Brief regering : Onderhandelingen van belastingverdragen
25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid
Nr. 344
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2025
Om het parlement in een vroeg stadium bij de behandeling van belastingverdragen te
betrekken wordt uw Kamer jaarlijks in het eerste kwartaal geïnformeerd over de lopende
en geplande onderhandelingen. Gelijktijdig met deze Kamerbrief wordt door het Ministerie
van Financiën jaarlijks een nieuwsbericht gepubliceerd waarin belangstellenden worden
uitgenodigd om aandachtspunten te delen die voor de onderhandelingen van belang kunnen
zijn.1
In deze brief schets ik na een korte inleiding eerst op hoofdlijnen welke ontwikkelingen
het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden en wat de Nederlandse inzet voor het komende
jaar is. Vervolgens wordt in meer detail ingegaan op de lopende onderhandelingen.
1. Inleiding
Nederland heeft gelet op de open economie en relatief kleine thuismarkt een groot
belang bij een uitgebreid verdragennetwerk. Nederland heeft nu met 98 landen een werkend
belastingverdrag.2 Met een belastingverdrag wordt beoogd om de economische relatie tussen beide landen
te bevorderen door dubbele belastingheffing weg te nemen. Het is voor burgers en bedrijven
dan aantrekkelijker om grensoverschrijdend te werken en ondernemen. Een belastingverdrag
vermindert bijvoorbeeld belemmeringen voor buitenlandse ondernemingen om zich hier
te vestigen en zo de werkgelegenheid in Nederland te verbeteren. Omgekeerd zorgen
belastingverdragen ervoor dat Nederlandse werknemers en ondernemingen competitiever
kunnen opereren in buitenlandse markten. Daarbij hecht Nederland eraan dat met deze
verdragen belastingontwijking wordt tegengegaan.
Nederland staat in beginsel open voor een belastingverdrag met ieder ander land. Wel
dwingen capaciteitsbeperkingen tot prioritering. Bij de keuze om onderhandelingen
te starten spelen bijvoorbeeld de aard en omvang van (potentiële) economische betrekkingen,
de mate waarin de interactie tussen de belastingstelsels van beide landen tot dubbele
belastingheffing leidt en politieke en diplomatieke factoren een rol. Daarnaast is
Nederland afhankelijk van de beslissing van het andere land om al dan niet prioriteit
te geven aan de onderhandelingen.
De Notitie fiscaal verdragsbeleid 2020 vormt de basis voor de Nederlandse inzet bij
verdragsonderhandelingen.3 Hierin wordt voor diverse fiscale onderwerpen uiteengezet welke inhoudelijke afspraken
Nederland nastreeft. Dat gaat bijvoorbeeld om de fiscale behandeling van grensoverschrijdende
werknemers en gepensioneerden. Ook wordt hierin beschreven wat de Nederlandse inzet
is richting bepaalde categorieën landen. Zo zijn in het bijzonder de belastingverdragen
met buurlanden relevant en houdt Nederland in zijn beleid rekening met de bijzondere
positie van ontwikkelingslanden. Daarbij geldt uiteraard wel dat de afspraken die
uiteindelijk in een belastingverdrag worden gemaakt ook afhankelijk zijn van de inzet
van de verdragspartner en eventueel gesloten compromissen.
Ten slotte wil ik graag aandacht besteden aan de totstandkoming van een belastingverdrag.
De onderhandelingen vinden op ambtelijk niveau plaats en vergen vaak meerdere rondes.
Uw Kamer wordt via deze brief over de voortgang van deze onderhandelingen geïnformeerd.
Na een ambtelijk akkoord doorlopen beide landen hun interne procedures om het belastingverdrag
te ondertekenen. De volgende fase is de parlementaire goedkeuringsprocedure waarbij
het belastingverdrag ter goedkeuring aan uw Kamer wordt voorgelegd. Nadat de nationale
goedkeuringsprocedure door beide landen is afgerond en zij elkaar daarvan op de hoogte
hebben gesteld treedt het verdrag in werking.
2. Terugblik onderhandelingen en goedkeuringsprocedures 2024
In het afgelopen jaar is een aantal belastingverdragen waarover ambtelijke overeenstemming
is bereikt voorgelegd aan of behandeld door het parlement. Daarnaast hebben er met
meerdere landen verdragsonderhandelingen plaatsgevonden. Verdragsonderhandelingen
kunnen zien op het sluiten van een nieuw verdrag met een land waarmee Nederland nog
geen belastingverdrag heeft, het vervangen van een bestaand (verouderd) belastingverdrag
of het wijzigen van een bestaand belastingverdrag.
Afrondende fase
Er zijn in 2024 voor de volgende verdragen in de afrondende fase ontwikkelingen geweest:
• De wijziging van de belastingregeling met Curaçao is door beide Kamers goedgekeurd
en is per 1 januari 2025 van toepassing.4
• De wijziging van het belastingverdrag met Moldavië is door het parlement (stilzwijgend)
goedgekeurd en per 1 januari 2025 van toepassing.
• Het belastingverdrag met Andorra is door het parlement (stilzwijgend) goedgekeurd
en is per 1 januari 2025 van toepassing.
• Het belastingverdrag met Kirgizië is door het parlement (stilzwijgend) goedgekeurd
en is per 1 januari 2025 in werking getreden.5
• Er is overeenstemming bereikt over de wijziging van de belastingregeling met Sint
Maarten. De Raad van State van het Koninkrijk heeft deze wijziging inmiddels voorzien
van een advies.
• Het belastingverdrag met Bangladesh is door beide landen ondertekend.
• De ministerraad heeft goedkeuring verleend voor de ondertekening van het belastingverdrag
met Duitsland.
Onderhandelingsfase
Er zijn in 2024 onderhandelingen gevoerd met Aruba, België, Benin, Brazilië, Duitsland
en Marokko. In paragraaf 5 van deze brief wordt nader ingegaan op de lopende onderhandelingen.
Opstartfase
Er heeft in 2024 op verzoek van Nederland een verkennend gesprek plaatsgevonden met
Zweden. In paragraaf 5 wordt hier nader op ingegaan.
3. Vooruitblik onderhandelingen 2025
Afrondende fase
De volgende belastingverdragen worden naar verwachting in 2025 aan uw Kamer voorgelegd:
• Bangladesh
• Sint Maarten6
• België
• Duitsland
Het nieuwe belastingverdrag met Bangladesh ter vervanging van het bestaande belastingverdrag
is op 12 maart 2024 ondertekend. In het nieuwe belastingverdrag zijn antimisbruikbepalingen
tegen belastingontwijking opgenomen. Bangladesh is een van de ontwikkelingslanden
die sinds 2013 zijn benaderd voor het opnemen van dergelijke bepalingen.
De Raad van State van het Koninkrijk heeft eind 2024 de wijziging van de belastingregeling
met Sint Maarten van advies voorzien. Met deze wijziging worden antimisbruikbepalingen
tegen belastingontwijking in de belastingregeling opgenomen.
Het nieuwe belastingverdrag met België ter vervanging van het bestaande belastingverdrag
is medio 2023 ondertekend. Het nieuwe belastingverdrag bevat aangepaste afspraken
over bronstaatheffingen, het voorkomen van dubbele belasting en het bestrijden van
misbruik. Daarnaast lost dit belastingverdrag knelpunten op die zich voordoen onder
het huidige verdrag, waaronder voor (hoog)leraren, sporters en artiesten.
De ministerraad heeft medio 2024 goedkeuring verleend voor de ondertekening van de
wijziging van het belastingverdrag met Duitsland. Met deze wijziging zijn afspraken
gemaakt over de fiscale behandeling van thuiswerkende grenswerkers. Samen met Duitsland
wordt naar een geschikt moment gezocht voor de ondertekening.
Onderhandelingsfase
Nederland zet voor 2025 in op het starten of voortzetten van onderhandelingen met
de volgende 11 landen:
• Aruba
• België (specifiek grenswerkers)
• Benin
• Brazilië
• Ecuador
• Mozambique
• Uganda
• Portugal
• Roemenië
• Suriname
• Zweden
Nederland zet dit jaar met name in op het voortzetten van de onderhandelingen met
bovenstaande landen. Er zijn vergeleken met 2024 geen nieuwe landen aan de lijst toegevoegd.
Daar is voor gekozen omdat met deze onderhandelingen in combinatie met andere werkzaamheden
de beschikbare capaciteit reeds benut is.
Vergeleken met 2024 zijn er twee landen van de lijst gehaald. Dat betreffen Duitsland
en Marokko. De onderhandelingen met Duitsland zijn afgerond en er wordt gezamenlijk
gezocht naar een geschikt moment voor ondertekening. Met Marokko heeft in afgelopen
jaar een derde onderhandelingsronde plaatsgevonden. De posities bleken echter te ver
uit elkaar te liggen om tot een akkoord te kunnen komen. Gelet op de posities is een
nieuwe onderhandelingsronde op korte termijn wat Nederland betreft niet zinvol en
niet realistisch. Marokko is daarom voor dit jaar geen onderdeel van het onderhandelplan.
Naast de landen op deze lijst kan het voorkomen dat gedurende het jaar onvoorzien
onderhandelingen worden opgestart met een ander land.
4. Overzicht onderhandelingen
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de onderhandelingen. De belastingverdragen
waarvan de nationale goedkeuringsprocedure in Nederland kortgeleden is afgerond, momenteel
plaatsvindt of binnenkort wordt opgestart zijn opgenomen onder «Afrondende fase».
In de categorie «Onderhandelingsfase» staat de status van de lopende verdragsonderhandelingen
vermeld. Ten slotte staan onder «Opstartfase» de landen waarmee Nederland overweegt
om onderhandelingen op te starten of waarmee een verkennend gesprek heeft plaatsgevonden.
Land
Fase
Toelichting
Afrondende fase
Andorra
Parlementaire behandeling in beide landen afgerond
Het belastingverdrag met Andorra is door het parlement (stilzwijgend) goedgekeurd
en is per 1 januari 2025 van toepassing.
Kirgizië
Parlementaire behandeling in beide landen afgerond
Het belastingverdrag met Kirgizië is door het parlement (stilzwijgend) goedgekeurd
en is per 1 januari 2025 in werking getreden.1
Moldavië
Parlementaire behandeling in beide landen afgerond
Het belastingverdrag met Moldavië is door het parlement (stilzwijgend) goedgekeurd
en is per 1 januari 2025 van toepassing.
Chili
Parlementaire behandeling in Nederland afgerond
Het belastingverdrag is in
2022 in werking getreden.
Het wijzigingsprotocol wacht nog op Chileense goedkeuring.
Colombia
Parlementaire behandeling in Nederland afgerond
Het belastingverdrag is ondertekend op 26 februari 2022 en goedgekeurd door uw Kamer.
Er wordt nu gewacht op goedkeuring in Colombia.
Sint Maarten
Parlementaire behandeling
Advies van de Raad van State van het Koninkrijk recent ontvangen, richten op goedkeuring
in 2025.
Bangladesh
Ondertekend
Ondertekend op 12 maart 2024, richten op goedkeuring in 2025.
België
Ondertekend
Ondertekend op 21 juni 2023, richten op goedkeuring in 2025.
Onderhandelingsfase
Duitsland
Ambtelijk akkoord
Richten op ondertekening in 2025.
Spanje
Ambtelijk akkoord
Richten op ondertekening in 2025.
Thailand
Ambtelijk akkoord
Richten op ondertekening in 2025.
Aruba
Onderhandelingen bijna afgerond
Zie onderdeel 5.2.
België (grenswerkers)
Lopende onderhandelingen
Zie onderdeel 5.1.
Benin
Lopende onderhandelingen
Zie onderdeel 5.3.
Brazilië
Lopende onderhandelingen
Zie onderdeel 5.5.1.
Mozambique
Lopende onderhandelingen
Zie onderdeel 5.3.
Uganda
Lopende onderhandelingen
Zie onderdeel 5.3.
Portugal
Lopende onderhandelingen
Zie onderdeel 5.5.2.
Roemenië
Lopende onderhandelingen
Zie onderdeel 5.5.2.
Opstartfase
Zweden
Gezamenlijk besloten om onderhandelingen te starten
Zie onderdeel 5.5.2.
Ecuador
Overweging om onderhandelingen te starten
Zie onderdeel 5.5.1.
Suriname
Overweging om onderhandelingen op te starten
Zie onderdeel 5.5.1.
X Noot
1
Het belastingverdrag met Kirgizië is per 1 januari 2025 in werking getreden en is
per 1 januari 2026 van toepassing.
5. Specifieke onderhandelingen
Hieronder wordt nader ingegaan op een aantal specifieke onderhandelingen. Deze onderhandelingen
zijn verdeeld over de volgende categorieën: buurlanden, belastingregelingen binnen
het Koninkrijk, ontwikkelingslanden, verdragslanden die zijn opgenomen in de Nederlandse
regeling van laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden en overige
onderhandelingen. Daarbij is het niet overal mogelijk om in te gaan op de details
van de onderhandelingen. Dat heeft te maken met het feit dat de onderhandelingspositie
van andere landen niet openbaar gemaakt kan worden.
5.1 Buurlanden
Nederland hecht veel waarde aan de belastingverdragen met buurlanden omdat relatief
veel Nederlanders in deze landen werken en ondernemen en vice versa en de economische
banden omvangrijk zijn.
Duitsland
De ministerraad heeft medio 2024 goedkeuring verleend voor de ondertekening van de
wijziging van het belastingverdrag met Duitsland. Met deze wijziging zijn afspraken
gemaakt over de fiscale behandeling van thuiswerkende grenswerkers, waardoor incidenteel
thuiswerken makkelijker wordt. Samen met Duitsland wordt naar een geschikt moment
van ondertekening gezocht. Nederland is voorstander van uitgebreidere afspraken om
ook structureel thuiswerken beter te faciliteren en heeft daarover contact met Duitsland.
België
Het nieuwe belastingverdrag met België is op 21 juni 2023 ondertekend. Voor dit belastingverdrag
stellen België en Nederland een gezamenlijke toelichting op en leggen daar momenteel
de laatste hand aan. Het belastingverdrag uit 2001 kent ook een dergelijke gezamenlijke
toelichting. Deze toelichting is bedoeld om zoveel mogelijk duidelijkheid te bieden
aan de (rechts)praktijk.
Nederland is met België ook in gesprek over het opnemen van een mogelijke thuiswerkregeling
in het belastingverdrag om (incidenteel) thuiswerken voor grenswerkers te faciliteren.
Dit gesprek heeft nog niet geleid tot concrete afspraken. Een relevant gegeven hierbij
was dat de Belgische regering enige tijd demissionair was.
5.2 Belastingregelingen binnen het Koninkrijk
Nederland hecht eraan om de internationale minimumstandaarden tegen verdragsmisbruik
in de belastingregelingen binnen het Koninkrijk te implementeren. De wijziging van
de belastingregeling met Curaçao is in 2024 door uw Kamer aangenomen en vanaf 1 januari
2025 van toepassing. Daarnaast heeft de Raad van State van het Koninkrijk eind 2024
de wijziging van de belastingregeling met Sint Maarten van een advies voorzien. Deze
wijziging wordt dit jaar ingediend bij uw Kamer. Ten slotte bevinden de onderhandelingen
met Aruba zich in de afrondende fase. Over het opnemen van de minimumstandaarden is
reeds overeenstemming. Daarnaast worden andere fiscale onderwerpen besproken omdat
er in tegenstelling tot Curaçao en Sint Maarten nog geen bilaterale belastingregeling
met Aruba bestaat.8
5.3 Ontwikkelingslanden
In zijn brief aan uw Kamer van 14 maart 2024 heeft mijn ambtsvoorganger vorig jaar
stilgestaan bij het Nederlandse beleid in zijn fiscale relatie met ontwikkelingslanden.9 Hij benoemde het belang dat ontwikkelingslanden onder verdragen voldoende heffingsrechten
behouden en het uitgangspunt dat Nederland in relatie tot ontwikkelingslanden bereid
is meer heffingsrechten op te geven dan in relatie tot andere landen. Ook noemde hij
de Nederlandse inzet om waar mogelijk bij te dragen aan de ontwikkeling van de capaciteit
van belastingdiensten in ontwikkelingslanden en het belang van voldoende vertegenwoordiging
van ontwikkelingslanden in het OESO/Inclusive Framework.
Deze onderdelen blijven uitgangspunt van het fiscale beleid in relatie tot deze landen.
Daarnaast stipte die brief de recente ontwikkelingen in VN verband aan. Die ontwikkelingen
zijn in een volgende fase beland, maar staan nog steeds in de kinderschoenen. Eind
vorig jaar is een ad hoc onderhandelingscomité gevormd dat de komende drie jaar een
raamwerkverdrag moet gaan opstellen waarbinnen in protocollen meer concrete afspraken
kunnen worden opgenomen.
Nederland zal zich in dat proces constructief opstellen waarbij wij op basis van het
Nederlandse verdragsbeleid en zoveel mogelijk in overleg met andere EU-lidstaten opereren.
Wel blijft Nederland benadrukken dat er geen onnodig dubbel werk moet worden gestart
op onderwerpen waarover, voor een groot deel, dezelfde landen ook al in het kader
van het Inclusive Framework overleggen, om zo fragmentatie van de internationale samenwerking
op belastinggebied te voorkomen.
De wijze waarop over de tekst van het raamwerkverdrag en over de teksten van protocollen
zal worden beslist is nog onderwerp van discussie. VN-lidstaten zullen echter volledig
soeverein kunnen beslissen of zij het raamwerkverdrag ondertekenen en aan welke protocollen
zij zich verbinden. In dat licht blijft Nederland nadrukkelijk het belang onderstrepen
dat over die teksten een zo breed mogelijke consensus bestaat. Alleen als een substantieel
aantal lidstaten van de VN uiteindelijk het raamwerkverdrag ondertekenen kan er sprake
zijn van een materieel succes.
Bangladesh
Eind 2021 is ambtelijke overeenstemming bereikt over de herziening van het belastingverdrag
met Bangladesh. In 2023 is op verzoek van Bangladesh gesproken over enkele punten,
waarbij vervolgens overeenstemming is bereikt over een nieuw belastingverdrag. Het
nieuwe belastingverdrag is op 12 maart 2024 ondertekend in Dhaka. Het streven is om
het nieuwe belastingverdrag in 2025 ter goedkeuring aan uw Kamer voor te leggen.
Benin
Er heeft op verzoek van Benin in 2024 een eerste onderhandelronde plaatsgevonden met
als doel een belastingverdrag te sluiten. Sindsdien is er onderling inhoudelijk contact.
Dit heeft nog niet geleid tot overeenstemming. Benin behoort tot de armste groep ontwikkelingslanden
en Nederland is daarom bereid om vergaande alternatieven te accepteren.
Mozambique
Met Mozambique hebben de afgelopen jaren meerdere onderhandelrondes plaatsgevonden.
De laatste onderhandelronde was in 2023. Sindsdien is er onderling inhoudelijk contact.
Dit heeft nog niet geleid tot overeenstemming.
Uganda
Met Uganda hebben in 2021 drie onderhandelrondes plaatsgevonden over de vervanging
van het huidige belastingverdrag. Ondanks de constructieve besprekingen is het nog
niet gelukt om op fundamentele punten overeenstemming te bereiken. In overleg met
Uganda wordt gekeken of het zinvol is om een nieuwe onderhandelronde in te plannen.
5.4 Verdragslanden op de regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden
voor belastingdoeleinden
De regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden
bevat de Nederlandse lijst met laagbelastende staten zonder winstbelasting of met
een statutair winstbelastingtarief van minder dan 9% en de EU-lijst van niet-coöperatieve
jurisdicties. Nederland past richting de landen op de lijst aanvullende antimisbruikmaatregelen
toe. Dit betreft bijvoorbeeld de conditionele bronbelasting op rente, royalty’s en
dividenden. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat winsten naar laagbelastende staten
verschoven worden.
De bestaande belastingverdragen met de landen op deze lijst beperken Nederland bij
het heffen van de conditionele bronbelasting. Nederland heeft deze landen daarom benaderd
om het desbetreffende belastingverdrag zodanig aan te passen dat de bronbelasting
wel geëffectueerd kan worden.
Barbados
Barbados is in 2019 op de Nederlandse lijst van laagbelastende staten geplaatst omdat
het statutaire winstbelastingtarief onder de 9% lag. Barbados heeft in het afgelopen
jaar wetgeving aangenomen waardoor een statutair tarief van 9% met terugwerkende kracht
vanaf 1 januari 2024 van toepassing is. Voor het jaar 2024 geldt echter een uitzondering
voor bedrijven waarvan de uiteindelijke moederentiteit is gevestigd in een land dat
de wereldwijde minimumbelasting (Pijler 2) niet heeft geïmplementeerd.
Hoewel bij de regeling laagbelastende staten en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor
belastingdoeleinden wordt gekeken naar het statutaire tarief en bijzondere regimes
niet meegenomen worden, is het wel van belang om te bepalen of het statutaire tarief
in het algemeen van toepassing is. Omdat op basis van door Barbados verstrekte gegevens
vooralsnog niet duidelijk is wat de omvang is van de bedrijven die onder deze uitzondering
vallen, kan nog niet geconcludeerd worden dat het statutaire tarief in het algemeen
van toepassing is.
De uitzondering bestaat sinds 1 januari 2025 niet meer. De wettelijke peildatum voor
het aanwijzen van laagbelastende landen is 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar
waarop de regeling betrekking heeft. Dit betekent dat Barbados waarschijnlijk van
de Nederlandse lijst kan worden verwijderd met ingang van 1 januari 2026. Vanaf dat
moment wordt de conditionele bronheffing niet meer richting Barbados toegepast. Daarom
is het naar verwachting niet langer noodzakelijk om het belastingverdrag met Barbados
te heronderhandelen.
Bahrein
Bahrein is in 2018 op de Nederlandse lijst van laagbelastende staten geplaatst omdat
het geen winstbelasting heeft. Momenteel werkt Bahrein mede als gevolg van de wereldwijde
minimumbelasting wel aan het introduceren van een winstbelasting. Het is de verwachting
dat het voorstel in het eerste kwartaal van 2025 wordt geconsulteerd. Dit kan ertoe
leiden dat Bahrein een winstbelasting met een statutair tarief van ten minste 9% krijgt
en van de Nederlandse lijst van laagbelastende staten verwijderd kan worden. Het is
dan niet langer noodzakelijk om het belastingverdrag aan te passen. Omdat dit op relatief
korte termijn duidelijk zou moeten worden, is het op dit moment niet opportuun om
verdragsonderhandelingen te starten.
Panama
Panama staat op de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden
en is dus niet door Nederland zelf op de lijst van laagbelastende staten geplaatst
(overgenomen van de EU-lijst). Panama heeft eerder richting Nederland aangegeven dat
het zich serieus zal inspannen om van de EU-lijst te worden verwijderd. Het is niet
nodig om het belastingverdrag te heronderhandelen of te heroverwegen als Panama van
de EU-lijst wordt verwijderd. Panama staat echter al sinds 2017 (met een korte onderbreking)
op de EU-lijst. Als Panama geen zichtbare stappen zet om van de EU-lijst verwijderd
te worden, wordt het belastingverdrag conform de motie Schouten/Groot10 heroverwogen.
5.5 Overige onderhandelingen
5.5.1 Zuid-Amerika
Brazilië
Nederland wil het belastingverdrag met Brazilië aanpassen om daarin de internationale
minimumstandaarden tegen verdragsmisbruik op te nemen en het verouderde belastingverdrag
te actualiseren. In 2024 heeft een onderhandelronde plaatsgevonden. Hoewel er goede
voortgang is geboekt is er nog geen overeenstemming bereikt. Nederland streeft ernaar
om de onderhandelingen met Brazilië in 2025 af te ronden.
Ecuador
Nederland en Ecuador hebben aangegeven een belastingverdrag te willen sluiten. Daartoe
heeft in 2020 een constructief verkennend gesprek plaatsgevonden. Sindsdien is het
stil en is het dus niet gelukt om een onderhandelronde in te plannen. Nederland heeft
Ecuador recent weer benaderd over het alsnog starten van onderhandelingen.
Suriname
Nederland wil het belastingverdrag met Suriname aanpassen om daarin de internationale
minimumstandaarden tegen verdragsmisbruik op te nemen. Nederland zoekt contact met
Suriname om de onderhandelingen op te pakken.
5.5.2 Europa
Portugal
Nederland kan onder het huidige belastingverdrag met Portugal beperkt heffen over
in Nederland gefaciliteerd opgebouwde pensioenen. Hoewel Portugal wel een heffingsrecht
heeft, blijkt Portugal dat in de praktijk slechts beperkt uit te oefenen. Nederland
zet er daarom op in om een bij voorkeur volledige bronstaatheffing op pensioen af
te spreken. Sinds de eerste onderhandelronde in 2019 hebben er echter geen onderhandelingen
meer plaatsgevonden. Er wordt verkend of de verdragsonderhandelingen kunnen worden
voortgezet.
Roemenië
Met Roemenië wordt onderhandeld om het huidige belastingverdrag te moderniseren, met
name op het gebied van pensioenen. In een onderlinge overlegprocedure bleek namelijk
dat beide landen pensioenuitkeringen vanuit Nederland aan inwoners van Roemenië belasten.
Het is nog niet gelukt om de onderhandelingen af te ronden.
Spanje
In 2023 is door de ministerraad goedkeuring verleend voor de ondertekening van het
nieuwe belastingverdrag met Spanje. Er wordt samen met Spanje nog gezocht naar een
geschikt moment voor de ondertekening van het verdrag.
Zweden
Nederland wenst de afspraken in het belastingverdrag met Zweden te herzien met onder
andere een bronstaatheffing voor pensioenen en de internationale minimumstandaarden
tegen verdragsmisbruik. In het najaar van 2024 was een constructief verkennend gesprek
met Zweden en de eerste onderhandelronde heeft in februari 2025 plaatsgevonden.
5.5.3 Azië
Thailand
Nederland heeft met Thailand op ambtelijk niveau overeenstemming bereikt over een
nieuw belastingverdrag om het bestaande verdrag uit 1975 te vervangen. De ministerraad
heeft in 2022 ingestemd om het belastingverdrag te ondertekenen. Vanwege wisselende
politieke situaties in Thailand is het nog niet mogelijk gebleken om samen een ondertekening
in te plannen. Nederland heeft hierover recent weer contact gezocht.
6. Tot slot
In deze brief heb ik een overzicht gegeven van de belastingverdragen die op termijn
aan uw Kamer ter goedkeuring voorgelegd worden en heb ik meer inzicht gegeven in de
lopende verdragsonderhandelingen. In het eerste kwartaal van volgend jaar zal ik uw
Kamer hierover opnieuw informeren. Mocht daarvoor in de tussentijd een aanleiding
zijn, dan zal ik uw Kamer uiteraard ook informeren.
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën