Brief regering : Geannoteerde agenda met de inzet voor de Voorjaarsvergadering van de Wereldbank 2025
26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee
Nr. 303
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2025
Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Financiën, de Geannoteerde Agenda
over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de Jaarvergadering van de Wereldbank.
Deze vindt van 21 tot en met 26 april 2025 plaats in Washington DC.
De zitting van het Development Committee op 24 april staat in het teken van werkgelegenheid. Volgens de Wereldbank zullen
in opkomende economieën in het komend decennium 1,2 miljard jongeren naar werk zoeken,
terwijl de schatting is dat er slechts 420 miljoen banen worden gecreëerd. De Wereldbank
wil deze kloof dichten via publiek en private sector-investeringen en hervormingen
die ondernemerschap en (internationale) investeringen stimuleren. Het Koninkrijk verwelkomt
deze focus, in lijn met de Nederlandse belangen zoals uiteengezet in de Beleidsbrief
Ontwikkelingshulp.
Naast het Development Committee vindt er een rondetafelconferentie plaats over de wederopbouw van Oekraïne en zal
het eindrapport van de 21ste middelenaanvulling van de International Development Association (IDA21) worden goedgekeurd.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
Geannoteerde Agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de vergadering
van het Development Committee (DC) van de Wereldbank
Aanleiding
De Voorjaarsvergadering van de Wereldbankgroep («de Bank») vindt plaats van 21 tot
en met 26 april in Washington D.C. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
vertegenwoordigt het Koninkrijk. De vergadering biedt een kans om de strategische
richting van de Bank te bepalen en de Nederlandse inzet te presenteren. Het kabinet
wil de krachten bundelen met de Bank op de prioriteiten uit de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp1 en zal deze daarom onder de aandacht brengen.
De Voorjaarsvergadering vindt plaats tegen de achtergrond van grote geopolitieke verschuivingen.
De Verenigde Staten zijn met 15,83% van het stemgewicht de grootste aandeelhouder
van de Bank (International Bank for Reconstruction and Development). Het besluit om de inzet van USAID grotendeels stop te zetten heeft al tot grote
gevolgen geleid bij de Bank. Veel door USAID gefinancierde instellingen en consultants
werken samen met de Bank in klantlanden. Dit leidt tot veel onzekerheid bij uitvoerders
en ontvangers van hulp, en raakt daardoor ook het werk van de Bank. Daarnaast evalueert
de nieuwe Amerikaanse regering, conform een Executive Order van 2 februari2 2025, de rol van de VS bij alle internationale organisaties, ook bij de Wereldbank.
Het kabinet volgt deze ontwikkelingen nauwlettend. De Verenigde Staten blijven, zowel
binnen als buiten de Bank, een belangrijke partner voor Nederland.
Het centrale thema van het Development Committee van deze Voorjaarsvergadering is banengroei: het creëren van werkgelegenheid voor
de groeiende bevolking in lage- en middeninkomenslanden. Daarnaast wordt opnieuw een
ministeriële rondetafel over de wederopbouw in Oekraïne verwacht, evenals de afronding
van de 21ste middelenaanvulling van de International Development Association (IDA21).
Hieronder volgt een korte beschrijving van de Bank en het belang ervan voor het Koninkrijk.
De Wereldbankgroep
De Bank ondersteunt lage- en middeninkomenslanden met financiering en beleidsadvies
om langetermijngroei en sociale ontwikkeling te bevorderen. Dit omvat zowel infrastructuurprojecten
als randvoorwaarden voor een gunstig investeringsklimaat, zoals transparante wet-
en regelgeving. In 2024 heeft de Bank USD 117 miljard aan financiering, subsidies
en garanties verleend.
Voor Nederland is de Bank een belangrijk instrument voor mondiale stabiliteit en handel.
Economische ontwikkeling in lage- en middeninkomenslanden vergroot de vraag naar goederen
en diensten uit landen als Nederland en draagt bij aan stabiliteit door armoedebestrijding
en conflictpreventie. Sinds twee jaar richt de Bank zich steeds meer op grensoverschrijdende
uitdagingen, zoals klimaatverandering en pandemieën, die ook direct bijdragen aan
de stabiliteit, gezondheid, welzijn en welvaart van Nederland.
Centrale thema Voorjaarsvergadering: «meer banen voor meer mensen»
Het Development Committee staat dit keer in het teken van werkgelegenheid. Volgens de Wereldbank zullen het
komend decennium 1.2 miljard jongeren in opkomende economieën naar werk zoeken, terwijl
slechts 420 miljoen banen worden gecreëerd3. De Bank wil deze kloof dichten via publiek en private sector-investeringen en hervormingen
die ondernemerschap en (internationale) investeringen stimuleren.
De Bank hanteert hierbij een veelzijdige aanpak: het combineert leningen aan kleine
ondernemingen met overheidsfinanciering om werkgelegenheid te ondersteunen. Ook investeert
de Bank in onderwijs en vaardigheden die aansluiten op de arbeidsmarkt. Daarbij wordt
speciale aandacht besteed aan jongeren, vrouwen en kwetsbare groepen. Daarnaast ondersteunt
de Bank arbeidswetgeving en sociale zekerheidsstelsels, zoals werkloosheidsuitkeringen,
pensioenen en ziektekostenverzekeringen, die bijdragen aan veerkrachtige arbeidsmarkten.
Inzet van het Koninkrijk
Het kabinet verwelkomt de focus op werkgelegenheid en ondersteunt de inzet van de
Bank, in lijn met de Nederlandse belangen zoals uiteengezet in de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp:
handel en economie, veiligheid en stabiliteit, en migratie. Door onze eigen investeringen
te koppelen aan de programma’s van de Bank kunnen Nederlandse belangen nog beter behartigd
worden.
1. Handel en economie: de private sector is de motor voor werkgelegenheid in lage- en middeninkomenslanden.
Het creëert direct banen en geeft ook een bredere economische impuls aan landen door
o.a. innovatie te stimuleren. Door te investeren in de thema’s van de beleidsbrief
kunnen lage- en middeninkomenslanden uitgroeien tot belangrijke handelspartners van
het Koninkrijk. Als onderdeel van de banenagenda zet het kabinet in op de versterking
van lokale bedrijven en waardeketens, handelsintegratie, verbeterde regelgeving, toegang
tot financiering, wegnemen van handelsblokkades, en trainen van werknemers. Speciale
aandacht voor vrouwen en jongeren is hierbij gewenst, om te waarborgen dat het economisch
potentieel van de hele bevolking wordt benut. Het kabinet zet daarbij in op de bevordering
van fatsoenlijke banen in lijn met internationale arbeidsnormen.
De Bank heeft hiertoe al belangrijke stappen gezet, bijvoorbeeld met de One World Bank aanpak, waarbij de private en publieke takken van de Bank gezamenlijk optrekken.
Dit gebeurt bijvoorbeeld via geïntegreerde landenkantoren, strategieën en resultatenrapportages.
Het Kabinet ziet kansen voor een nog sterkere rol van de Bank als makelaar tussen
private investeerders en klantlanden, zodat de behoeften van private investeerders
nog beter aansluiten op de meerjarige landenstrategieën van klantlanden.
De financiële fundamenten van klantlanden spelen een sleutelrol rol bij het aantrekken
van private investeringen. Het kabinet blijft zich bij de Bank daarom inzetten voor
de versterking van de financiële fundamenten van klantlanden, door o.a. betere belastinginning,
versterkte instituties en efficiëntere publieke uitgaven.
2. Veiligheid en stabiliteit: landen waar het openbaar bestuur goed functioneert, waar mensen in goede gezondheid
in hun levensonderhoud kunnen voorzien en waar jongeren kansen hebben, zijn vaak stabiele
landen. De financiële steun van de Bank helpt landen bij het aanpakken van sociaaleconomische
uitdagingen en het versterken van duurzame economische groei, wat bijdraagt aan algehele
stabiliteit.
Om landen zich duurzaam te helpen ontwikkelen, steunt de Bank landen bijvoorbeeld
met het versterken van goed bestuur. Zo helpt de Bank landen om de effectiviteit en
transparantie van overheidsinstellingen te verbeteren, om financieel beheer te versterken
en om informatie zoveel mogelijk openbaar te maken.
Het kabinet ziet ruimte voor de Bank om initiatieven te steunen, bijvoorbeeld via
landenstrategieën en daarbij gestelde hervormingen, die het goed functioneren van
overheden stimuleert bijvoorbeeld bij toegang tot en de handhaving van eigendoms-
en landrechten. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor startende ondernemers en de
groei van lokale bedrijven. De Bank kan landen ook adviseren over de modernisering
van rechtbanken, bijvoorbeeld via digitalisering en dossierbeheer. Het wegwerken van
achterstallige rechtszaken leidt tot meer zekerheid, productiviteit en een groter
vertrouwen in de rechtstaat. De Bank kan ook meer samenwerken met VN-organisaties,
regionale organen en maatschappelijke organisaties die zich richten op justitiële
hervorming van klantlanden.
Voor het kabinet zijn de drie nabuurregio’s van Europa vooral van belang: West-Afrika,
de Hoorn van Afrika en het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Deze regio’s omvatten nu
al een groot deel van alle conflicten wereldwijd en zullen de komende jaren een grote
bevolkingsgroei zien. Hierdoor is het van belang dat de Bank deze regio’s prioriteit
geeft bij de versterking van goed bestuur en de rechtstaat.
3. Migratie: instabiliteit, armoede en (jeugd)werkloosheid zorgen wereldwijd voor een toename
van migratiebewegingen, die ook Nederland raken. Door economische kansen te creëren
in klantlanden, vooral voor vrouwen en jongeren, neemt de noodzaak om te vluchten
af. Het kabinet steunt daarom de ambitie van de Bank om miljoenen banen te helpen
creëren in lage- en middeninkomenslanden, met name op het Afrikaanse continent.
Het kabinet steunt ook de activiteiten van de Bank om klantlanden te helpen met de
opvang van vluchtelingen in de regio, wanneer nodig. Zo heeft het kabinet met succes
gepleit voor een sterke inzet hierop tijdens de IDA21-onderhandelingen. Hiervoor is
USD 2,4 miljard gereserveerd bij IDA21.
Oekraïne rondetafelbijeenkomst
Maandag 24 februari 2025 was het drie jaar geleden dat Oekraïne werd binnengevallen
door Rusland. De oorlog heeft diepe humanitaire en economische gevolgen, ook internationaal.
In de vierde editie van de Rapid Damage and Needs Assessment (RDNA4) worden de wederopbouwkosten voor de komende tien jaar op USD 524 miljard
geschat, bijna drie maal het bnp van Oekraïne. Humanitaire noden in Oekraïne worden
ook complexer en steeds meer mensen zakken door de armoedegrens. De noden kunnen niet
alleen met humanitaire fondsen worden aangepakt maar vereisen de inzet en coördinatiekracht
van de Bank, bijvoorbeeld om het sociale zekerheidsstelsel te versterken en te zorgen
voor een betere aansluiting van beschikbaar menselijk kapitaal op de arbeidsmarkt.4
Tussen februari 2022 en december 2024 heeft de Bank ongeveer USD 77 miljard aan financiële
steun voor Oekraïne gemobiliseerd. De Bank speelt hierdoor een essentiële rol in het
herstel en de wederopbouw van het land, en in de coördinatie van donormiddelen. Naar
verwachting vindt weer een rondetafelbijeenkomst over Oekraïne plaats, dat sinds de
invasie een terugkerend onderdeel is van de Wereldbank Jaarvergaderingen. Tijdens
deze sessie worden de stand van zaken rondom de wederopbouw en de noden voor de komende
jaren besproken.
Inzet van het Koninkrijk
Sinds de start van de invasie in 2022 heeft Nederland naar rato van het bbp 2% bijgedragen
aan de Oekraïense herstel- en wederopbouwbehoeften via verschillende kanalen. Internationale
financiële instellingen, zoals de Bank, zijn o.a. vanwege hun ervaring met dergelijke
operaties en sterke anticorruptie-mechanismes belangrijke kanalen. Voor de invulling
van onze inzet is de RDNA leidend. De Nederlandse inzet richt zich primair op het
beschermen en herstellen van de Oekraïense infrastructuur en energiecapaciteit. Conform
het Regeerprogramma zal Nederland Oekraïne onverminderd blijven steunen, ook bij herstel
en wederopbouw.
De Bank is ook voor Nederland een belangrijke partner. Zo heeft Nederland EUR 263
miljoen bijgedragen aan het Ukraine Relief, Recovery, Reconstruction and Reform Trust Fund. Hiermee zijn dringende investeringen gedaan in het herstel van vernietigde energie-infrastructuur,
wegen, bruggen, woningen en scholen. Het kabinet blijft aandacht vragen voor de coördinatie
van steun aan Oekraïne tussen internationale donoren, financiële instellingen, en
partners zoals de EU. Tot slot blijft het Kabinet zich inspannen om de capaciteit
van nationale en lokale (overheids-)instellingen die betrokken zijn bij de herstel-
en wederopbouwactiviteiten te versterken, met name op het gebied van het financieel-economisch
beleid en de inrichting van anti-corruptiemaatregelen.
Het Koninkrijk zal zich, als onderdeel van de Kiesgroep waar Oekraïne ook deel van
uitmaakt, inzetten voor een adequate verwijzing naar de Russische aanvalsoorlog tegen
Oekraïne en de mondiale economische impact daarvan in de gezamenlijke slotverklaring
van het IMF en Wereldbank. Er is een gerede kans dat er wederom geen unanimiteit bereikt
voor een gezamenlijke slotverklaring, zoals gebruikelijk sinds het begin van de Russische
aanvalsoorlog tegen Oekraïne
International Development Association (IDA)
Tijdens de Voorjaarsvergadering zullen gouverneurs het eindrapport van de 21e middelenaanvulling (zgn. Replenishment Report) goedkeuren. Dit rapport omvat de afspraken over de beleidsprioriteiten en het financieel
kader van deze middelenaanvulling, die van 1 juli 2025 t/m 30 juni 2028 loopt. Donoren
committeerden USD 23,7 miljard. Dit vertaalt de Bank in een totale financieringsenvelop
van USD 100 miljard dollar, omdat elke ingelegde dollar meer dan 4 dollar aan financiering
creëert. Nederland stelde, conform ons stemaandeel, EUR 935 miljoen beschikbaar.
De Nederlandse inzet, met wereldwijde stabiliteit en economische activiteit als focus
voor IDA21, komt sterk terug in het beleidspakket. IDA zal zich voortaan bijvoorbeeld
meer richten op grensoverschrijdende uitdagingen, zoals natuurrampen, voedsel- en
waterzekerheid, pandemieën en tegengaan van conflicten (inclusief opvang van vluchtelingen
in de regio). Ook heeft Nederland er succesvol voor gepleit dat in de IDA-programmering
de samenhang tussen water, voedsel en klimaatadaptatie beter wordt meegenomen. Mede
dankzij Nederland is ook de ambitie op het gebied van beter schuldbeleid en belastinginning
vergroot. Dit komt de zelfredzaamheid van landen ten goede. Ook is het gelukt om de
private sector beter in het werk van de Bank te betrekken om economische groei en
handel te bevorderen. Zo kunnen meer banen en kansen worden gecreëerd. Tot slot is
Nederland erin geslaagd om de financieringskracht van IDA te vergroten door zich sterk
te maken voor soberdere financieringsvoorwaarden. Hierdoor kan meer worden gedaan
met dezelfde financiële middelen. Uw kamer wordt over het verloop van de middelenaanvulling
en de onderhandelingsresultaten officieel geïnformeerd bij de terugkoppeling van de
Voorjaarsvergadering.
Inzet van het Koninkrijk
Het kabinet zal toezien op de effectieve implementatie van de overeengekomen afspraken.
Een doelmatige inzet van middelen, in lijn met de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp,
is hierbij leidend. Het kabinet kijkt uit naar de tussentijdse evaluatie van het IDA21-pakket
dat medio 2026 plaatsvindt. De Kamer zal hierover op de hoogte worden gehouden.
Mondiale schuldenproblematiek
Het kabinet blijft zich bij de Bank inzetten voor de versterking van de financiële
fundamenten van klantlanden. Een onderdeel daarvan is efficiënt schuldbeheer en houdbare
schulden. De Bank speelt een belangrijke rol bij de aanpak van hoge schulden in lage-
en midden inkomenslanden. Voor de komende jaren geldt dat opgelopen schuldenlasten
in lage-inkomenslanden een risico blijven vormen. Momenteel heeft 14% van alle lage-inkomenslanden
een onhoudbare publieke schuld, en loopt een verdere 39% een hoog risico op onhoudbare
publieke schulden. Deze schuldenproblematiek is het gevolg van een toename van schuldfinanciering
in het afgelopen decennium, in grote mate gedreven door leningen van private crediteuren
en opkomende officiële crediteuren zoals China. In combinatie met de recente stijging
van mondiale rentes zijn de jaarlijkse terugbetalingen van lage-inkomenslanden aan
buitenlandse financiers verdrievoudigd ten opzichte van het vorige decennium. Om kwetsbare
landen te ondersteunen hanteert de Bank, in samenwerking met het IMF, een driepijlerstrategie
gericht op structurele hervormingen, aanvullende financiering en verlaging van financieringskosten.
Inzet van het Koninkrijk
Het Koninkrijk steunt de driepijlerstrategie en onderschrijft dat ook in lage-inkomenslanden
structurele hervormingen nodig zijn voor robuuste economische groei. Het Koninkrijk
benadrukt het belang van verbetering van binnenlandse belastinginning, de opbouw van
lokale kapitaalmarkten, solide schuldbeheer en transparantie rondom uitstaande schulden.
Daarnaast verschaffen beide instellingen concessionele financiering. De combinatie
van hervormingen en toegang tot IMF- en Wereldbankfinanciering leidt tot lagere financieringskosten
en sterkere economische fundamenten, waardoor de houdbaarheid van schulden wordt versterkt.
In situaties waarin schulden toch onhoudbaar worden, is een tijdige en efficiënte
schuldherstructurering essentieel. Om dit te faciliteren is het Common Framework for Debt Treatment Beyond the Debt Service Suspension Initiative («Common Framework») opgericht. Hierin werkt de Club van Parijs samen met nieuwe crediteuren, waaronder
China en India. Waarbij de doorlooptijden voor landen die zich bij het Common Framework hadden aangemeld initieel erg lang waren, is er recentelijk vooruitgang geboekt in
het versnellen van dit proces. Desalniettemin blijven lage-inkomenslanden terughoudend
met het aanvragen van een schuldherstructurering onder het Common Framework. Snellere processen en betere coördinatie tussen crediteuren blijven daarom voor
het Koninkrijk een prioriteit.
Indieners
-
Indiener
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.