Brief regering : Fiche: Mededeling AI Continent Actieplan
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 4059
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2025
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 1 fiche die werd opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling AI Continent Action Plan
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Fiche: Mededeling AI Continent Actieplan
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European
Economic and Social Committee and the Committee of the Regions: AI Continent Action
Plan.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
9 april 2025
c) Nr. Commissiedocument
COM(2025) 165
d) EUR-Lex
EUR-Lex – 52025DC0165 – EN – EUR-Lex
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Vervoer, Telecom en Energie (Telecom)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Economische Zaken
2. Essentie voorstel
Op 24 januari 2025 heeft de Europese Commissie (hierna: de Commissie) een mededeling
over het AI Continent Actieplan gepubliceerd (hierna: het actieplan). De aanleiding
voor dit actieplan is de economische en geopolitieke rol van AI-leiderschap en de
achterstand van de EU op dit terrein. De Commissie stelt dat een voortrekkersrol in
de AI-sector cruciaal is om de technologische soevereiniteit en concurrentievermogen
van de EU te versterken.1 Het actieplan is een overkoepelend kader voor verschillende acties dat tot doel heeft
om van Europa een leidend continent te maken op het gebied van AI, waar AI betrouwbaar
en mensgericht is, democratische waarden bevordert en economische groei versnelt.
Sommige van de voorgestelde initiatieven zijn al gepubliceerd, terwijl andere later
zullen verschijnen.
De acties verdelen zich over vijf pijlers: (1) opschaling van AI-rekeninfrastructuur, (2) toegang tot hoogwaardige data, (3) stimulering van AI-ontwikkeling
en -toepassing in strategische sectoren, (4) versterking van AI-vaardigheden en talent,
en (5) ondersteuning voor naleving van de AI-verordening.2 Deze acties worden onder andere gefinancierd door het InvestAI-initiatief in samenwerking
met de Europese Investeringsbank Groep, een publiek-private samenwerking die in totaal
€ 200 miljard aan investeringen in AI moet mobiliseren uit bestaande fondsen en private
investeringen.
In de eerste pijler stelt de Commissie voor dat in aanvulling op het netwerk van EuroHPC
AI-fabrieken en reguliere EuroHPC supercomputers3, nog veel meer rekenkracht beschikbaar moet komen. Om dit mogelijk te maken, zal
de Commissie onderzoekers, ondernemers en investeerders samen brengen in nieuwe energie-efficiënte
AI-gigafabrieken. Gelijktijdig met het actieplan is hiertoe een Call for Expression of Interest voor publiek-private partnerschappen uitgegaan via de EuroHPC Joint Undertaking. De EuroHPC Joint Undertaking zal toegang tot rekenkracht en ondersteuningsdiensten van elke EuroHPC AI-fabriek
verlenen, waarbij innovatieve startups, scale-ups en midden- en kleinbedrijven (mkb)
specifieke toegang kunnen krijgen. Daarnaast staan deze faciliteiten ook open voor
gebruik vanuit onderwijs, wetenschap en publieke instellingen. Cloud en edge-capaciteit
worden ook gezien als essentiële infrastructuur voor economische veiligheid en concurrentievermogen.
De Cloud and AI Development Act zal de juiste randvoorwaarden scheppen om cloud- en edge-capaciteit te verhogen.
Op het gebied van data, de tweede pijler van het actieplan, zal de Commissie een Data
Union Strategie introduceren om interoperabiliteit te verbeteren en veilige toegang
tot betrouwbare data te bevorderen. Het stroomlijnen van bestaande wetgeving zal de
complexiteit en de administratieve lasten verminderen. Als onderdeel van de AI-fabrieken
zullen Data Labs worden opgezet die bedrijven kunnen ondersteunen toegang tot betrouwbare data te
krijgen, bijvoorbeeld via de gemeenschappelijke Europese dataruimtes. Om dataruimtes
met elkaar te verbinden, wordt de gedeelde Simpl cloud software ontwikkeld.
Om AI-ontwikkeling en -adoptie in strategische sectoren te stimuleren (derde pijler),
zal de Commissie later dit jaar de Apply AI Strategie publiceren. Deze zal met name gericht zijn op het stimuleren van toepassing van AI
in 13 strategische Europese sectoren,4 wetenschap en de publieke sector, inclusief zorg, justitie en onderwijs. De Europese
digitale innovatiehubs (EDIHs) worden omgezet in AI-ervaringscentra, die ondersteuning
bieden bij AI-adoptie en toegang tot de resources van AI-fabrieken faciliteren. De
missie van de EDIHs wordt hiervoor aangepast en de ondersteuning aan het mkb, midcaps,
startups en overheidsorganisaties wordt voortgezet.
Zoals vermeld in de Vaardigheidsunie5, benadrukt de Commissie in de vierde pijler dat een bevolking met technologische
vaardigheden nodig is om te reageren op technologische transformaties en om de welvaart
en het concurrentievermogen van de EU te verhogen. De Commissie zal daarom inzetten
op AI-geletterdheid, talentontwikkeling, training en omscholing, onder meer via de
2030 routekaart voor digitaal onderwijs. Een AI Skills Academie wordt opgericht om opleidingen aan te bieden en een proefproject voor een graad in
generatieve AI te ontwikkelen. Daarnaast zal de Commissie initiatieven nemen om het
aantal bachelors, masters en PhD-programma’s in sleuteltechnologieën zoals AI in Europa
te laten stijgen en door middel van beurzen en terugkeersubsidies trachten om vrouwen
en internationaal talent aan te trekken. De EDIHs hebben hier ook een belangrijk rol
in het bieden van training voor werknemers.
De vijfde pijler richt zich op de implementatie van de AI-Verordening, met ondersteunende
instrumenten zoals een AI Act Service Desk bij de AI Office, de AI regulatory sandboxes (testomgevingen voor regelgeving) in de lidstaten en richtlijnen gericht op het mkb.
Ervaringen van het bedrijfsleven met de AI-verordening worden via een publieke consultatie
opgehaald om de naleving van de AI-verordening te bevorderen en om te beoordelen of
het digitale acquis aansluit bij de behoefte van het mkb.
De Commissie beschouwt internationale samenwerking met gelijkgestemde partijen als
cruciaal. Dit zal in de mededeling over de International Strategy for Digital Sovereignty, Security and Democracy nader uitgewerkt worden.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De kern van het Nederlandse AI-beleid is om de maatschappelijke en economische kansen
van AI te verzilveren en de publieke belangen en waarden bij AI te borgen om zodoende
bij te dragen aan welvaart en welzijn.6 Onder andere zet het kabinet in op het versterken van het AI-ecosysteem, zoals bijvoorbeeld
in de Strategie Digitale Economie en voortgangsrapportages hiervan is uitgewerkt.7 De AI Coalitie voor Nederland (AIC4NL) dient publiek-private samenwerking te versterken
en kennis, innovatie en vaardigheden samen te brengen om de ontwikkeling en toepassing
van AI te versnellen en de kansen voor verantwoorde en mensgerichte AI aan te jagen.
Ook positioneert de AIC4NL Nederland internationaal als één AI-ecosysteem. Daarnaast
zorgen zeven regionale hubs voor het verbinden van innovatieve mkb, kennisinstellingen
en andere organisaties bij de Nederlandse AI-benadering.
Nederland stimuleert de ontwikkeling van AI-vaardigheden, AI in het onderwijs en digitale
banen. Het beleid daartoe staat beschreven in diverse recent verstuurde kabinetsbrieven.8 Vanuit het Nationaal Groeifonds lopen de programma’s NOLAI en Npuls die een verantwoord
gebruik van AI in het funderend, mbo- en ho-onderwijs stimuleren. Wat AI-infrastructuur
en datacenters betreft, wordt via het Actieplan Duurzame Digitalisering9 onderzoek gedaan naar het energieverbruik van AI en de monitoring daarvan. Daarnaast
werkt het kabinet momenteel aan de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) om het
verantwoord gebruik van AI door overheden te bevorderen. Op het gebied van regulering
stelt de AI-verordening eisen aan de ontwikkeling en het gebruik van risicovolle AI-systemen
zodat alleen veilige AI op de Europese markt komt. In de aankomende twee jaren treden
de eisen stapsgewijs in werking. Het kabinet is voornemens om zo snel mogelijk een
besluit te nemen over het toezicht op de AI-verordening. Het kabinet ondersteunt daarnaast
de NEN om een actieve bijdrage aan het standaardisatieproces te leveren. Dit alles
draagt bij aan de ambitie van het kabinet om internationaal met de koplopers mee te
doen bij de verantwoorde ontwikkeling en toepassing van AI.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet onderschrijft dat de AI-infrastructuur opgeschaald dient te worden om
de beschikbaarheid van rekenkracht, data en talent te vergroten voor innovatieve bedrijven,
wetenschap, onderwijs en overheden. Dit vergroot de mogelijkheden voor het ontwikkelen
en inzetten van AI-modellen. Hiervoor zijn ook hoogwaardige halfgeleiders essentieel
en daarom zet het kabinet ook in op het versterken van het halfgeleiderecosysteem.
Investeren in AI-basisinfrastructuur draagt bij aan onze digitale open strategische
autonomie en het benutten van de economische potentie van AI. Het kabinet zet zich
daarom momenteel in op de realisatie van een EuroHPC AI-fabriek in Nederland om betrouwbare
en geavanceerde AI te kunnen ontwikkelen en benutten.10 Het kabinet volgt daarnaast met interesse het initiatief voor AI-gigafabrieken en
is benieuwd naar de nadere uitwerking. Voor beide initiatieven houdt het kabinet rekening
met duurzaamheid. Het kabinet is voornemens om het bedrijfsleven en de wetenschap
te consulteren over een eventuele investering in een AI-gigafabriek. Het kabinet staat
positief tegenover private financiering van AI-gigafabrieken, eventueel aangevuld
met afdekking van een deel van het risico door de Commissie en lidstaten om risico’s
te beperken. Grootschalige publieke investeringen acht het kabinet risicovol vanwege
de snel ontwikkelende en veranderende markt. Cruciaal is dat het initiatief aansluit
op bestaande en toekomstige AI-fabrieken.
In beginsel staat het kabinet ook positief tegenover de ambitie van de Commissie om
met een Cloud and AI Development Act (CADA) bij te dragen aan het realiseren van hoogwaardige digitale infrastructuur
in de EU, waaronder voldoende duurzame datacentercapaciteit voor belangrijke digitale
diensten als clouddienstverlening en AI. Voor het kabinet is het van belang dat de
CADA mogelijkheden biedt om positief bij te dragen aan de concurrentiepositie van
onze digitale infrastructuur, en deze positie in ieder geval niet te schaden. Het
kabinet verwelkomt ook de ondersteuning door de Commissie voor twee digitale IPCEI’s
op het terrein van gefedereerde AI en grootschalige rekeninfrastructuur. Nederland
is ook betrokken bij het definiëren van de nieuwe IPCEI’s.
Het kabinet onderschrijft dat betrouwbare en goed georganiseerde toegang tot data
essentieel is voor de EU om kansen van AI te kunnen verzilveren. Het kabinet verwelkomt
daarom het initiatief van een Data Unie Strategie en de verdere uitrol van de gemeenschappelijke Europese dataruimtes om het Europese
data-ecosysteem verder te versterken door interoperabiliteit en de beschikbaarheid
van data te bevorderen. Het kabinet kijkt uit naar de verdere uitwerking van de Data Unie Strategie.
Ook verwelkomt het kabinet de oprichting van Data Labs als onderdeel van de AI-fabrieken. Dit kan vertrouwde datatoegang voor ontwikkelaars
faciliteren en is essentieel om de AI-ecosystemen rondom de AI-fabrieken te verbinden
met de data-ecosystemen rondom onder andere de gemeenschappelijke Europese dataruimtes. Wel merkt het kabinet op dat de snelle uitrol van de dataruimtes en andere data-initiateven
noodzakelijk is voor het succes van de Data Labs en AI-fabrieken. Om te zorgen dat er nu echt meer data komt voor AI-ontwikkeling
zal de stap snel moeten worden gezet naar het daadwerkelijk delen van data – ook tussen
sectoren, hetgeen vraagt om extra inzet op interoperabiliteit.
Het kabinet verwelkomt dat de Commissie met een Apply AI Strategie komt om de adoptie van AI in Europa te versnellen en daarbij Europese AI te benutten.
De adoptie en stimulering van verantwoorde AI-toepassingen in Europese bedrijven is
essentieel om bedrijven concurrerender te maken, ook op de mondiale markt. Dit versterkt
het concurrentievermogen, verhoogt de productiviteit en draagt bij aan het vergroten
van de welvaart in en weerbaarheid van de EU. Tevens verwelkomt het kabinet dat AI
ook kan bijdragen aan het verminderen van de administratieve lasten voor bedrijven
en aan de kwaliteit en doelmatigheid van publieke sectoren. Daarnaast biedt de toepassing
van AI kansen om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken, zoals het behalen van
klimaatdoelen, de toenemende arbeidsmarktkrapte in bepaalde sectoren en het verbeteren
van de overheidsdienstverlening. Wel is het van belang dat de activiteiten goed aansluiten
bij de nationale agenda’s op sectorniveau en dat ze zowel vanuit de Commissie als
vanuit de verantwoordelijke departementen goed gecoördineerd kunnen worden. Daarom
kijkt het kabinet uit naar de uitwerking van de Apply AI Strategie en zal de voorgestelde prioriteiten daarbinnen nader bestuderen. Het kabinet is ook
benieuwd naar de nadere uitwerking van de pilot Resource for AI Science in Europe (RAISE).
Het kabinet is positief over de omvorming van EDIHs naar AI-ervaringscentra, omdat deze een sleutelrol voor een effectieve AI-integratie vervullen, met een focus
op Sectorspecifieke AI-oplossingen. De aanpassing van de missie van de EDIHs is in
lijn met de visie van het kabinet om in te zetten op EDIHs en AI met de beschikbare
Europese financieringsprogramma’s.
Het kabinet verwelkomt het voornemen om een AI Skills Academie op te zetten voor de versterking van (generatieve) AI-vaardigheden binnen de EU.
Dit voornemen sluit aan bij de Nederlandse inzet op digitale vaardigheden zoals uitgewerkt
in de Human Capital Agenda ICT, het Actieplan Groene en Digitale Banen en de activiteiten binnen de AIC4NL. De AI
Skills Academie kan bestaande Nederlandse programma’s verrijken met Europese opleidings-
en mobiliteitsinstrumenten.
Tegelijkertijd onderkent het kabinet dat de samenhang tussen de diverse Europese initiatieven
nog beperkt is uitgewerkt en dat er risico is op versnippering en overlap in doelgroepen
en instrumenten. Daarnaast onderstreept het kabinet het belang van een goede aansluiting
van de vaardigheden die door de AI Skills Academie bevorderd worden op de behoeften van specifieke sectoren of op veranderende beroepspraktijken.
Het kabinet benadrukt ook dat voldoende ruimte voor lidstaten om nationale regie en
coördinatie te kunnen voeren essentieel is om de AI Skills Academie aan te laten sluiten bij de nationale onderwijs- en arbeidsmarktstructuur. Daarnaast
vraagt het kabinet er aandacht voor dat ook lidstaten zonder een eigen AI-fabriek
toegang tot de voordelen van de AI Skills Academie moeten hebben.
Het kabinet onderschrijft de constatering dat dit een cruciale fase is voor de implementatie
van de AI-verordening. Uitvoerbaarheid in combinatie met andere Europese wetgeving
is daarvoor cruciaal. Het kabinet steunt daarom ook de voorgenomen maatregelen om
ervoor te zorgen dat de regels in de praktijk werkbaar zijn. Het kabinet is positief
over de inrichting van een AI Act Service Desk. Wel zal het kabinet er bij de Commissie aandacht voor vragen dat de Service Desk
complementair is aan de taken waarvoor de nationale markttoezichtautoriteiten en departementen
verantwoordelijk zijn, zoals het opzetten van de regulatory sandbox en het geven van wettelijke uitleg en interpretatie.
Voor alle andere genoemde maatregelen (richtsnoeren, standaarden, de General Purpose AI Code of Practice en uitvoeringshandelingen) blijft het kabinet actief via onder andere de AI Board een bijdrage leveren. Het kabinet steunt daarnaast de activiteiten van de Commissie
om behoeften van belanghebbenden en geleerde lessen te identificeren via onder andere
raadplegingen, om daarmee de ondersteuning bij de implementatie te verbeteren en de
beoordeling van het Europese digitale acquis te voeden.
In het geheel beschouwt het kabinet dit voorstel van de Commissie als positief voor
de AI-positie van de EU en het versterken van het Europese AI-ecosysteem. Tegelijkertijd
is het voorgestelde instrumentarium om een leidende AI-positie te bereiken niet voldoende
concreet en in detail beschreven om te bepalen of dit effectief en geschikt is om
de doelen van het
actieplan te bereiken. De uiteindelijke positie van het kabinet hangt daarom af van
de verdere uitwerking van de acties die in het actieplan worden aangekondigd.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Meerdere lidstaten hebben in hun eerste reactie een overwegend positieve grondhouding.
Er is draagvlak voor het doel om de EU het leidende AI continent te maken. Omdat het
een overkoepelende strategie voor AI betreft, is het nog niet mogelijk om op verschillende
aangekondigde initiatieven een inschatting van het krachtenveld te geven. Meerdere
lidstaten vragen naar verheldering van de financieringsmogelijkheden voor de aangekondigde
initiatieven. De positie van het Europees Parlement is nog onbekend.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief. Het voorstel heeft betrekking op vele
beleidsterreinen, waaronder onderzoek en technologische ontwikkelingsbeleid, industriebeleid,
interne markt, onderwijs, arbeidsmarktbeleid. Op het terrein van interne markt is
sprake van een gedeelde bevoegdheid van de Unie en de lidstaten (artikel 4, lid 2,
onder a, VWEU). Op het terrein van onderzoek en technologische ontwikkeling is sprake
van een parallelle bevoegdheid van de EU en de lidstaten, waarbij geldt dat het optreden
van de Unie de lidstaten niet belet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen (artikel 4, lid 3, VWEU). Op het terrein van de coördinatie van
het werkgelegenheidsbeleid is ook sprake van een aanvullende bevoegdheid (artikel
5, lid 2, VWEU). Op het terrein van industriebeleid is sprake van een aanvullende
bevoegdheid (artikel 6, onder b, VWEU), dat wil zeggen dat de Unie bevoegd is om met
betrekking tot de Europese dimensie van het industriebeleid het optreden van de lidstaten
te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen. Op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding
is sprake van een aanvullende bevoegdheid van de Unie (artikel 6, onder e, VWEU),
op grond waarvan de Unie bevoegd is om met betrekking tot de Europese dimensie van
dit onderwerp het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan
te vullen, echter met volledige eerbiediging van de verantwoordelijkheid van de lidstaten
voor de inhoud van het onderwijs en de opzet van het onderwijsstelsel (artikel 165,
lid 1, VWEU). De Commissie is derhalve bevoegd om op dit terrein een mededeling te
doen.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel om een gemeenschappelijk
kader te scheppen voor het versterken van de Europese digitale economie en positie
van de EU op AI. Het delen van middelen (zoals rekenkracht en data), faciliteiten
en diensten middels een EU-brede strategie kan tot schaalvoordelen voor de hele EU
leiden, die nodig zijn om het concurrentievermogen en de positie van de EU in de AI-waardeketen
te verbeteren. Het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs en scholing van de
beroepsbevolking gericht op geavanceerde AI-vaardigheden kan bijdragen aan het adresseren
van gemeenschappelijke uitdagingen en het concurrentievermogen van de EU als geheel,
het vrije verkeer van personen ondersteunen en een gelijk speelveld helpen realiseren.
Mede vanwege deze grensoverschrijdende dimensie, kunnen deze doelen onvoldoende door
de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt. Daarom
is een EU-aanpak nodig. Door op EU-niveau optimale randvoorwaarden te creëren kan
het potentieel van de Europese digitale economie verder ontsloten worden. Om die redenen
is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel om een gemeenschappelijk
kader te scheppen voor het versterken van de Europese digitale economie en de positie
van de EU op AI. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken,
omdat het voorziet in investeringen in AI-infrastructuur en niet verplichtende stimulering
van AI-vaardigheden, het faciliteren van veilige datadeling en de naleving van de
AI-verordening, en de stimulering van AI-adoptie en -ontwikkeling in EU-sleutelsectoren.
Ook bevordert het actieplan (geharmoniseerde) wet- en regelgeving, wat bijdraagt aan
een gemeenschappelijk kader op dit terrein. Bovendien gaat het voorgestelde optreden
niet verder dan noodzakelijk, omdat het niet verplichtend is en omdat het de fragmentatie
van regelgeving dient te verminderen en de naleving daarvan te bevorderen.
d) Financiële gevolgen
De mededeling zelf heeft geen gevolgen voor de EU-begroting of de nationale begroting.
De toekomstige voorstellen kennen mogelijk wel financiële gevolgen afhankelijk van
de precieze invulling van de voorstellen. Sommigen van de benoemde initiatieven zijn
al onderdeel van lopende werkprogramma’s van EU-fondsen, zoals het Horizon Europe en Digital Europe Programme.
InvestAI beoogt het mobiliseren van in totaal € 200 miljard in publieke en private middelen,
maar er is geen informatie beschikbaar over hoeveel van dit bedrag van publieke en
hoeveel van private investeringen komt. De Commissie zal een initiële financiering
vanuit bestaande EU-programma’s beschikbaar stellen voor het InvestAI-initiatief. € 20 miljard afkomstig vanuit InvestAI zullen voor AI-gigafabrieken ingezet worden.11 AI-gigafabrieken zullen dus ook grotendeels door private investeringen gefinancierd
worden.12
Het kabinet is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze
moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de EU-jaarbegroting. Het kabinet wil
in het kader van de MFK-onderhandelingen niet vooruitlopen op de integrale afweging
van middelen na 2027. Het kabinet zal de ontwikkeling rondom de exacte samenstelling
van de financiering van deze initiatieven nauw volgen. Eventuele budgettaire gevolgen
worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e) departement(en),
conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Regeldruk
De tweede en vijfde pijler van deze mededeling hebben gevolgen voor regeldruk, waarbij
beide pijlers een vermindering daarvan schetsten. De tweede pijler voorziet de stroomlijning
en harmonisatie van bestaande datawetgeving om de complexiteit en de administratieve
lasten te verlagen. Deze actie sluit aan bij de doelstelling van het kabinet om regeldruk
te verminderen. Een onderdeel van de vijfde pijler betreft het ophalen van ervaringen
bij bedrijven met de toepassing van de AI-verordening via de raadpleging over de Apply AI Strategie, zodat dit kan worden gebruikt om ondersteuning te verbeteren en in de beoordeling
van het hele digitale acquis. Deze aandacht voor knelpunten als gevolg van de AI-verordening
in de praktijk sluit aan bij het belang dat dit kabinet hecht aan het tegengaan van
onnodige regeldruk. Tegelijkertijd kondigt de mededeling een groot aantal nieuwe voorstellen,
plannen en strategieën aan. De regeldrukeffecten hiervan zullen op zichzelf beoordeeld
moeten worden.
Concurrentievermogen
De mededeling zelf heeft geen directe gevolgen voor het concurrentievermogen van de
EU. Het doel van deze mededeling is om het concurrentievermogen van de EU te versterken
met de voorstellen die in de mededeling zijn aangekondigd. De verwachte effecten op
het concurrentievermogen van de EU zijn in potentie positief. In algemene zin kunnen
een opschaling van AI-infrastructuur, verbeterde datadeling, meer vaardigheden en
talent en gemakkelijkere naleving van bestaande regelgeving het concurrentievermogen
van Nederland en de EU potentieel verbeteren. Tegelijkertijd is het actieplan weinig
concreet ten aanzien van de specifieke acties. De initiatieven in het actieplan die
reeds gelanceerd zijn, zoals AI-fabrieken, zijn nog in een te vroege fase om hun effect
op het concurrentievermogen te bepalen. Bovendien is door de lancering van een breed
scala aan initiatieven moeilijk om het effect van een initiatief van die van een andere
te isoleren.
Geopolitieke aspecten
Voor onze veiligheid en geopolitiek handelingsvermogen is het cruciaal dat Nederland
en de EU de achterstand ten opzichte van derde landen op het gebied van AI in te halen.
Dit is essentieel voor een gezonde, concurrerende en weerbare economie op de lange
termijn. Vanwege het groeiend aantal veiligheidstoepassingen van AI – bijvoorbeeld
op het gebied van cybersecurity, dual-use en militaire technologie – is het in toenemende
mate een veiligheidsrisico geen toegang te hebben tot de meest krachtige AI. Om deze
redenen is de AI-waardeketen een belangrijke arena geworden voor de geopolitieke strijd
tussen de VS en China. Daarnaast kunnen mondiale AI-ontwikkelingen grote gevolgen
hebben voor onze waarden en voor nieuwe afhankelijkheden zorgen. De open strategische
autonomie van Nederland en de EU ten aanzien van deze ontwikkelingen hangt af van
de positie die de Nederland en de EU innemen in de (toekomstige) AI-waardeketen en
in de toepassing daarvan in strategische sectoren. De voorstellen in de mededeling
kunnen bijdragen aan het versterken van onze economie, veiligheid en open strategische
autonomie en verkleinen ze mogelijk de afhankelijkheid van derde landen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties