Brief regering : Accountantsprotocol Wet financiering politieke partijen
32 634 Financiering politieke partijen
Nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 maart 2025
Mijn ministerie heeft op advies van de Commissie toezicht financiën politieke partijen
(hierna: Ctfpp) een accountantsprotocol opgesteld dat ik uw Kamer hierbij doe toekomen.
Dit accountantsprotocol dient als richtinggevend kader voor het accountantsonderzoek,
waarbij de onafhankelijke oordeelsvorming van de accountants als uitgangspunt geldt
Verantwoordingsplicht op grond van de Wfpp
Op een politieke partij die in de Eerste of Tweede Kamer is vertegenwoordigd rust
op grond van de Wet financiering politieke partijen (hierna: Wfpp) de verplichting
om jaarlijks vóór 1 juli financiële verantwoording over het voorgaande kalenderjaar
bij mij af te leggen. In dit kader levert de politieke partij onder meer diens financieel
verslag aan dat door een onafhankelijke accountant is onderzocht, het zogeheten accountantsonderzoek.
Advies Ctfpp en ADR
De Ctfpp heeft mij in haar advies van 9 september 20191 geadviseerd om een accountantsprotocol op te stellen waarmee duidelijkheid over de
reikwijdte, aard en diepgang van het accountantsonderzoek wordt gecreëerd. Ook heeft
de Auditdienst Rijk (ADR) opgemerkt dat de financiële verslagen van politieke partijen
niet altijd de informatie bevatten die in de Wfpp wordt gevraagd en dat dit opgelost
kan worden door de eisen uit de Wfpp duidelijk te vertalen naar een accountantsprotocol.
In dat protocol dient duidelijk te worden opgenomen welke informatie in het financieel
verslag wordt verwacht.
Accountantsprotocol Wfpp
In mijn brief van 13 januari 20252 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat mijn streven is om het accountantsprotocol begin
2025 gereed te hebben.
Over het accountantsprotocol is uitvoerig overleg gevoerd met de werkgroep Controleprotocollen
(COPRO). Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van openbare accountantskantoren
en ADR. Indien de COPRO een accountantsprotocol beoordeelt als niet uitvoerbaar, dan
kan dit als gevolg hebben dat de accountant de opdracht niet kan aanvaarden. Om dit
te voorkomen is besloten om de controlemethodiek ten aanzien van een tweetal Wfpp-verplichtingen
anders vorm te geven. Hierna wordt dit nader toegelicht.
Bijdragen niet-Nederlanders
Politieke partijen mogen op grond van artikel 23a van de Wfpp uitsluitend geldelijke
bijdrage of bijdrage in natura van een Nederlandse gever ontvangen. Onder een Nederlandse
gever wordt in de zin van de Wfpp verstaan een persoon die voor de Tweede Kamerverkiezingen
kiesgerechtigd is of een rechtspersoon die in het Nederlandse Handelsregister is ingeschreven.
Omdat de registratie over de kiesgerechtigdheid niet openbaar is, is het naar het
oordeel van de COPRO niet uitvoerbaar om accountants te laten controleren of alle
bijdragen aan een politieke partij afkomstig zijn van Nederlandse gevers. Hierdoor
behoort een onderzoek naar de kiesgerechtigdheid van de gever niet tot de werkzaamheden
die een accountant op basis van het accountantsprotocol moet verrichten.
Het accountantsprotocol bevat wel aanvullende eisen om te waarborgen dat politieke
partijen uitsluitend bijdragen ontvangen van Nederlandse gevers. Zo is in het accountantsprotocol
bepaald dat wanneer tijdens een accountantsonderzoek een bijdrage met gebruikmaking
van een niet-Nederlandse rekeningnummer gesignaleerd wordt, de accountant hierover
een melding maakt in het verslag van bevindingen dat samen met de accountantsverklaring
wordt ingediend. Deze melding zal door mijn ministerie altijd onderzocht worden om
na te gaan of het opleggen van een sanctie opportuun is. Daarnaast zal deze melding
aanleiding geven om het betreffende accountantsdossier aan de ADR voor te leggen voor
een nadere review. Van politieke partijen wordt verwacht dat zij alle nodige maatregelen
treffen om te borgen dat zij geen bijdragen van niet-Nederlandse gevers aanvaarden.
Daarnaast zal in het geval van een melding, de betreffende politieke partij moeten
aantonen dat de gever aan de criteria voldoet om aangemerkt te worden als een Nederlandse
gever.
Bijdragen in natura
Ook heeft de COPRO kenbaar gemaakt dat de controle op de in het financieel verslag
opgenomen bijdragen in natura onuitvoerbaar is voor accountants. Om deze reden kwalificeren
deze bijdragen als andere informatie. Dit brengt met zich mee dat de accountants geen
afzonderlijk oordeel zullen vellen over de juistheid en volledigheid van de administratie
rondom de ontvangen bijdragen in natura. De verplichting die op de politieke partijen
rust om inzicht te geven over alle ontvangen bijdragen, blijft onverminderd van kracht.
Van de politieke partijen wordt verwacht dat zij deze verplichting naleven. Ook geldt
dat de accountant dient vast te stellen dat de opgegeven informatie t.a.v. bijdragen
in natura verenigbaar is met het financieel verslag en geen materiële afwijking bevat.
Indien uit de accountantsverklaring blijkt dat deze informatie niet verenigbaar is
met het financieel verslag of dat er sprake is van materiële afwijking, wordt de financiële
verantwoording van de betreffende politieke partij nader onderzocht door mijn ministerie.
Ook in dit geval wordt het opleggen van een sanctie overwogen.
Publicatie en inwerkingtreding
Het accountantsprotocol is definitief vastgesteld en wordt zo spoedig mogelijk geïncorporeerd
in een vernieuwde Regeling financiering politieke partijen (Rfpp). Het accountantsprotocol
wordt daarnaast op de website van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van
Accountants (NBA) en in de Staatscourant gepubliceerd. Het accountantsprotocol zal
met ingang van 1 april 2025 in werking treden. Voor politieke partijen en accountants
die al waren gestart met de controle van de verantwoording over het jaar 2024 wordt
de mogelijkheid geboden om deze controle door te zetten volgens de oude werkwijze.
Dit betekent dat voor het subsidiejaar 2024 zowel de model controleverklaring op basis
van het accountantsprotocol als de oude model controleverklaring worden geaccepteerd.3 In beide gevallen dient het te gaan om een goedkeurende accountantsverklaring.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties