Brief regering : Ontwikkelingen en voortgang Experiment gesloten coffeeshopketen
24 077 Drugbeleid
Nr. 553
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,
WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2025
Naar aanleiding van het mediabericht «Onrust in cannabiswereld: coffeeshops vrezen dat wietproef mislukt», heeft het lid Sneller (D66) afgelopen dinsdag tijdens het mondelinge vragenuur vragen
gesteld over de ontwikkelingen en voortgang van het Experiment gesloten coffeeshopketen
(hierna: experiment). Ook hebben andere leden vervolgvragen gesteld. In antwoord op
de vragen heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid uw Kamer aangegeven
dat er op 12 maart een bestuurlijk overleg plaatsvond waar onder meer gesproken zou
worden over de signalen en zorgen van coffeeshophouders. De Staatssecretaris heeft
aangegeven dat wij uw Kamer nader informeren over de vragen die door de leden zijn
gesteld met betrekking tot het geproduceerde aanbod van gereguleerde telers, mogelijke
uitbreiding en/of beëindiging van het experiment en de intrekking van vergunningen
indien deze door telers niet in gebruik worden genomen. Met deze brief doen wij die
toezegging gestand.
Besluit start experimenteerfase
In december 2024 hebben wij uw Kamer geïnformeerd dat de volgende fase van het experiment,
namelijk de experimenteerfase, van start zal gaan op 7 april 2025.1 De verwachting was namelijk dat eind januari 2025 met vier telers wordt voldaan aan
de gestelde criteria met betrekking tot de kwantiteit, kwaliteit en diversiteit van
gereguleerde hennep- en hasjiesjproducten.2 Verschillende coffeeshophouders hadden aangegeven dat het ook belangrijk is dat zij
bij meerdere telers kunnen inkopen en dat zij de ervaren kwaliteit van de gereguleerde
hasj nog onvoldoende vinden. Daarom hebben we in december besloten de experimenteerfase
te starten op 7 april 2025. Dan zijn in plaats van vier, zeven telers gereed om te
leveren.
Signalen coffeeshophouders
De afgelopen weken hebben meerdere coffeeshophouders aangegeven niet tevreden te zijn
met het huidige aanbod van gereguleerde hennep- en hasjiesj. Aangegeven wordt dat
er onvoldoende goede soorten hennep en hasjiesj door de gereguleerde telers worden
geproduceerd, dat de kwaliteit van gereguleerde hasjiesj onvoldoende is en dat producten
vaak zijn uitverkocht waardoor er geen bestendige levering plaatsvindt. Om deze redenen
geven coffeeshophouders aan zorgen te hebben over de start van de experimenteerfase
op 7 april, aangezien vanaf die dag alleen nog gereguleerde hennep en hasjiesj in
de coffeeshop aanwezig mogen zijn en verkocht mogen worden.
Naar aanleiding van deze signalen hebben onze ministeries meerdere overleggen gevoerd
met telers en met coffeeshophouders. Met de telers is hun voortgang besproken en zijn
de signalen van de coffeeshophouders gedeeld en getoetst. Ook is door middel van het
ophalen van de productiecijfers uit het track & trace-systeem en productieprognoses
geanalyseerd of vooralsnog aan de startcriteria wordt voldaan. Daarnaast is opnieuw
een vragenlijst uitgezet onder coffeeshophouders over hun ervaringen met betrekking
tot het gereguleerde aanbod.
Uitkomst monitoring
Uit de huidige monitoring blijkt opnieuw dat op 7 april naar verwachting wordt voldaan
aan de startcriteria met betrekking tot de kwantiteit, kwaliteit en diversiteit van
gereguleerde producten. Op dit moment zijn zeven telers in productie, waarvan zes
telers leveren aan de coffeeshops in de deelnemende gemeenten. Daarvan produceren
op dit moment vijf telers in meer of mindere mate hasjiesj. Op 7 april leveren zeven
telers aan de coffeeshops, waarvan één zich in eerste instantie enkel zal gaan focussen
op hasjiesj. De overige drie telers zullen later dit jaar starten met de productie
en de levering. In totaal zullen zeven van de tien telers voorlopig ook hasjiesj produceren.
Dit kan in de toekomst nog wijzigen, aangezien telers inspelen op de vraag vanuit
de markt. Wij verwachten dat tien telers voldoende zijn om te voorzien in de vraag
van coffeeshophouders in de deelnemende gemeenten. Het experiment wordt dan ook niet
uitgebreid met meer telers.
Het lid Michon-Derkzen (VVD) vroeg tijdens het mondelinge vragenuur wanneer vergunningen
kunnen worden ingetrokken als een teler niet levert. In reactie hierop kunnen wij
het volgende mededelen. In augustus 2024 is bij vijf telers een ingebruiknameplicht
in hun aanwijzing opgenomen. Voor deze telers geldt dat zij voor 6 mei 2025 moeten
zijn gestart met de teelt. De aanwijzing kan worden ingetrokken wanneer deze telers
niet aan de eis kunnen voldoen. Op basis van de voortgangsgesprekken met deze telers
is de verwachting dat aan de ingebruiknameplicht wordt voldaan.
De productie bij de telers is sinds de bekendmaking van de startdatum toegenomen en
neemt nog steeds toe. Op dit moment wordt al voldaan aan het kwantiteitscriterium
met betrekking tot hennep. De productie van de hasjiesj voldoet momenteel nog niet
aan het kwantiteitscriterium, maar voldoet naar verwachting wel op 7 april 2025. Daarmee
is er voldoende hennep en hasjiesj om de coffeeshops in de deelnemende gemeenten te
kunnen bevoorraden. Ook wordt voldaan aan de criteria met betrekking tot de kwaliteit
en diversiteit.
Uit de uitkomsten van de vragenlijst onder coffeeshophouders wordt duidelijk dat de
ervaren kwaliteit van hasjiesj vooralsnog onvoldoende wordt bevonden door coffeeshophouders.
De gereguleerde hasjiesj verschilt in product met de illegale hasjiesj die momenteel
in coffeeshops wordt verkocht, omdat de illegale hasjiesj veelal afkomstig is uit
Marokko en onder andere klimaatomstandigheden wordt geproduceerd. Het is dan ook niet
te verwachten dat de gereguleerde hasjiesj dezelfde kenmerken zal hebben als illegale
hasjiesj. Over het algemeen worden de hennepproducten wel voldoende bevonden. Wel
wordt aangegeven dat goed verkopende soorten vaak zijn uitverkocht. Dit komt overeen
met de eerdere signalen van coffeeshophouders.
Bestuurlijk overleg 12 maart en vervolg experiment
Afgelopen 12 maart vond er een bestuurlijk overleg plaats met de burgemeesters van
de deelnemende en teeltgemeenten. Gezamenlijk is gesproken over de uitkomst van deze
monitoring en de zorgen die er zijn met betrekking tot het huidige aanbod. In het
bestuurlijk overleg worden de zorgen van de coffeeshophouders, met name ten aanzien
van de hasjiesj, gedeeld. Indien het aanbod van onvoldoende kwaliteit is, kan dit
mogelijk leiden tot (illegale) straathandel. Er is consensus dat de start van de experimenteerfase
niet zonder slag of stoot zal verlopen, omdat er een kunstmatige nieuwe markt wordt
geopend die evenwel niet te vergelijken is met andere markten. Tegelijkertijd wordt
ook het belang om te starten met de experimenteerfase onderstreept. Bovendien is de
verwachting dat vraag en aanbod zich pas volledig op elkaar kunnen afstellen zodra
de experimenteerfase is gestart. Zolang de huidige overgangsfase voortduurt, kunnen
coffeeshops zowel gereguleerde als illegale hennep en hasjiesj verkopen en kan de
gereguleerde markt zich niet volledig uitkristalliseren.
Gelet hierop en op het feit dat naar verwachting wordt voldaan aan de gestelde criteria,
is besloten om de start van de experimenteerfase op 7 april door te laten gaan en
het experiment in de huidige vorm voort te zetten. Het doel van het experiment is
immers om te bezien of een gesloten keten kan worden gecreëerd en wat hiervan de effecten
zijn. De komende vier jaar moet gaan uitwijzen of een gereguleerde markt mogelijk
is. Daarbij horen ook mogelijke onvermijdbare effecten bij de start en de lessen die
daaruit getrokken kunnen worden.
Tijdens het bestuurlijk overleg is een gezamenlijke afspraak gemaakt om vinger aan
de pols te houden. We blijven de productie van telers dan ook monitoren. Daarnaast
heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op 12 maart aan alle aangewezen telers
een toelichting gegeven over marktwerking en regels die gelden met betrekking tot
concurrentie en afspraken, met het doel telers hiervan bewust te maken zodat de markt
voor gereguleerde hennep en hasjiesj zo goed mogelijk kan werken. We blijven verder
nauw in contact staan met de burgemeesters om mogelijke problemen als gevolg van het
gereguleerde aanbod tijdig te kunnen herkennen en hierop te kunnen anticiperen. In
een dergelijke situatie zal in gezamenlijkheid met de burgemeesters worden besproken
hoe hiermee om te gaan. Over de aanpak van straathandel zijn eerder afspraken gemaakt
tussen politie, Rijk en gemeenten. Indien er sprake is van illegale straathandel kan
de politie handhavend optreden en kan het Openbaar Ministerie eventuele strafrechtelijke
vervolging instellen. Verder kunnen gemeentelijke toezichthouders, indien dit is opgenomen
in de Algemene Plaatselijke Verordening, handhaven op het verbod op straathandel en
op eventuele samenscholingsverboden of gebiedsontzeggingen.
Wij realiseren ons dat de zorgen van coffeeshophouders hiermee niet zijn weggenomen.
Daarom faciliteren onze ministeries op 26 maart een bijeenkomst voor telers, coffeeshophouders
en de deelnemende gemeenten met als doel om telers en coffeeshophouders bij elkaar
te brengen en ervaringen te delen. In antwoord op de vraag van het lid Sneller (D66)
tijdens het mondelinge vragenuur hoe straathandel kan worden voorkomen dienen coffeeshophouders
en telers namelijk vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. De bijeenkomst kan
daarbij helpen.
In antwoord op de vragen gesteld door de leden Claassen (PVV) en Krul (CDA) tijdens
het mondelinge vragenuur, zijn wij nu niet voornemens om het experiment te beëindigen.
In de Wet Experiment gesloten coffeeshopketen is vastgelegd dat de experimenteerfase
minimaal 4 en maximaal 5,5 jaar duurt. In die periode wordt onderzocht of het mogelijk
is om een gesloten coffeeshopketen te realiseren en wat de effecten daarvan zijn.
Daarna wordt het experiment afgebouwd. Het past bij de beginselen van behoorlijk bestuur
en een betrouwbare overheid om uit te voeren wat in de aangenomen wet is opgenomen.
Het voortijdig beëindigen vraagt om een intrekkingswet. In dat geval zullen telers
en coffeeshophouders financieel gecompenseerd moeten worden voor de hoge kosten die
zijn gemaakt. Tot slot kunnen de mogelijkheden van een gesloten coffeeshopketen en
de effecten daarvan minder goed in kaart worden gebracht wanneer het experiment voortijdig
wordt beëindigd. Het experiment kan in geval van spoed en op verzoek van de burgemeester(s)
in een of meerdere specifieke gemeenten worden beëindigd indien aanhoudende ernstige
problemen voor de veiligheid of openbare orde plaatsvinden.
De afgelopen jaren is met name door burgemeesters aangegeven dat de inrichting van
de huidige coffeeshopketen problemen oplevert voor de openbare orde en veiligheid,
de volksgezondheid en het tegengaan van ondermijnende criminaliteit. In november 2015
verscheen van de bestuurlijk werkgroep cannabisbeleid van de VNG het rapport «Het
failliet van het gedogen», waarin werd gepleit voor een vernieuwd softdrugsbeleid.
De inzichten die we opdoen tijdens dit experiment zullen worden gebruikt voor de vormgeving
van toekomstig softdrugsbeleid.
Wij blijven uw Kamer op de hoogte houden van ontwikkelingen binnen het experiment.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport