Brief regering : Adviesrapport van het Adviescollege ICT-Toetsing over het programma DIL
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
34 244
Logistiek en goederenvervoer
Nr. 1333
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2025
Bijgevoegd vindt u het adviesrapport van het Adviescollege ICT-Toetsing (AcICT) over
het programma Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL). DIL is gericht op het versterken
van de logistieke ketens in Nederland. Het programma realiseert een innovatieve digitale
infrastructuur voor het delen van data binnen en tussen de logistieke ketens van wegvervoer,
binnenvaart, spoor, kustvaart en buisleidingen. Deze brief bevat de hoofdlijn van
het advies van het AcICT en de maatregelen die worden genomen om de aanbevelingen
op te volgen.
In de Kamerbrief over de hoofdlijnen van de herijkte Goederenvervoeragenda is de inzet
omschreven: een concurrerend, duurzaam, digitaal, veilig en veerkrachtig multimodaal
goederenvervoersysteem (Kamerstuk 34 244, nr. 10). Hiervoor is nodig dat vervoerders, verladers, overslagterminals in zeehavens en
het achterland niet alleen fysiek, maar ook digitaal naadloos met elkaar verbonden
zijn. Zo kunnen zij efficiënt en effectief sturen op de voortgang van het vervoer
van hun goederen en de conditie daarvan. Dat lukt de markt momenteel nog niet voldoende.
Er is een gebrek aan digitalisering, standaardisatie in de uitwisseling van data tussen
modaliteiten en digitale volwassenheid bij met name het MKB, waaruit zo’n 85 procent
van de logistieke ketens bestaat.
Het programma DIL pakt deze uitdaging aan. Het versnelt allereerst de realisatie van
de Basis Data Infrastructuur (BDI). Dat is een afsprakenstelsel waarmee logistieke ketenpartners volledig digitaal en geautomatiseerd zaken
kunnen doen. Op een efficiënte, veilige en vertrouwde manier. De BDI is één van de
instrumenten uit de Digitale Transport Strategie (Kamerstuk 26 643, nr. 581) waarmee het Ministerie van IenW invulling geeft aan de digitale prioriteit uit de
Goederenvervoeragenda.
De Nederlandse havenbedrijven, zee- en binnenlandse terminals, verladers en transportbedrijven
passen de BDI toe in waardevolle logistieke ketens. De start was in de mainports.
Inmiddels is de inzet uitgebreid naar het achterland. Daarbij gaat het om optimalisaties
in de afhandeling van zeecontainers, verdere beveiliging van het afhaalproces en het
digitaliseren van vrachtdocumenten. Tenslotte richt het programma zich met «Logistiek
Digitaal» op het verhogen van de digitale volwassenheid van MKB bedrijven in de logistieke
keten.
Het AcICT is van mening dat het programma DIL goed is ingericht en lopende en gewenste
verbeteringen in logistieke ketens versnelt. Daarnaast oordeelt AcICT dat de bijdrage
aan digitaal data delen tussen individuele bedrijven beperkt blijft. Implementatie
van de BDI is innovatief en voor individuele ondernemingen niet randvoorwaardelijk
voor waardevolle gegevensuitwisseling. Daardoor bestaat volgens het AcICT het risico
dat data delen volgens het afsprakenstelsel BDI niet beklijft na afloop van het programma.
Het Ministerie van IenW onderschrijft de bevindingen en het advies van AcICT en zal
het integraal opvolgen. De adviezen sluiten op hoofdlijnen aan bij ontwikkelingen
die al door het programma zijn ingezet. Specifiek zal het ministerie de drie aanbevolen
acties als volgt opvolgen.
1. Richt beheer en onderhoud op de resultaten van DIL zo snel mogelijk in.
De beheerorganisatie van de BDI zal eind 2025 zijn ingericht. Het Ministerie van IenW
heeft hier al bij de start van het programma DIL in 2022 het voortouw in genomen.
IenW zal in lijn met het advies van AcICT allereerst een blijvende rol spelen in de
uitvoering daarvan. Het ministerie zal ten tweede met de partners binnen DIL de verschillende
waardeketens voor de BDI specifieker in kaart brengen. Dat is nodig voor de structurele
bekostiging van de beheerorganisatie. Daarvoor zal het Ministerie van IenW ook samen
met onze buurlanden toewerken naar een Europese standaard en gezocht worden naar aansluiting
op aanvullende Europese fondsen. IenW is tenslotte ook voornemens om de BDI als open
standaard aan te melden op de «pas toe of leg uit»-lijst en de lijst aanbevolen standaarden
van het Forum Standaardisatie.
2. Zorg dat BDI concrete voordelen biedt voor individuele bedrijven in de logistieke
ketens.
Het Ministerie van IenW zal allereerst de BDI zo compact mogelijk houden en afstemmen
op het digitale volwassenheidsniveau van bedrijven en overheden in logistieke ketens.
Het programma zal de uitgangspunten van de BDI uitwerken in bedrijfsregels. Hiermee
kunnen bedrijven beoordelen wát ze moeten doen om de BDI toe te passen en controleren
óf ze er daadwerkelijk aan voldoen. Daarnaast zal het ministerie doorgaan met de ontwikkeling
van «halffabrikaten» die IT-ontwikkelaars bij bedrijven en dienstverleners helpen
om de BDI toe te passen. Deze bundelen beschikbare documentatie en softwarecode.
Ten tweede heeft DIL op dit punt een specifieke programmalijn opgestart gericht op
adoptie van de BDI door IT-dienstverleners in logistieke ketens. Het programma ontwikkelt
standaard uitwisselingsformaten en digitale interfaces die dienstverleners standaard
in producten en diensten voor het bedrijfsleven kunnen aanbieden. Ook gebruikt het
programma kleinschalige financieringsinitiatieven die de verdere adoptie en toepassing
van de BDI in de logistiek helpen.
3. Blijf de digitalisering van de logistieke sector bevorderen.
De huidige geopolitieke situatie vraagt van de overheid en het bedrijfsleven meer
aandacht voor de aanpak van ondermijning en het verstevigen van de nationale veiligheid.
Beveiligde digitale logistiek is hiervoor randvoorwaardelijk. Het Ministerie van IenW
buigt zich in dit kader ook over het vraagstuk of de BDI als digitale infrastructuur
als «vitale infrastructuur» kan worden aangemerkt. Daarnaast spelen toezichthouders
een belangrijke rol in de volledige digitalisering van alle informatie-uitwisseling
in het multimodale goederenvervoer, de hoofddoelstelling van de digitale transport
strategie van het Ministerie van IenW. Zij zullen zichzelf meer als onderdeel van
logistieke ketens moeten gaan zien. Toezicht houden via het raadplegen van data zorgt
immers voor minder fysieke interventies in logistieke stromen. Vandaar dat Rijkswaterstaat,
de ILT, NVWA en Douane reeds betrokken zijn bij eenduidige toepassing van de BDI.
Zodat het bedrijfsleven op één vertrouwde en veilige digitale manier informatie kan
delen met de overheid. Tenslotte verkent IenW met het Ministerie van BZK of er, in
analogie aan de sinds 2019 verplichte elektronische factuur, een verplichting tot
het gebruik van een digitale vrachtbrief (eCMR) bij alle leveringen aan de Rijksoverheid
kan worden ingevoerd.
Het Ministerie van IenW zal tenslotte na afloop van het programma DIL een blijvende
rol moeten spelen in het bevorderen van digitalisering in de logistieke keten. Het
ministerie herkent de conclusie van AcICT dat de baten van de huidige «living labs»
in het programma voornamelijk neerslaan bij de Port Community systemen van de mainports
(Portbase en Cargonaut) en hun gebruikers. Daarom zal het ministerie prioriteit geven
aan living labs gericht op het achterland. En toewerken naar concreet commitment bij
ketenpartners om ook ná 2027 te blijven investeren in het gezamenlijk realiseren van
ons digitale doel.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat