Brief regering : Certificering en ramingstoelichting Wet tegenbewijsregeling box 3
36 706 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 om een tegenbewijsregeling te introduceren bij het bepalen van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (Wet tegenbewijsregeling box 3)
Nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2025
Bijgevoegd vindt u de ramingstoelichting en de certificeringsnotitie van de Wet tegenbewijsregeling
box 3. Met dit wetsvoorstel wordt de belastingheffing in box 3 in overeenstemming
gebracht met enkele uitspraken van de Hoge Raad en wordt er een tegenbewijsregeling
geïntroduceerd. Belastingplichtigen worden dan ofwel belast op basis van het forfaitair
berekende rendement, ofwel op basis van het lagere werkelijke rendement.
Dit wetsvoorstel is op 13 maart jongsleden bij uw Kamer ingediend. Idealiter is het
zogeheten «certificeringsproces» met het Centraal Planbureau (CPB) afgerond bij de
publicatie van het wetsvoorstel. Vanwege de complexiteit van de raming en de strakke
planning van het wetsvoorstel was dit helaas niet mogelijk.
Bij het certificeringsproces beziet het CPB als onafhankelijke instantie de budgettaire
effecten van belastingmaatregelen, inclusief de inschatting van de gedragseffecten.
De basis hiervoor ligt in empirisch onderzoek, voor zover dit beschikbaar is. Dit
houdt in dat het CPB toetst of de ramingen «neutraal en redelijk« zijn. Ook geeft
het CPB de mate van onzekerheid van een raming weer, wat de kwaliteit en transparantie
van de ramingen bevordert.
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën