Brief regering : Uitvoering van twee moties van het lid Kostic inzake de wolf (Kamerstuk 33576-436 en Kamerstuk 33576-437)
33 576 Natuurbeleid
Nr. 448
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2025
Op 1 april 2025 heeft uw Kamer twee moties aangenomen die ik tijdens het plenaire
wolvendebat van 25 maart 2025 heb ontraden. Met deze brief informeer ik u over de
wijze waarop ik invulling geef aan deze moties.
De motie van de leden Kostić (PvdD), Boomsma (NSC), Van Campen (VVD), Graus (PVV)
en Bromet (GL-PvdA) (Kamerstuk 33 576, nr. 436) verzoekt de regering te verkennen tegen welke obstakels dierhouders aanlopen met
betrekking tot subsidies voor adequate wolfwerende maatregelen en voor de zomer aan
de Kamer te rapporteren wat de regering gaat doen om de bestaande subsidies toegankelijker
te maken.
Subsidies voor wolfwerende maatregelen zijn een provinciale aangelegenheid. Ik zal
samen met provincies verkennen wat de vermeende obstakels zijn voor veehouders om
gebruik te maken van de huidige subsidieregelingen die de provincies hebben opengesteld.
Ik zal uw Kamer daar voor de zomer over informeren. Het Team Veebescherming, één van
de activiteiten uit de Landelijk Aanpak Wolven (Kamerstuk 33 576, nr. 405), zal in de toekomst naar verwachting kunnen helpen bij het wegnemen van deze obstakels.
Daarnaast wordt een inventarisatie uitgevoerd naar de financiële mogelijkheden die
Europese fondsen bieden voor het verstevigen van de bescherming van gehouden dieren
tegen te wolf. Hierin wordt er gekeken naar de verschillende fondsen en hun voorwaarden
en het gebruik van deze fondsen in andere EU-landen. De inventarisatie zal inzicht
geven in de obstakels en mogelijkheden voor het aanvragen van subsidies op nationaal
en EU-niveau, waarbij ook advies gegeven zal worden voor het vergemakkelijken van
subsidieaanvragen voor houders van dieren. Dit advies zal ik voor de zomer bespreken
met de provincies. Deze inventarisatie geeft ook invulling aan de motie van de leden
Podt (D66) en Vedder (CDA) (Kamerstuk 33 576, nr. 431).
De motie van de leden Kostić (PvdD) en Graus (PVV) (Kamerstuk 33 576, nr. 437) verzoekt de regering om in wolvengebied een tijdelijke stop te laten instellen op
beheer van en jacht op de belangrijkste prooien van de wolf, en te monitoren welke
invloed dat heeft op het aantal incidenten met de wolf.
Op dit moment zijn er nog geen gegevens over het dieet van de wolf in Nederland. Er
wordt momenteel door de Universiteit van Leiden gewerkt aan de afronding van een meerjarig
dieetonderzoek. Dit onderzoek zal binnenkort worden gepubliceerd. Het is waarschijnlijk
dat het dieet van de wolf in Nederland, net als in Duitsland en Vlaanderen, voor veruit
het grootste deel uit wilde hoefdieren bestaat. Ree vormt daarin het belangrijkste
aandeel van het dieet, dat verder wordt aangevuld door wild zwijn, edelhert en damhert.1
Ree, wild zwijn, edelhert en damhert staan op bijlage IX van het Besluit Activiteiten
Leefomgeving (Bal). Voor hen geldt de bescherming van artikel 11.54 van het Bal. Jacht
op deze soorten is niet toegestaan.2 Beheer van ree, wild zwijn en edelhert is een provinciale bevoegdheid. Beheer van
deze soorten kan plaatsvinden op basis van een, door de provincie goedgekeurd, faunabeheerplan.
Ik vind het belangrijk dat beheer doorgang kan vinden als er bijvoorbeeld schade is
aan landbouwgewassen, gevaar voor de verkeersveiligheid of risico op verspreiding
van ziektes zoals de Afrikaanse varkenspest. Ik ga ervan uit dat de provincies altijd
zorgvuldig afwegen of beheer echt noodzakelijk is. Bovendien houden faunabeheereenheden
en terreineigenaren nu al rekening met de aanwezigheid van de wolf en worden er bijvoorbeeld
op de Veluwe al minder wilde zwijnen en edelherten afgeschoten.3
De invloed van het beheer van de prooidieren van de wolf op de predatie van c.q. incidenten
met landbouwhuisdieren door de wolf is niet bekend. De motie van het lid Grinwis c.s.
(Kamerstuk 33 576, nr. 429), die tegelijkertijd met deze motie is aangenomen, vraagt om dit te onderzoeken.
Ik wil dit onderzoek op korte termijn laten uitvoeren.
Aangezien het beheer een provinciale bevoegdheid betreft zal ik het verzoek van de
Kamer bespreken met provincies en u hierover voor de zomer informeren. Ik zal hen
daarbij vragen om bij het beheer van de prooisoorten van de wolf, daar waar dat nog
niet gebeurt, rekening te houden met de aanwezigheid van de wolf en, waar mogelijk,
ook te monitoren welke invloed dat heeft op het aantal incidenten. De uitkomsten van
het onderzoek naar de invloed van het beheer van prooidieren op de predatie van landbouwhuisdieren
zal ik te zijner tijd ook terugkoppelen aan de provincies. Het is vervolgens aan de
provincies om op basis van al deze informatie te besluiten over het beheer in bepaalde
gebieden.
Ik zal de Kamer voor de zomer nader informeren over de overige moties over wolven
die zijn aangenomen.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur