Brief regering : Uitvoer van militaire goederen naar Maleisië
22 054 Wapenexportbeleid
Nr. 456
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP EN VAN BUITENLANDSE
ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2025
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk
2010–2011, 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de
drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen
naar EUR 2.000.000,– (Kamerstuk 2011–2012, 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning
voor de uitvoer van militair materieel naar Maleisië.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer
van een radarsysteem inclusief bijbehorende programmatuur, technologie en technische
ondersteuning naar Maleisië. De eindgebruiker van de goederen is de marine van Maleisië.
De goederen worden geïntegreerd in een marineschip.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt
inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van het meest relevante criterium
hieronder wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van
de volgende argumenten:
Handhaving regionale stabiliteit (CR4)
In de Zuid-Chinese Zee is al geruime tijd sprake van diverse maritieme geschillen,
in het bijzonder over eilanden in dit gebied. Er zijn overlappende claims in de Zuid-Chinese
Zee tussen China, Vietnam, Taiwan, de Filipijnen, Maleisië, en Brunei. Maleisië claimt
delen van de Spratly-eilanden op basis van het Zeerechtverdrag en heeft op vijf eilanden
militairen gestationeerd. Ondanks oplopende spanningen is er geen sprake van openlijke
vijandigheden of militaire strijd/botsingen met Maleisië.
In het algemeen lost Maleisië zijn geschillen met buurlanden op diplomatieke wijze
op en beroept zich hierbij doorgaans op de mechanismen van het internationaal recht,
waaronder het Internationaal Gerechtshof. Daardoor is militaire escalatie van de geschillen
rond de Spratly-eilanden met een directe rol voor Maleisië vooralsnog niet waarschijnlijk.
In 2025 is Maleisië voorzitter van ASEAN waarmee het land een belangrijke rol vervult
in het behouden van de regionale stabiliteit. Maleisië heeft daarnaast in de afgelopen
jaren een belangrijke faciliterende rol gespeeld bij het bereiken van een vredes-
en autonomieregeling met de Islamitische afscheidingsbeweging op Mindanao (Filipijnen).
Er is om deze redenen geen duidelijk risico dat de goederen ingezet zullen worden
voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken.
Toetsing aan criterium 4 heeft geleid tot een positief oordeel.
Ten aanzien van de overige criteria gelden geen bijzonderheden, deze zijn positief getoetst.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken