Brief regering : Wijziging tijdstip van de beoogde inwerkintreding voor de eerste set maatregelen

Nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 maart 2025

Hierbij stuur ik u de tweede nota van wijziging inzake Wijziging van de Participatiewet,
de Wet inkomensvoorziening en oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werkloze
werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen in verband met het op onderdelen in balans brengen van deze
wetten tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving (Participatiewet in balans)
(Kamerstuk 36 582, nr. 9). In deze tweede nota van wijziging wordt onder meer bepaald dat regels voor het
in aanmerking nemen van inkomsten niet bij of krachtens algemene maatregel van bestuur,
maar bij ministeriële regeling worden gesteld. Verder worden enige indexeringsbepalingen
toegevoegd en kleine wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de vrijlating van
giften Voor een volledig overzicht verwijs ik uw Kamer naar de toelichting bij de
nota van wijziging.

Daarnaast vind ik het van belang om uw Kamer over het volgende te informeren. In de
nota naar aanleiding van het verslag heb ik aangegeven dat de beoogde inwerkintreding
voor de eerste set maatregelen 1 juli 2025 zou zijn. Dit is niet langer haalbaar:
de gemeenten en andere uitvoeringsorganisaties hebben voldoende tijd nodig voor de
implementatie. De inwerkingtredingsdatum voor de eerste set maatregelen is daardoor
verschoven naar op zijn vroegst 1 januari 2026.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel