Brief regering : Aanbieding van de tweede nota van wijziging inzake Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)(Kamerstuk 36576)
36 576 Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2025
Hierbij bied ik u de tweede nota van wijziging inzake het wetsvoorstel Wet collectieve
warmte (hierna: Wcw) aan (Kamerstuk 36 576, nr. 12). Deze nota van wijziging is reeds aangekondigd in de nota naar aanleiding van het
verslag die op 3 april jl. naar de Tweede Kamer is gestuurd.1
Het betreft in ieder geval de volgende onderwerpen:
• Bescherming minderheidsaandeel: de bescherming van de private minderheidsaandeelhouder
wordt op twee punten uitgebreid:
○ Toestaan van contractuele of statutaire afspraken over het doen van investeringen
en het verstrekken van leningen of zekerheden ten behoeve van een nieuw aan te leggen
collectieve warmtevoorziening.
○ Het vaststellen van tarieven exclusief bij het bestuur van een onderneming leggen,
en niet bij de aandeelhouders.
• Gestandaardiseerde activawaarde: een bepaling waarmee wordt aangestuurd op het versneld
vaststellen van de gestandaardiseerde activawaarde. Door het versneld vaststellen
van de gestandaardiseerde activawaarde kan de ervaren investeringsonzekerheid worden
beperkt.
• Voorwaarde samenwerking nationale deelneming: om te stimuleren dat er (op termijn)
hoofdzakelijk regionale warmtebedrijven tot stand komen wordt voorgesteld te regelen
dat samenwerking met de nationale deelneming alleen mogelijk is voor regionale warmtebedrijven
of warmtebedrijven die daar binnen een redelijke termijn naar toegroeien.
• Gecombineerde netten voor glastuinbouw en de gebouwde omgeving: opnemen specifieke
regeling voor nieuwe warmtenetten waarmee hoofdzakelijk aan glastuinbouw en industrie
geleverd wordt, maar ook voor een klein deel aan de gebouwde omgeving. Deze situaties
vallen hierdoor gedeeltelijk buiten de regulering. Ook zijn er regels gesteld voor
bestaande situaties waarbij het transport door een derde partij wordt verzorgd. Bestaande
situaties worden hiermee in stand gehouden.
• Leveringszekerheid: uitbreidingen van het instrumentarium bij faillissement van een
aangewezen warmtebedrijf met als doel dat het warmtebedrijf zo lang mogelijk zijn
taak om warmte te leveren aan verbruikers kan blijven invullen.
• Duurzaamheid: het creëren van een wettelijke basis om de duurzaamheidsnormen in lagere
regelgeving vanaf een bepaald jaartal in te kunnen laten gaan. Het CO2afbouwpad blijft ongewijzigd.
• Meetbedrijven: erkenning van meetbedrijven in het kader van garanties van oorsprong
voor thermische energie. Hiermee worden de regels in de Wet collectieve warmte in
lijn gebracht met de bepalingen in de Energiewet.
Door de ACM is op 28 april een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets (UHT) uitgebracht.
De adviezen van de ACM zijn grotendeels overgenomen.
Er is nog een derde nota van wijziging in voorbereiding die een aantal kleine wijzigingen
en met name tekstuele aanscherpingen en verduidelijkingen van het wetsvoorstel bevat.
Voorgenomen wijzigingen zijn in ieder geval:
• Aantal kleine wijzigingen van het overgangsrecht waaronder dat voor kleine collectieve
warmtesystemen waardoor de uitvoering door gemeenten wordt vereenvoudigd, de situatie
dat delen van een collectieve warmtevoorziening door diverse groepsmaatschappijen
in een groep wordt geëxploiteerd en het overgangsrecht voor bestaande warmtetransportnetten
(bijvoorbeeld WarmtelinQ);
• Een aanscherping van regeling voor kleine collectieve warmtesystemen die uitgroeien
boven de 1.500 aansluitingen.
Deze nota van wijziging zal tussen het WGO en het plenaire debat aan de Tweede Kamer
worden verzonden.
Op 7 oktober 2024 is een rapport van Greenvis2 over de impact van de broeikasgasnormering van de Wcw op warmtenetten naar de Tweede
Kamer gestuurd. Er is nadien geconstateerd dat enkele doorberekeningen niet juist
zijn gedaan. De benodigde correctie op de tabellen en grafieken die in de nieuwe versie
van het rapport is doorgevoerd leidt niet tot wijzigingen ten aanzien van de conclusies
van dit onderzoek. Bijgevoegd is de aangepaste rapportage van het onderzoek.
Tot slot: de Wcw is belangrijk voor de groei en verduurzaming van warmtenetten. Voor
ongeveer een derde van de Nederlandse huishoudens is dit de meest kostenefficiënte
manier om duurzaam te verwarmen. Met de Wcw wordt de publieke sturing bij de realisatie
en exploitatie van een betaalbare, betrouwbare en duurzame warmtevoorziening vergroot.
Op 19 mei a.s. zal het wetgevingsoverleg plaatsvinden. Het kabinet ziet uit naar een
vruchtbare gedachtewisseling met de Kamer over het wetsvoorstel.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei