Brief regering : Aanwezigheidsverzoek commissiedebat Nationale veiligheid en weerbaarheid

Nr. 271
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 april 2025

Donderdag 15 mei a.s. staat het Commissiedebat Nationale veiligheid en weerbaarheid
gepland. Momenteel is hier door uw Kamer de Minister van Justitie en Veiligheid voor
uitgenodigd. Onze collega van Justitie en Veiligheid en wij zijn gezamenlijk verantwoordelijk
voor de coördinatie van de overheids- en maatschappijbrede aanpak om de weerbaarheid
tegen militaire en hybride dreigingen te versterken.

Als Minister en Staatssecretaris van Defensie zijn wij medeverantwoordelijk voor het
bevorderen van de weerbaarheid van Nederland en hebben wij specifieke verantwoordelijkheden
voor het vergroten van de militaire paraatheid. In het geval van de Minister gaat
het bijvoorbeeld om de samenstelling, inrichting en inzet van de krijgsmacht en in
het geval van de Staatssecretaris bijvoorbeeld om de personele en materiele gereedstelling
hiervan. Zoals beschreven in de door de commissie voor dit debat geagendeerde Kamerbrief
Weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen die uw Kamer heeft ontvangen op
6 december 2024 (Kamerstuk 30 821, nr. 249), bestaat de weerbaarheidsopgave uit het vergroten van zowel de maatschappelijke
weerbaarheid als de militaire paraatheid. Een weerbare samenleving helpt om militair
conflict te voorkomen. Daarnaast heeft de krijgsmacht de samenleving hard nodig om
die te kunnen beschermen, onder andere door civiele ondersteuning.

Wij hechten daarom sterk aan onze aanwezigheid bij het debat dat uw Kamer over dit
onderwerp voert en dat op 15 mei a.s. gepland staat. Op dezelfde dag staat echter
het Plenair Debat Hawija/commissie Sorgdrager gepland waarvoor de Minister van Defensie
is uitgenodigd. Hoewel wij een spoedige behandeling van beide thema’s voorstaan, willen
wij uw Kamer via deze weg het verzoek voorleggen om het Commissiedebat Nationale veiligheid
en weerbaarheid te verplaatsen naar een ander moment zodat wij aanwezig kunnen zijn.

De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans

De Staatssecretaris van Defensie,
G.P. Tuinman