Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Pierik c.s. over binnen zes weken een oplossing presenteren voor de watertaxi's van en naar Ameland (Kamerstuk 31409-471)
29 684 Waddenzeebeleid
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 291 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2025
Tijdens het tweeminutendebat Wadden van 6 maart jl. heb ik toegezegd schriftelijk
te reageren op de motie Pierik c.s. De motie van het lid Pierik c.s. is door de Kamer
aangenomen naar aanleiding van het tweeminutendebat Maritiem van 14 januari jl. en
werd ondersteund door de leden Soepboer, Veltman en Heutink. De motie verzoekt om
binnen zes weken een concrete oplossing te presenteren voor de bereikbaarheid van
Ameland in verband met de gestaakte watertaxidienst.1 De motie is in lijn met de eerder ingediende moties van de leden De Hoop, Van der
Plas en Pierik.2
Zoals ik tijdens het tweeminutendebat Maritiem heb aangegeven wil ik kijken hoe de
bereikbaarheid van de eilanden ook in de nacht op peil kan blijven en of er ruimte
is om de huidige maximumsnelheid van 20 km/uur in de nacht te verhogen. Ik heb daarbij
ook aangegeven dat de nautische veiligheid op de Waddenzee moet worden gewaarborgd
en dat zorgvuldigheid daarom geboden is.
Naar aanleiding van het tweeminutendebat Maritiem en de motie zijn de volgende acties
in gang gezet. In de eerste plaats heb ik op 29 januari jl. een overleg gevoerd met
de watertaxiondernemer op Ameland. We hebben daarbij standpunten uitgewisseld over
de mogelijkheden om in de nacht tot een betere bereikbaarheid van Ameland te komen.
Verder ben ik in overleg met de bestuurders van de Waddeneilanden Ameland en Terschelling
en de watertaxiondernemers op de Waddenzee over de voorbereiding van een pilot, met
als doel om in kaart te brengen in welke gevallen een verruiming van de uitzonderingssituaties
(waarin ’s nachts mag worden afgeweken van de huidige maximumsnelheid) mogelijk is
en hoe we dat in de praktijk kunnen gaan vormgeven.
Tot slot is het maritieme onderzoeksinstituut MARIN verzocht om een onderzoek uit
te voeren naar de vraag wat een veilige vaarsnelheid is in de nacht. Daarbij zal ook
in kaart worden gebracht welke eisen dit aan de vaartuigen, bemanning, uitrusting,
visuele zichtbaarheid en communicatie stelt en hoe deze eisen zich verhouden tot de
vaartuigen die momenteel als watertaxi dienstdoen. Uiteraard zal bij het onderzoek
voldoende ruimte zijn voor inbreng vanuit de praktijk.
De uitvoering van de hierboven genoemde acties vergt meer tijd dan de in de motie
genoemde zes weken. Daarnaast is de Waddenzee een Natura 2000-gebied en zal de bovengenoemde
pilot en een eventuele structurele verhoging van de nachtelijke vaarsnelheid moeten
worden getoetst aan de natuurwetgeving. Ik zal de Kamer voor de zomer informeren over
het verloop en de stand van zaken van de acties.
Nieuwe Maas
Tot slot wil ik graag van de mogelijkheid gebruik maken om de Kamer te informeren
over het volgende. In 2022 heeft een ernstig ongeval met een watertaxi op de Nieuwe
Maas plaatsgevonden. In 2024 is daarover een kritisch rapport van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid (OVV) verschenen.3 De Kamer heeft de kabinetsreactie op dit onderzoek op 21 juni jl. ontvangen.4
Een belangrijke aanbeveling van de OVV aan de gemeente Rotterdam en de Divisie Havenmeester
Rotterdam was om maatregelen te nemen om de complexiteit van de vaarweg op de Nieuwe
Maas te verminderen en in te richten op een manier die past bij een veilig gebruik,
zowel nu als in de toekomst.
Over de maatregelen die daarvoor nodig zijn hebben betrokken partijen (waaronder Watertaxi
Rotterdam, Waterbus Rotterdam-Drechtsteden, Koninklijke Spido, gemeente Rotterdam
en Provincie Zuid-Holland) eind februari overeenstemming bereikt. De maatregelen houden
onder meer een snelheidsbeperking in op een deel van de Nieuwe Maas, waaronder een
maximumsnelheid van 20 kilometer per uur voor alle vaartuigen rondom de Erasmusbrug.
De regelgeving om de genomen maatregelen te effectueren kan naar verwachting nog voor
het einde van het jaar in werking treden.5
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat