Brief regering : Reactie op verzoek van het lid Olger van Dijk, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 4 februari 2025, over de werkomstandigheden op het ministerie

Nr. 88
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2025

Het lid Olger van Dijk (NSC) heeft tijdens de regeling van werkzaamheden op 4 februari
2025 gevraagd naar een reactie van het kabinet over de sociale veiligheid bij het
Rijk en om in deze reactie de aantijging richting de bewindspersonen van IenW mee
te nemen1. Aanleiding waren de uitkomsten van de FNV-onderzoeken bij diverse ministeries, meest
recent bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal de Kamer binnenkort
informeren over het rijksbrede beeld ten aanzien van sociale veiligheid. Dit wordt
meegenomen in de Kamerbrief over de aanpak van discriminatie en racisme binnen de
Rijksoverheid.

In deze brief wordt ingegaan op het FNV-onderzoek bij IenW in relatie tot de door
lid Van Dijk genoemde aantijging. Deze brief is mede namens de Staatssecretaris van
IenW.

Het FNV-rapport is gebaseerd op een vragenlijst die onder medewerkers van het ministerie
is uitgezet. 167 mensen hebben de vragenlijst deels ingevuld, 935 helemaal. In de
vragenlijst zijn geen vragen opgenomen over de ervaringen met bewindspersonen. In
het FNV-rapport komt dit ook niet terug. Wel wordt in het FNV-rapport een lijst met
voorbeelden en reacties van medewerkers meegegeven op basis van een open vraag in
de enquête. Deze lijst bevat twee citaten van medewerkers die over mij en de Staatssecretaris
gaan. Meer informatie daarover is niet beschikbaar omdat de uitspraken anoniem zijn.
In de media is de aandacht vervolgens komen te liggen op deze twee citaten.

De Staatssecretaris en ik hebben daarbij als reactie gegeven het pijnlijk te vinden
als medewerkers van IenW uitspraken als racistisch en discriminerend ervaren. En dat
wij racisme en discriminatie binnen de organisatie niet tolereren.

Wij willen nogmaals benadrukken dat we staan voor een werksfeer waarin iedereen zich
gewaardeerd voelt ongeacht huidskleur, geloof of achtergrond. Het is belangrijk dat
ambtenaren zich durven uit te spreken als zij zich onveilig voelen en dat dergelijke
signalen serieus worden genomen. Het ministerie beschikt over een netwerk van interne
en externe vertrouwenspersonen waar mensen terecht kunnen. Ook kunnen zij bij hun
leidinggevenden terecht als ze melding willen doen van een sociaal onveilige situatie.

Naar aanleiding van eerdere signalen, waaronder over uitspraken van de Staatssecretaris,
zijn er diverse gesprekken georganiseerd met medewerkers om een sociaal veilige werkomgeving
te waarborgen. In die gesprekken hebben medewerkers aangegeven zich zorgen te maken
over de verharding van de samenleving, de ervaren toenemende polarisatie en discriminatie
en de invloed daarvan op hun werk. Aan de verschillende dialoogsessies wordt daarom
ook in 2025 een vervolg gegeven.

Het ministerie voert op dit moment goed overleg met de FNV en de andere bonden over
de uitkomsten van het FNV-onderzoek. Het ministerie vindt een sociaal veilige werksfeer
zeer belangrijk. Het ministerie laat daarom ook zelf periodiek onderzoek uitvoeren
naar de medewerkersbeleving en integriteit.

Het beeld is dat veel medewerkers het ministerie als een veilige werkomgeving ervaren,
maar dat geldt helaas niet voor iedereen en niet op alle plekken in de organisatie.
De aanbevelingen die door FNV zijn gedaan beschouwt het ministerie als waardevol en
een stimulans om het ingezette beleid nog verder te brengen met als doel een sociaal
veilige werkomgeving voor iedereen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener