Brief regering : Reactie op verzoek commissie over gebruik van pesticiden bouwen in bosgebieden van villa's of vakantieparken en rijgedrag in verkeer
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 708
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID
EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2025
U heeft mij per brief (kenmerk 2025Z00793/2025D0463) op 5 februari 2025 verzocht te reageren op de brief van 9 december 2024 gericht
aan uw vaste commissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Hieronder
ga ik mede namens de Staatssecretaris van LVVN in op de zaken waarvoor het Ministerie
van LVVN verantwoordelijkheid draagt.
In de brief deelt de schrijfster haar zorg omtrent het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
door de landbouwsector en particulieren, vanwege (vermeende) risico’s voor mens, bomen,
insecten, vogels en verdere natuur. Ik begrijp deze zorg en zet me in voor vermindering
van het gebruik via drie lijnen: de toelating, het gebruik en de naleving. Toelating
van gewasbeschermingsmiddelen vindt plaats op basis van een onafhankelijke en wetenschappelijke
risicobeoordeling. Dit gebeurt alleen als er geen onaanvaardbare risico’s zijn geconstateerd
voor mens, dier en milieu. Verder is mijn beleid gericht op het principe van geïntegreerde
gewasbescherming. Hierbinnen wordt ingezet op het gebruik van duurzame alternatieven.
Het gebruik van chemische-synthetische middelen is dan een laatste redmiddel. Verder
is er toezicht op de juiste toepassing van deze middelen.
Ook binnen het Europese kader wordt toegezien op verduurzaming en risicobeoordeling.
De eisen voor goedkeuring van stoffen en toelating en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
zijn vastgelegd in de Europese Verordening 1107/2009 en Richtlijn duurzaam gebruik
pesticiden 2009/128/EG. Deze kaders veranderen als er nieuwe wetenschappelijke inzichten
en maatschappelijke ontwikkelingen zijn. Om die reden wordt de goedkeuring en toelating
van stoffen en middelen verplicht periodiek opnieuw beoordeeld. Ook kan een goedkeuring
of toelating worden ingetrokken als daar aanleiding voor is conform het toetsingskader.
Verder deelt de schrijfster haar zorgen over de bouw van villa’s en vakantieparken
in bosgebied. De gemeente of provincie is meestal het bevoegd gezag als het gaat om
het toestaan van nieuwe bebouwingen. In het gemeentelijk omgevingsplan is vastgelegd
waar wel en niet gebouwd mag worden. Daarnaast bestaan er ook provinciale regelingen
waarin een bebouwing in het buitengebied wordt toegestaan in ruil voor de aanleg van
nieuwe natuur. Een voorbeeld hiervan is de landgoederenregeling van de Provincie Noord-Brabant.
Het Besluit Activiteiten Leefomgeving bevat regels voor het kappen van bomen in het
geval bebouwing mogelijk is. De provincie is het bevoegd gezag voor het kappen van
bomen buiten de bebouwingscontour. Voor bomen binnen de bebouwingscontour is dat de
gemeente. Voor het kappen van bomen kan het bevoegd gezag een kapverbod opleggen wanneer
dit nodig is voor de bescherming van bijzondere natuur- of landschappelijke waarden.
Als kap wel is toegestaan dan moet de kap van bomen buiten de bebouwingscontour binnen
drie jaar gecompenseerd worden.
Daarnaast deelt de schrijfster een aantal zorgen over hoe in Nederland met dieren
wordt omgegaan, zowel in de veehouderij als met gezelschapsdieren. Nederland heeft
een veehouderijsector die internationaal wordt gezien als een voorloper op het gebied
van dierenwelzijn. We willen dat het welzijn van dieren goed geborgd blijft en wordt
verbeterd waar nodig. Daarom wordt er gewerkt aan een nog meer dierwaardige veehouderij.
Hiervoor wordt samengewerkt tussen de overheid, veehouderijsectoren en dierenwelzijnsorganisaties,
met als doel het welzijn van dieren in de veehouderij verder te verbeteren. Bij de
uitwerking hiervan is er aandacht voor de investeringen, die dit van veehouders vergt
en welk deel zij via een goed verdienmodel kunnen terugverdienen.
Voor wat betreft de zorgen over dieren die in de wei staan, kan ik u laten weten dat
veehouders verplicht zijn om hun dieren in de wei te beschermen tegen koud, nat en
warm weer. Dit is vastgelegd in het Besluit houders van dieren. Veehouders dienen
maatregelen te nemen die passen bij de situatie. Voorbeelden daarvan zijn de dieren
naar binnen halen bij koude of hete omstandigheden, zorgen voor een droge ligplaats,
bieden van voldoende schoon en vers drinkwater, zorgen voor voldoende beschutting
en extra letten op zieke, magere en jonge dieren.
Verder is de illegale handel in puppies en kittens inderdaad een onwenselijk verschijnsel.
Om dit aan te pakken is het belangrijk dat op Europees niveau wordt samengewerkt.
De Europese Commissie heeft daarom een wet aangekondigd om het welzijn en de traceerbaarheid
van katten en honden te verbeteren.
Een belangrijke maatregel is daarbij dat alle katten en honden verplicht geregistreerd
en geïdentificeerd moeten worden.
Daarmee wordt het moeilijker om honden en katten binnen de EU te verhandelen waarvan
de herkomst is vervalst.
Ik vertrouw erop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur