk binnen een half jaar na uitrol mogelijk te maken, met als
uitgangspunt het verlagen van de administratieve lasten voor zorgverleners en het
verbeteren van de digitale toegang voor cliënten en hun mentoren.
Ik zal mij verder focussen op het ondersteunen van de dienstverleners buiten de zorgsector
om aan te sluiten op het Stelsel Toegang inclusief de BVD en de implementatie daarvan
in hun systemen zodat wettelijk vertegenwoordigers digitaal namens hun cliënten zaken
kunnen doen met de overheid.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties