Brief regering : Reactie op verzoek van het Tielen, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 4 maart 2025, over pandemische paraatheid
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 2224 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2025
In de Regeling van Werkzaamheden van 4 maart jl. heeft het lid Tielen (VVD) verzocht
om een reactie op het nieuwsartikel «Nee, Nederland is niet klaar voor de volgende
pandemie. «Je moet je nu voorbereiden op een crisis waarvan je geen idee hebt hoe
die eruit komt te zien»» (NRC, 27 februari 2025). Hierbij geef ik invulling aan dit verzoek.
Het artikel gaat in op de impact van de meerjarige bezuiniging die in het Hoofdlijnenakkoord
is ingeboekt op het beleidsprogramma Pandemische Paraatheid. In mijn brieven van 17
en 22 oktober 2024 ben ik reeds ingegaan op hoe ik met deze bezuiniging omga en heb
ik uw Kamer geïnformeerd over mijn inzet om via het kabinetsbrede weerbaarheidsbeleid
tot alternatieve dekking te komen voor de maatregelen die onze paraatheid versterken
(Kamerstukken 25 295, nr. 2208 en Kamerstuk 36 600 XVI, nr. 38).
Ik vind het namelijk van groot belang dat wij paraat staan voor crises die op ons
afkomen, zoals hybride conflicten, pandemieën of een natuurramp. Deze dreigingen vragen
om versterking van de weerbaarheid van onze zorg. Het kabinetsbrede weerbaarheidsbeleid
wordt momenteel uitgewerkt onder regie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
en Veiligheid (NCTV) en het Ministerie van Defensie. De maatregelen die bijdragen
aan (pandemische) paraatheid fungeren als fundament voor basisnoodzorg bij crisis
en conflict en worden hier dan ook bij betrokken. Zoals eerder aangegeven verwacht
ik uw Kamer medio 2025 te kunnen informeren over de uitwerking en de middelen voor
2026 en verder.
Zoals ik eveneens eerder heb aangegeven, heb ik reeds tijdens de augustusbesluitvorming
besloten in de tussentijd door te gaan met de beleidsmaatregelen die onze paraatheid
versterken. Er worden dus geen zaken afgebouwd die de afgelopen jaren in het kader
van de (pandemische) paraatheid zijn opgebouwd. Zoals beschreven in de beleidsagenda
in de VWS-begroting voor 2025 is de bezuiniging voor 2025 (€ 50 mln.) beleidsmatig
ingevuld door de risicoreservering en aanvullende post (€ 13,8 mln.) te benutten,
alsmede de voorgenomen vergroting van personele capaciteit bij de GGD’en niet door
te voeren en een aantal voorgenomen (onderzoeks)trajecten, zoals rond het verbeteren
van de modellering van infectieziekte uitbraken en het bevorderen van leveringszekerheid
van medische producten niet van start te laten gaan. Hierdoor kunnen de beleidsactiviteiten
die in voorgaande jaren al in gang zijn gezet (denk bijvoorbeeld aan de LFI) doorgaan.
Ik start in 2025 echter geen nieuw beleid.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport