Brief regering : Invoeren van een stelsel van kwaliteitsindicatoren voor de accountancysector
36 484 Wijziging van enkele wetten op het terrein van de accountancy in verband met maatregelen ter verhoging van de kwaliteit van de wettelijke controle (Wijzigingswet accountancysector)
Nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 mei 2025
Hierbij bied ik u de nota naar aanleiding van het verslag en een nota van wijziging
aan inzake het bovenvermelde voorstel (Kamerstuk 36 484, nrs. 6 en 7).
Het wetsvoorstel Wijzigingswet accountancysector bevat een aantal maatregelen, die
als doel hebben om de kwaliteit van de wettelijke controle te verhogen. Een van de
maatregelen is het invoeren van een stelsel van kwaliteitsindicatoren. Het doel van
deze maatregel is om gebruikers van controleverklaringen te voorzien van informatie
over aspecten van kwaliteit van de wettelijke controle, waarover zij vragen kunnen
stellen aan de accountantsorganisatie. Enkele van de grootste accountantsorganisaties
werken al samen om zich voor te bereiden op de plicht om over deze indicatoren te
rapporteren. Voor minder grote accountantsorganisaties brengt de rapportageverplichting
relatief grotere regeldruk met zich mee dan voor de grootste kantoren. Ik hecht er
daarom aan om een zorgvuldig besluit te nemen over de vormgeving van de rapportage
van kwaliteitsindicatoren door reguliere vergunninghouders. Ik heb daarom besloten
dat eerst over deze kwaliteitsindicatoren gaan rapporteren de accountantsorganisaties
die een vergunning hebben om zowel (middel)grote ondernemingen als organisaties van
openbaar belang te controleren (de «OOB-accountantsorganisaties»). Na drie jaar volgt
een evaluatie van deze rapportageplicht. Na die evaluatie wil ik een nieuwe afweging
maken over de vorm en de inhoud van een mogelijke plicht voor de overige accountantskantoren
(de zogenoemde reguliere vergunninghouders) om te rapporteren over hun kwaliteit.
Dit betekent dat de rapportageplicht voor reguliere vergunninghouders nu niet wordt
ingevoerd en dat zij op grond van dit wetsvoorstel nog niet hoeven te rapporteren
over kwaliteitsindicatoren.
Daarnaast informeer ik uw Kamer dat ik de inwerkintreding uitstel van de maatregel
van de aanwijzingsbevoegdheid van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants
NBA. Ik stel deze maatregel uit omdat mij nu geen problemen bekend zijn van organisaties
van openbaar belang (’OOB’s) die geen accountantsorganisatie kunnen contracteren en
die alleen zijn op te lossen met deze aanwijzingsbevoegdheid. Het is en blijft mijn
doel dat alle OOB’s een controle-opdracht kunnen geven aan een accountantsorganisatie.
Deze maatregel ligt daarom klaar, maar laat ik pas van kracht worden als ik ervan
overtuigd ben dat er een OOB is die, onder andere, zijn intern risicobeheer op orde
heeft, daarover voldoende en inzichtelijke controle-informatie kan verschaffen en
zich redelijk heeft opgesteld wat betreft de prijs van de controle-opdracht en die
desondanks geen accountantsorganisatie heeft kunnen contracteren. Bij een eventueel
besluit over de inwerkingtreding en het bepalen van de termijn waarop dat dan gebeurt,
houd ik er rekening mee dat de NBA voldoende ruimte krijgt voor voorbereiding op het
daadwerkelijk in behandeling kunnen nemen van een aanvraag om een aanwijzing van een
accountantsorganisatie. Ik blijf hierover met de NBA in gesprek.
Verder bied ik u hierbij aan de beantwoording van de schriftelijke vragen over de
zesde voortgangsrapportage van de Kwartiermakers toekomst accountancysector, ontvangen
op 2 april 2024 (2024D12915).
Tot slot maak ik van de gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren over de opvolging
van drie toezeggingen.
1. Allereerst de toezegging om de gevolgen van de invoering van de audit quality indicators
voor het mkb te monitoren en hierover de Kamer terugkoppelen.1
Ik schrap vooralsnog de plicht voor reguliere vergunninghouders om te rapporteren
over hun score op de kwaliteitsindicatoren. Met als gevolg dat nu alleen de zes grootste
accountantsorganisaties zullen gaan rapporteren. Deze beperking van de reikwijdte
betekent dat het mkb niet of minder te maken zal krijgen met de invoering van de kwaliteitsindicatoren
voor hun accountantsorganisatie. Voor de zekerheid zal ik de NBA vragen om de gevolgen
voor het mkb van de invoering van de rapportageplicht van audit quality indicators
door de OOB-accountantsorganisaties bewaken en daarover aan mij te rapporteren.
2. Daarnaast een toezegging om in het wetsvoorstel nader in te gaan op de reputatierisico’s
die kunnen kleven aan de aanwijsbevoegdheid.2
Met de inwerkingtreding van de aanwijzingsbevoegdheid van de NBA wil ik wachten zo
lang niet van een overtuigend probleem is gebleken bij organisaties van openbaar belang
die geen accountantsorganisatie kunnen contracteren. Voor de situatie dat de aanwijzingsbevoegdheid
wel geldt en de NBA een aanwijzing overweegt, geldt dat de beoogde accountantsorganisatie
haar zienswijze mag geven die de NBA moet meewegen bij haar voorgenomen besluit. Heeft
de NBA eenmaal besloten tot een aanwijzing, dan kan de accountantsorganisatie zich
tot de rechter wenden. Een accountantsorganisatie wordt dus niet zomaar aangewezen.
Daarnaast blijven de eisen aan het cliëntacceptatieproces onverkort gelden en moet
de NBA die ook meewegen. Ik zal de NBA en de accountantsorganisaties laten weten dat
een aangewezen accountantsorganisaties (en daarmee de betrokken externe accountant
zelf) duidelijk mogen maken dat er sprake is van een «aangewezen» controle. Zij maken
daarmee duidelijk waardoor de controle-opdracht is ontstaan, te weten door aanwijzing
door de NBA, niet zijnde een privaat onderhandelde en dus vrijelijk tot stand gekomen
controle-opdracht.
3. Tot slot de toezegging om uw Kamer bij de indiening van de wet Toekomst Accountancysector
te informeren of er mogelijkheden zijn om de diversiteit en verscheidenheid in de
beschikbaarheid van accountantskantoren voor ondernemingen te waarborgen.3
In het wetsvoorstel Wijzigingswet accountancysector is rekening gehouden met de diversiteit
in de sector. Ik verwijs daarbij naar mijn besluit om de rapportageplicht inzake kwaliteitsindicatoren
nu te beperken tot accountantsorganisaties die organisaties van openbaar belang mogen
controleren. Over de vormgeving van de rapportage voor andere accountantsorganisaties
(reguliere vergunninghouders) wordt besloten na de evaluatie van de kwaliteitsindicatoren.
Daarnaast is de maatregel van versterking en uitbreiding van het intern toezicht beperkt
tot de 15 à 20 grootste reguliere vergunninghouders.
Er is in Nederland een dynamische markt van aanbieders van controlediensten. Er is
een groot aantal reguliere vergunninghouders, met een stijgend aandeel van zo’n 60%
van de in totaal circa 20.000 wettelijke controles. Er zijn daarnaast zes OOB-accountantsorganisaties,
met een relatief groot maar dalend aandeel van zo’n 40% in de wettelijke controles.
Alle accountantsorganisaties mogen wettelijke controles uitvoeren van de financiële
verantwoording van middelgrote en grote, niet-beursgenoteerde ondernemingen. In deze marktdynamiek treedt het wetsvoorstel niet. Het wetsvoorstel
ziet alleen op wettelijke controles en laat overige soorten controles en andere assurancedienstverlening
door accountantsorganisaties onverlet.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Indieners
-
Indiener
E. Heinen, minister van Financiën