Brief regering : Foutieve afdracht provinciale opcenten
31 066 Belastingdienst
Nr. 1502
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2025
De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de inning van de motorrijtuigenbelasting
(MRB). Dat geldt voor zowel de basisbelasting, de brandstoftoeslagen als voor de provinciale
opcenten. De Belastingdienst is verantwoordelijk voor de uitvoering, de heffing, de
inning en de afdracht van deze bedragen aan de provincies.
In april jl. is er door enkele provincies geconstateerd dat de hoogte van deze afdrachten
aan de provincies niet overeenkwam met de prognose. De Belastingdienst heeft vanuit
het Interprovinciaal Overleg (IPO) hierover een signaal ontvangen en is direct een
onderzoek gestart naar de oorzaak. Hieruit blijkt dat bij het berekenen van de hoogte
van de afdrachten over de jaren 2023, 2024 en 2025 een fout is gemaakt, doordat de
brandstoftoeslag niet correct is toegerekend.
Allereerst wil ik benadrukken dat deze fout geen gevolgen heeft voor burgers en bedrijven.
De Belastingdienst heeft constructieve gesprekken gevoerd met de provincies over een
goede en praktische oplossing met als doel om de impact voor de provincies zo veel
mogelijk te beperken. Ook de komende periode staan de Belastingdienst en het IPO goed
met elkaar in contact.
Omvang en herstel
De fout hangt samen met de migratie naar het vernieuwde MRB-systeem. Voor het jaar
2023 is de omvang zeer beperkt, omdat in dat jaar slechts een zeer klein deel van
de populatie voertuigen gemigreerd is naar het vernieuwde systeem. Vanaf het laatste
kwartaal van 2024 is het merendeel van de voertuigen wel verwerkt via dit systeem.
Dat betekent dat er in 2024 ten laste van de motorrijtuigenbelasting circa € 57 miljoen
te veel is afgedragen aan de provincies. In onderstaande tabel is voor 2024 het bedrag
per provincie uitgesplitst.
Bedrag per provincie (EUR)
Herberekening
Verdeeld in 2024
Verschil
01.Groningen
65.204.858,93
67.159.388,41
– 1.954.529,48
02.Friesland
76.217.440,61
78.502.074,59
– 2.284.633,98
03.Drenthe
62.716.699,12
64.596.645,50
– 1.879.946,38
04.Overijssel
122.740.755,25
126.419.935,48
– 3.679.180,23
05.Gelderland
258.906.207,68
266.666.976,35
– 7.760.768,67
06.Utrecht
149.256.813,04
153.730.817,79
– 4.474.004,75
07.Noord-Holland
272.117.980,41
280.274.774,73
– 8.156.794,32
08.Zuid-Holland
392.103.629,90
403.857.019,74
– 11.753.389,84
09.Zeeland
44.609.488,64
45.946.667,56
– 1.337.178,92
10.Noord-Brabant
291.623.402,38
300.364.875,83
– 8.741.473,45
11.Limburg
120.260.713,93
123.865.554,42
– 3.604.840,49
12.Flevoland
42.227.926,65
43.493.717,73
– 1.265.791,08
1.897.985.916,54
1.954.878.448,13
– 56.892.531,59
Naar de exacte omvang van de foutieve afdracht over 2023 en 2025 wordt nader onderzoek
gedaan. De Belastingdienst is tot de oplossing gekomen om de foutieve afdrachten over
2023, 2024 en 2025 te corrigeren met de resterende afdrachten over 2025. Deze wijze
van herstel is in goed overleg richting het IPO gecommuniceerd. Ook zijn de gemaakte
fouten over de jaren 2023, 2024 en 2025 onder de aandacht gebracht van de Algemene
Rekenkamer (AR) en de Auditdienst Rijk (ADR). De ADR heeft aangegeven dat de beoordeling
van de juistheid van het herstel van de gemaakte fouten voor de afdracht van provinciale
opcenten onderdeel uitmaakt van de jaarrekeningcontrole 2025.
Beheersmaatregelen
Naar aanleiding van de foutieve afdrachten heeft de Belastingdienst direct maatregelen
genomen om de kans op dit soort fouten in de toekomst zoveel mogelijk te beperken.
Zo zal de Belastingdienst verscherpt aandacht geven aan de beheersingsmaatregelen
rondom de berekening van de afdracht. Ook gaat de Belastingdienst – in samenwerking
met het IPO – verder werken aan vereenvoudiging van het proces en de systematiek met
betrekking tot de afdracht van de provinciale opcenten.
Ik zal u indien nodig over het vervolg en de voortgang met betrekking tot de beheersmaatregelen
informeren via de stand-van-zakenbrief Belastingdienst.
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën