Brief regering : Kabinetsreactie op Jongerenakkoord over klimaatdoelen

Nr. 1514
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2025

26 jongerenorganisaties hebben op 4 maart jl. een Jongerenakkoord overhandigd aan
de Tweede Kamer. In het Akkoord worden 42 maatregelen voorgesteld die ertoe moeten
bijdragen dat Nederland op koers blijft om de eerder afgesproken klimaatdoelen te
halen. Aanleiding voor het opstellen van het Akkoord is de Klimaat- en Energieverkenning
(KEV) van oktober 2024. De Kamer heeft gevraagd om een reactie op het Jongerenakkoord.

De klimaat- en energietransitie vraagt een grote gezamenlijke inspanning van vele
partijen in de samenleving. Het kabinet waardeert het bijzonder dat met dit Jongerenakkoord
ook de jongeren laten zien dat zij actief willen meedenken en meedoen met deze opgave.
De jongeren benadrukken in de tekst van het akkoord dat het van groot belang is om
ambitieus te blijven en tempo te blijven maken als het gaat om de uitvoering van het
klimaatbeleid. Het kabinet deelt deze ambitie en wil tegelijk realistisch beleid voeren
dat burgers en bedrijven daadwerkelijk in staat stelt om de komende jaren verder te
verduurzamen. Ook is het van belang rekening te houden met de recente geopolitieke
ontwikkelingen. Het werken aan een schoon, klimaatneutraal Nederland moet daarom hand
in hand gaan met maatregelen om ons land ook veilig en weerbaar te houden.

In de Kamerbrief d.d. 25 april1 (Kamerstuk 33 043, nr. 114) heeft het kabinet maatregelen aangekondigd die op veel punten overlappen met de
maatregelen die zijn opgenomen in het Jongerenakkoord. Dit betreft bijvoorbeeld maatregelen
die energiearmoede tegengaan – door verlaging van de energierekening, een energiefonds
voor kwetsbare huishoudens, subsidies die beschikbaar worden gesteld voor verduurzaming
van huizen en het continueren van het warmtefonds voor mensen met een laag inkomen.
Ook wordt door jongeren aandacht gevraagd voor het OV en de rol hiervan in de toekomst.
Het kabinet is wat dit onderwerp betreft voornemens middelen uit het Social Climate
Fund (SCF) in te zetten om openbaar vervoer beschikbaar te maken voor mensen met een
laag inkomen. Niet alle voorstellen die door jongeren zijn aangedragen heeft het kabinet
overgenomen, bijvoorbeeld omdat deze zouden leiden tot een (te) hoge lastenstijging,
de internationale concurrentiepositie van bedrijven verslechteren of om aanzienlijke
extra middelen vragen waarvoor binnen het Klimaatfonds geen ruimte is.

De inhoud van het Jongerenakkoord is onlangs besproken in mijn reguliere halfjaarlijkse
gesprek met de jongeren2. Ter voorbereiding op dit gesprek was er eerder een ambtelijke dialoogsessie met
de jongeren waarin uitgebreid van gedachten werd gewisseld over de inhoud van het
akkoord. De dialoogsessie als participatievorm werd door de jongeren en ook ambtelijk
zeer gewaardeerd en daarom heb ik besloten dat dergelijke sessies voortaan een aantal
keer per jaar vanuit het Ministerie van KGG zullen worden georganiseerd. In aansluiting
hierop hebben de jongeren het initiatief genomen om voor de vervolgsessies een breed
samengesteld team van diverse jongerenorganisaties af te vaardigen in de vorm van
een «Jonge Klimaattafel». Op deze manier kan ook op een creatieve manier invulling
worden gegeven aan de motie Rooderkerk3. Ik kijk uit naar een volgend gesprek met een dergelijke brede delegatie van jongeren.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans