Brief regering : Inspectierapport sociale veiligheid Sacred Heart School
31 293 Primair Onderwijs
Nr. 799
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2025
Op 16 december 2024 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de spoedaanwijzing die aan de
Stichting Katholiek Onderwijs Saba (hierna: SkoSaba) is opgelegd naar aanleiding van
de grote zorgen van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) omtrent de
veiligheid van de leerlingen en het personeel van de Sacred Heart School (hierna:
SHS).1 Deze spoedaanwijzing heb ik opgelegd op basis van de eerste onderzoeksbevindingen
van de inspectie, zoals vastgelegd in het rapport dat is vastgesteld op 3 december
2024. Met deze brief informeer ik uw Kamer over het definitieve inspectierapport gepubliceerd
op 11 april 2025. Hierin zijn de definitieve bevindingen opgenomen uit het specifiek
onderzoek naar de sociale veiligheid op de school, dat in november vorig jaar door
de inspectie is uitgevoerd. U vindt dit rapport als bijlage bij deze brief.
Sociale veiligheid niet op orde
De inspectie heeft geconstateerd dat het bevoegd gezag van de SHS al langere tijd
en in ernstige mate onvoldoende zorg draagt voor de sociale veiligheid van leerlingen.
Er is sprake van een onveilige schoolomgeving voor de leerlingen, zowel op het gebied
van sociale, psychische en fysieke veiligheid. Ook zijn de randvoorwaarden niet aanwezig
voor het personeel om goed onderwijs te kunnen geven aan de leerlingen. Het ontbreekt
daarbij al langere tijd aan (voldoende) ingrijpen vanuit het bevoegd gezag en daarmee
(het bestuur van) de school, waardoor de geconstateerde tekortkomingen zowel door
hen gecreëerd als in stand gehouden worden.
Wanbeheer
Op basis van deze bevindingen heeft de inspectie in het rapport van 25 maart 2025
geconstateerd dat er sprake is van wanbeheer op grond van artikel 122, tweede lid,
onder f, WPO BES. Het bestuur handelt in strijd met de zorgplicht voor de sociale
veiligheid van leerlingen. Dit leidt en dreigt te leiden tot het toebrengen van ernstige
sociale, psychische en/of fysieke schade aan een of meer leerlingen. Ook concludeert
de inspectie dat het bestuur in ernstige mate de zorg verwaarloost voor de veiligheid
van de staff, als bedoeld in artikel 122, tweede lid, onder e WPO BES.
Het definitieve inspectierapport bevestigt de eerste onderzoeksbevindingen van de
inspectie, zoals vastgelegd in het rapport dat is vastgesteld op 3 december 2024.
Spoedaanwijzing
In het voorlopige rapport, dat op 3 december 2024 is vastgesteld, sprak de inspectie
al over een wezenlijk vermoeden van wanbeheer. Op basis daarvan heb ik een spoedaanwijzing
opgelegd aan het bevoegd gezag. In de brief van 16 december 2024 heb ik uw Kamer hiervan
op de hoogte gesteld.2
In de spoedaanwijzing heb ik een zevental maatregelen opgenomen die nodig zijn om
de (sociale) veiligheid op de school te herstellen. Deze maatregelen omvatten onder
andere het aanstellen van (ondersteunend) personeel, het inzetten van handhaving in
de pauzes en het herstellen van de ondersteuning van het expertisecentrum onderwijszorg.
Buiten deze maatregelen uit de spoedaanwijzing moet het bevoegd gezag van de SHS ook
aan de slag met de herstelopdrachten van de inspectie met als doel het herstellen
van de sociale, psychische en fysieke veiligheid van de leerlingen en de leerkrachten
op de school.
Vervolg
Mijn ministerie staat zowel in nauw contact met de inspectie als met het bevoegd gezag
zelf. Mijn ministerie ziet dat het bestuur stappen maakt met de opgelegde maatregelen.
Op korte termijn moet verbetering zichtbaar worden. De inspectie zal hierop blijven
toezien. Op basis daarvan zal ik mij beraden of nadere maatregelen nodig zijn. Hierbij
staat het belang van de leerlingen bij mij op de eerste plaats. Zij hebben recht op
goed onderwijs en een ononderbroken ontwikkeling. Het feit dat dit de enige basisschool
is op Saba maakt dat extra zorgelijk. De leerlingen verdienen op de kortst mogelijke
termijn goed onderwijs. Ik informeer uw Kamer wederom zodra de omstandigheden daar
aanleiding toe geven.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap