Brief regering : Appreciatie van de motie van het lid Boswijk c.s. over het vervolgonderzoek naar de beveiliging van vitale infrastructuur met spoed uitvoeren (Kamerstuk 35207-95)
35 207 China
Nr. 97
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2025
De motie van het lid Boswijk c.s.1, ingediend bij het Tweeminutendebat China van 9 april 2025, verzoekt de regering
om het vervolgonderzoek naar de vraag welke verstrekkende beveiligingsmaatregelen
genomen moeten worden rond bijvoorbeeld vitale infrastructuur met spoed uit te voeren
en de Kamer voor de zomer van 2025 over de uitkomsten te informeren. Tijdens dit debat
is gevraagd om de motie voor 15 april te appreciëren. Via deze brief geef ik opvolging
aan dit verzoek.
De Kamer is op 19 maart al geïnformeerd2 over mogelijke sabotage- en spionage-risico’s van voertuigen. Met deze Kamerbrief
is invulling gegeven aan een eerdere motie van het lid Boswijk c.s.3, ingediend bij het debat van 16 april 2024 over de buitengewone Europese Raad. Die
motie verzocht de regering om onderzoek te doen naar de risico’s van elektrische auto’s
voor de nationale veiligheid en om de optie van gebiedsverboden als mogelijke mitigerende
maatregel hierin mee te nemen.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 19 maart kunnen de analyses van dit eerder afgeronde
onderzoek in een vertrouwelijke technische briefing nader worden toegelicht. Een van
de acties die het kabinet neemt is het starten van een vervolgonderzoek met als één
van de onderdelen om te komen tot het treffen van verstrekkende beveiligingsmaatregelen.
Hierbij worden reeds genomen maatregelen meegenomen en zullen specifieke objecten
en organisaties met een hoger risicoprofiel, bijvoorbeeld binnen vitale infrastructuur,
nader tegen het licht gehouden worden.
Op basis van deze reeds verstrekte informatie aan de Kamer en het al gestarte vervolgonderzoek
waar de elementen van de voorliggende motie al in zijn meegenomen, beoordeel ik de
motie als overbodig.
Daarbij zij opgemerkt dat het verzoek in de motie, om de maatregelen met spoed uit
te voeren en Kamer voor de zomer van 2025 over de uitkomsten te informeren, vanwege
de complexiteit van het vraagstuk niet haalbaar is. Mocht de motie toch in stemming
worden gebracht, dan moet de motie op die grond ontraden worden.
Het nemen van mogelijke maatregelen moet op een degelijke manier worden onderzocht
waarin proportionaliteit en uitvoerbaarheid een belangrijke rol spelen. Verder kent
Europa, zoals benoemd in de eerder genoemde Kamerbrief, geharmoniseerde typegoedkeuringseisen
voor voertuigen binnen de interne markt van de Unie. Daarom ligt het voor de hand
om eventuele maatregelen in Europees verband te bepleiten en mogelijk te implementeren.
Ook dit zal meer tijd vragen dan de gewenste tijdslijn van de motie. De Kamer zal
voor het eind van 2025 hierover verder worden geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Indieners
-
Indiener
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat