Brief regering : Beleidsreactie Periodieke Rapportage cultuureducatiebeleid 2013-2022
32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid
Nr. 538
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2025
Een rijke leeromgeving is het fundament voor kinderen en jongeren om zich verder te
kunnen ontwikkelen. Cultuureducatie maakt een belangrijk onderdeel uit van deze rijke
leeromgeving en legt de basis voor de culturele en creatieve ontwikkeling. Het leert
onder meer kritisch en creatief nadenken, het opent gesprekken die niet vanzelfsprekend
zijn en het doet (onvermoede) talenten ontdekken. Naast dat cultuureducatie in de
vrije tijd plaatsvindt, is het ook een wettelijk verplicht onderdeel van het curriculum
van het funderend onderwijs.
Vaak vindt de eerste kennismaking met cultuureducatie plaats op of via school. Dit
is van grote waarde, omdat niet ieder kind met diens ouders in een museum komt, naar
een toneelvoorstelling gaat of een muziekinstrument in handen krijgt.
Kunst en cultuur kunnen direct of indirect bijdragen aan de basisvaardigheden lezen,
schrijven en rekenen. Het schrijven van een rap of lezen van een literaire klassieker
verbindt verschillende vakgebieden en zorgt voor een uitdagend en rijk curriculum
voor leerlingen. Scholen zijn zelf regisseur van de wijze waarop zij uitvoering geven
aan cultuureducatie in de klas. Met culturele partners aan hun zijde, zoals kunstvakdocenten,
geven ze daaraan samen betekenis en invulling. Daarvoor is een stabiele basis en een
goed samenspel tussen cultuur en onderwijs nodig.
Op 26 maart 2024 ontving uw Kamer van de toenmalige Staatssecretaris voor Cultuur
en Media de Periodieke rapportage Cultuureducatiebeleid 2013–2022, de Monitor Cultuureducatie
primair onderwijs 2022–2023 en de Monitor Cultuureducatie voortgezet onderwijs 2022–2023
(Kamerstuk 32 820, nr. 519). In bijlagen 1 tot en met 4 van deze brief vindt u een beknopte samenvatting van
de Periodieke rapportage, het rapport zelf en de monitors. In bijlage 5 vindt u de
eindrapportage van de evaluatie van de pilot MBO Cultuurkaart 2022–2024.1 Op basis van de uitkomsten van deze evaluatie concludeer ik dat de pilotfase voor
de MBO Cultuurkaart succesvol is geweest. De evaluatie wijst uit dat de kaart een
sterke impuls is voor mbo-studenten om met kunst en cultuur in aanraking te komen,
waarbij het onderwijs wordt verrijkt. Op basis hiervan heb ik besloten om de MBO Cultuurkaart
met budget ook de komende vier jaar voort te zetten, gezamenlijk met de Cultuurkaart
in het voortgezet onderwijs. In de afweging voor het vervolg is meegenomen hoe op
een zo efficiënt mogelijke manier en met juiste inzet van middelen een zo groot mogelijke
doelgroep bereikt kan worden. Hiermee blijft dit kabinet zich ook in 2025–2028 inzetten
voor de ondersteuning van cultuureducatie in het po, vo en mbo.
Uit de rapporten en monitors zijn aanbevelingen gekomen die het cultuureducatiebeleid
kunnen versterken. Middels deze brief bied ik u mijn beleidsreactie aan waarin ik
inga op de uitkomsten en aanbevelingen uit deze rapporten. Ik heb drie hoofdlijnen
gedestilleerd waar ik mij de komende periode voor wil gaan inzetten:
1. Het aansluiten bij ontwikkelingen in het onderwijsveld (onder andere curriculumherziening
en focus op de basisvaardigheden).
2. Het vergroten van de samenhang van de verschillende (stimulerings)programma’s en tegengaan
van versnippering.
3. Het onderzoeken van een structurele aanpak voor Cultuureducatie met Kwaliteit na 2028.
Ik vind het van belang de ontwikkelingen op het gebied van cultuureducatie goed te
blijven volgen. Dat geldt voor de uitvoering en organisatie van cultuureducatie op
school, maar ook voor de monitoring van de culturele en creatieve ontwikkeling van
kinderen en jongeren. Met leidende partijen uit het veld van cultuur en onderwijs
wil ik bezien of we dit nog beter in kaart kunnen brengen.
«Wat fijn aan de lessen van KIDD is, is de afwisseling tussen bewegen en luisteren.
De lessen zijn hartstikke leuk en het bijzondere is dat iedereen meedoet. Zelfs als
een kind zich niet direct aansluit bij een les, kijken de kunstenaars hoe het op zijn
of haar manier toch kan participeren. Je leert je gêne opzij te zetten en met respect
naar elkaar te kijken. Alles wat je wilt doen is goed en is kunst! Je mag vrij bewegen
en zijn wie je bent. Dit alles is ontzettend waardevol.»
Leerkracht, groep ½
Theatergezelschap BonteHond werkt sinds 2013 aan het verstevigen van cultuureducatie
in Almere via het programma «Kunst is Dichterbij dan je Denkt» (KIDD). Sinds 2021
is Collage, Centrum voor cultuuronderwijs Almere, mede-penvoerder van het programma.
KIDD draagt bij aan het ontwikkelen van sleutelvaardigheden als in jezelf geloven,
creatief zelfvertrouwen en het reguleren van emoties. Deze effecten werken nog tientallen
jaren door in de ontwikkeling van het kind. Het programma bezit ook de bijzondere
eigenschap om het verschil tussen kansrijke en kansarme jeugd te verkleinen. Het duurzame
karakter van KIDD heeft een positief effect op zelfcontrole en werkgeheugen. Dit heeft
weer positief effect op gezondheid en welzijn en vermindert crimineel gedrag. Jaarlijks
worden binnen dit programma ruim 18.620 culturele activiteiten voor leerlingen op
en buiten de school in Almere georganiseerd.
(https://kunstisdichterbijdanjedenkt.nl)
Hoofdlijnen voor de toekomst
1. Het aansluiten bij ontwikkelingen in het onderwijsveld (onder andere curriculumherziening
en de focus op basisvaardigheden)
De uitdagingen in het onderwijsveld zijn groot. Zoals genoemd in de Kamerbrief van
11 oktober 2024 zet dit kabinet alle zeilen bij om de dalende prestaties op lezen,
schrijven en rekenen te keren (Kamerstuk 31 289, nr. 593). Dat begint bij de basis: een duidelijk curriculum met focus op lezen, schrijven
en rekenen. De actualisering van het curriculum is een uitgelezen kans om focus en
richting in de kerndoelen aan te brengen. Dat betekent dat er ook kansen liggen om
leergebieden integraal aan te bieden, want lezen, schrijven en rekenen krijgen pas
echt betekenis in combinatie met bijvoorbeeld geschiedenis, technologie of cultuur.
Daarnaast zijn kunst en cultuur uiteraard op zichzelf van waarde: het beoefenen van
en deelnemen aan cultuur zijn een verrijking voor ieders leven en belangrijk voor
de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Daarom hebben de aangescherpte kerndoelen
voor kunst en cultuur een eigenstandige plek in het landelijk vastgelegde curriculum.
De aanbevelingen uit de rapporten moeten worden geplaatst binnen de bredere ontwikkelingen
in het onderwijsveld: focus op de basis en het tegengaan van overladenheid in het
curriculum. Daarom gaan we aan de slag met een integrale visie op onderwijs en cultuur
die aansluit bij de prioriteiten van dit kabinet en bij de huidige uitdagingen waar
het onderwijsveld voor staat.
• De aangescherpte kerndoelen zijn de komende jaren het uitgangspunt voor het cultuureducatiebeleid
en de aansluiting op de onderwijspraktijk. We gaan kijken hoe de samenhang tussen
het wettelijk curriculum en het beleidsinstrumentarium voor cultuureducatie verder
versterkt kan worden.
• We volgen de ontwikkelingen in het onderwijsveld, het beproeven van de aangescherpte
kerndoelen en de implementatie daarvan op de voet. In de komende periode dragen we
er zorg voor dat Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK, zie ook onder 3) goed blijft
aansluiten op ontwikkelingen binnen en behoeften van het onderwijsveld. Naast dat
scholen en leerkrachten handvatten aangereikt krijgen om te werken met de nieuwe kerndoelen,
willen we deze kennis ook overdragen aan het culturele veld, zodat ook zij goed kunnen
aansluiten op wat scholen nodig hebben.
«Door cultuureducatie te integreren in het burgerschapsonderwijs creëren we een onderwijsomgeving
waarin cultuur en samenleving hand in hand gaan, waardoor leerlingen niet alleen leren
over de wereld, maar er ook actief onderdeel van uitmaken.»
Abe Simao, onderwijsadviseur
De ontwikkeling van Cultuureducatie met Kwaliteit op Bonaire heeft aangetoond dat
samenwerking, vastberadenheid en creativiteit essentieel zijn. Het succes van het
programma heeft niet alleen de kwaliteit van het cultuuronderwijs verbeterd, maar
ook de betrokkenheid van leraren en leerlingen vergroot. Door Cultuureducatie met
Kwaliteit verder te integreren binnen het schoolcurriculum kunnen we ervoor zorgen
dat kunst en cultuur een structureel onderdeel worden van het onderwijs op Bonaire.
«Kijk eens wat er staat: terugblik op vier jaar CmK», LKCA-publicatie (2025)
2. Versimpeling en het vergroten van samenhang tussen de (stimulerings)programma’s
Het belangrijkste punt dat naar voren komt uit de periodieke rapportage is dat er
door de jaren heen een ingewikkeld geheel aan beleidsmaatregelen is ontstaan. Scholen
en culturele organisaties hebben te maken met een veelheid aan stimulerende maatregelen
voor cultuureducatie, die niet altijd logisch op elkaar aansluiten. Er is een grote
behoefte aan eenvoudiger en overzichtelijker beleid, met name aan een drastische vermindering
in het aantal beleidsmaatregelen.
Om het voor de uitvoerders, zijnde scholen en culturele organisaties, makkelijker
te maken ga ik het volgende doen:
• In 2026 wil ik komen tot een mogelijke aanpak voor de versimpeling van het instrumentarium
vanaf 2029. Dat kan vooral door naar de samenhang van alle regelingen te kijken. Ik
denk daarbij aan de instrumenten en programma’s als Cultuureducatie met Kwaliteit,
de cultuureducatieregelingen bij het Fonds voor Cultuurparticipatie, School & Omgeving,
de Cultuurkaart voor het vo en mbo en de brede regeling combinatiefunctionarissen.
Ik doe dit in samenspraak met mijn partners in het cultuur- en onderwijsveld.
De samenwerking tussen Rijk, provincies en gemeenten is van groot belang voor een
goed werkend ecosysteem voor cultuureducatie. Met landelijk, provinciaal en gemeentelijk
beleid ondersteunen we als overheden gezamenlijk een omgeving waarbinnen cultuurmakers,
kunstvakdocenten, leerkrachten en schoolleiders elkaar kunnen vinden, ontmoeten en
samen kunnen werken aan de culturele en creatieve ontwikkeling van kinderen en jongeren.
De ambitie om hier de komende vier jaar aan te blijven werken staat beschreven in
de Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening 2025–2028 (BAC), die op 10 januari in
de Staatscourant zijn gepubliceerd (Stcrt. 2025, 1756). Cultuureducatie wordt daarbij bezien in samenhang met aanverwante thema’s, zoals
talentontwikkeling en buitenschoolse cultuureducatie. De overheden spreken hierin
de ambitie uit om beleid in samenhang te ontwikkelen, met aandacht voor waardevolle
verbindingen tussen domeinen, zoals cultuur en onderwijs. Een mooi voorbeeld hiervan
is de ambitie om cultuureducatie op gemeentelijk niveau op te nemen in de Lokale Educatieve
Agenda (LEA).
3. Het onderzoeken van een structurele aanpak voor Cultuureducatie met Kwaliteit
In de periodieke rapportage wordt benoemd dat het belangrijk is om voor meer continuïteit
en zekerheid te zorgen in de financiering van cultuureducatie. Veel stimulerende maatregelen
zijn van tijdelijke aard, wat een structurele aanpak en inbedding van de infrastructuur
en samenwerkingsverbanden die de afgelopen jaren tussen cultuur en onderwijs zijn
opgebouwd, in de weg staat.
Het belangrijkste voorbeeld hiervan is het landelijk subsidieprogramma Cultuureducatie
met Kwaliteit (CmK), dat wordt uitgevoerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie
in samenwerking met het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst
(LKCA). Twaalf jaar geleden is Cultuureducatie met Kwaliteit begonnen als een stimuleringsmaatregel
om de kwaliteit van cultuureducatie een impuls te geven. Aanvankelijk alleen beschikbaar
voor het primair onderwijs, is de regeling inmiddels ook beschikbaar voor het voortgezet
en middelbaar beroepsonderwijs. Als stimuleringsmaatregel speelde Cultuureducatie
met Kwaliteit makkelijk in op ontwikkelingen in het onderwijs. In de tussentijd is
er een landelijk dekkende ondersteuningsstructuur voor cultuureducatie ontstaan, waarbij
gemeenten en provincies de bijdrage van het Rijk aanvullen (zogeheten «matching»).
Daarbij ondersteunen lokale culturele organisaties het onderwijs bij de invulling
en uitvoering van cultuureducatie, vanuit de vraag van de school. In 2022 deed 57%
van de scholen in het primair onderwijs mee aan Cultuureducatie met Kwaliteit. De
deelname in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs nam in de afgelopen
jaren toe, blijkt uit de publicatie «Kijk eens wat er staat: terugblik op vier jaar
CmK».2 Uit het onderzoek van het LKCA komt ook naar voren, dat cultuureducatie door Cultuureducatie
met Kwaliteit een gezamenlijke verantwoordelijkheid is geworden, niet alleen van de
verschillende overheden, maar ook van culturele instellingen en scholen.
Partners uit het cultuur- en onderwijsveld geven aan dat het nodig en wenselijk is
om de stap te zetten richting een duurzame borging van de landelijke ondersteuningsstructuur
die met Cultuureducatie met Kwaliteit is opgebouwd. Ook mijn bestuurlijke partners
bij gemeenten en provincies onderschrijven deze wens. Inmiddels staat het landelijk
subsidieprogramma stevig aan de basis van cultuureducatie op scholen. Wat begonnen
is als stimuleringsprogramma moet een structurele inbedding krijgen in het landelijk,
regionaal en lokaal beleid om scholen en hun culturele partners blijvend te kunnen
ondersteunen. Om te onderzoeken hoe dit mogelijk kan worden gemaakt, doe ik het volgende:
• Om te bepalen wat er nodig is voor structurele borging van Cultuureducatie met Kwaliteit
in het landelijk, regionaal en lokaal beleid start ik in 2025 een denktank met gemeenten,
provincies en partners uit het cultuur- en onderwijsveld, die dit vraagstuk gaan uitwerken.
Hierbij laat ik mij graag voeden door de behoeften uit het veld. Deze denktank krijgt
vorm binnen de ontwikkelagenda van de Bestuurlijke Afspraken Cultuurbeoefening (BAC).
Tot slot
De afgelopen jaren is door partners uit het cultuur- en onderwijsveld een stevige
basis voor de versterking van cultuureducatie gelegd. Ook de komende periode zal het
kabinet blijven investeren in cultuureducatie, onder andere met programma’s als Cultuureducatie
met Kwaliteit en de Cultuurkaart in het vo en mbo. De komende vier jaar zet ik deze
aanpak voort en werk ik toe naar een nieuwe, structurele, beleidslijn vanaf 2029 met
inbedding van de in de afgelopen jaren opgebouwde infrastructuur en samenwerkingsverbanden.
Met de in deze brief benoemde hoofdlijnen heb ik u geïnformeerd over de wijze waarop
ik mij ervoor zal inzetten om deze basis de komende jaren verder te verbeteren en
te bestendigen.
Mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap