Brief regering : Onvolledige afname doorstroomtoets Stichting Spaarnesant en Samen Katholieke Scholen
31 293 Primair Onderwijs
Nr. 783 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2025
Op 7 februari jl. heeft de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) mij geïnformeerd
dat op vier basisscholen de doorstroomtoets bij een zeer groot deel van de leerlingen
niet is afgenomen. Het gaat om basisschool De Molenwiek, bassischool De Peppelaer
en IKC De Argonauten van Stichting Spaarnesant in Haarlem en de Matthieu Wiegmanschool
van Samen Katholieke Scholen in Alkmaar. De inspectierapporten zijn vandaag gepubliceerd
en daarom informeer ik uw Kamer nu over de bevindingen van de inspectie en oplegging
van een spoedaanwijzing die de besturen oproept om, in het belang van hun leerlingen,
de doorstroomtoets alsnog bij alle leerlingen af te nemen.
Achtergrond doorstroomtoets en bijstellen
Door middel van de in 2022 door uw Kamer aangenomen en in 2023 in werking getreden
Wet doorstroomtoetsen po is wettelijk verankerd dat de doorstroomtoets door iedere
groep 8-leerling verplicht moet worden gemaakt, tenzij een leerling valt onder een
wettelijke ontheffingsgrond. De doorstroomtoets is een belangrijk onderdeel van het
aanmelddossier voor de middelbare school en is een tweede, objectief gegeven bij het
schooladvies. Het biedt een aanvullend perspectief omdat het laat zien waar de leerling
op dat moment staat. Scholen moeten het advies in principe bijstellen als uit de toets
blijkt dat een leerling méér uitdaging aankan, tenzij bijstelling niet in het belang
van de leerling is. Hiermee wordt onderadvisering tegengegaan, om kinderen een eerlijke
kans te bieden bij de overgang naar de middelbare school. Dat is nodig: onderzoek
wijst uit dat bepaalde kinderen, zoals meisjes, leerlingen uit gezinnen die het financieel
moeilijk hebben en leerlingen buiten de randstad vaak worden onderschat. Uiteindelijk
bepaalt de school zo samen met de leerling en de ouders, met het advies van de doorstroomtoets
erbij, de meest passende plek voor een leerling. De doorstroomtoets is daarom een
essentieel onderdeel van de afsluiting van de basisschoolperiode en de overgang naar
de middelbare school.
Situatie op deze scholen met betrekking tot de doorstroomtoets
Desondanks hebben deze scholen de afgelopen periode actief de mogelijkheid geboden
aan ouders om hun kind(eren) juist niet deel te laten nemen aan de doorstroomtoets:
de toets werd alleen afgenomen als ouders daarom vroegen. De scholen hebben ouders
zo onjuist geïnformeerd over het verplichte karakter van de toets. Ook wordt leerlingen
het aanvullende perspectief van de toets en een eventuele bijstelling van het advies
naar aanleiding hiervan ontnomen. Naar aanleiding van signalen hierover heeft de inspectie
beide besturen de afgelopen maanden meermaals met klem verzocht zich te houden aan
de wet. Op 4 februari jl. heb ik aanvullend daarop zelf contact gezocht met de bestuurders
van de betreffende scholen en hen er nadrukkelijk op gewezen dat zij handelen in strijd
met geldende wet- en regelgeving en hen gevraagd – voorafgaand aan het geplande afnamemoment –
de toetsen bij alle leerlingen af te nemen. Toch hebben de besturen tot op heden hun
besluit niet gewijzigd.
De inspectie heeft bij de twee besturen en op de vier betreffende scholen onderzoek
gedaan op 5 februari jl., na afloop van het geplande afnamemoment. Daaruit is gebleken
dat een zeer groot deel van de leerlingen de doorstroomtoets zonder geldige wettelijke
reden niet heeft gemaakt. De inspectie concludeert dat de scholen in strijd met de
wet hebben gehandeld en zich bewust waren van de onrechtmatigheid hiervan. Omdat de
besturen van de scholen op deze manier onvoldoende zorgdragen voor een deugdelijke
afsluiting van het onderwijs, constateert de inspectie dat er sprake is van een wezenlijk
vermoeden van wanbeheer.1 Vanwege de urgentie heeft de inspectie haar bevindingen vastgelegd in spoedrapporten.
Op basis van de bevindingen in haar rapport heeft de inspectie mij op 7 februari jl.
gemeld dat ze beide casussen escaleert naar fase E. Dit is de hoogste en meest urgente
fase in het toezicht, waarin door mij maatregelen genomen kunnen worden die buiten
de bevoegdheid van de inspectie vallen. Na afloop van de reguliere afnameperiode heeft
de inspectie nogmaals onderzoek gedaan en haar bevindingen op 14 februari jl. in aanvullende
spoedrapporten vastgelegd. Daaruit is gebleken dat de scholen de doorstroomtoets ook
in de laatste week niet door alle leerlingen hebben laten maken.
Vervolgstappen
De doorstroomtoets is er gekomen na een zorgvuldig proces, ook met instemming van
uw Kamer en het veld. Desondanks staat het iedereen natuurlijk vrij om te discussiëren
over de vorm en invulling van de doorstroomtoets en over het nut en de noodzaak van
toetsen in het algemeen. Dat gebeurt dan ook maatschappelijk en politiek. Zo onderzoek
ik op verzoek van uw Kamer wat er nodig is om terug te gaan naar één doorstroomtoets
en hoe de toets weer primair ten dienste kan komen te staan van de ontwikkeling van
de leerling en de ondersteuning van de leerkracht.2 In april kom ik daar bij uw Kamer op terug. Ik blijf graag met scholen en besturen
in gesprek over de best passende manier van toetsen in het algemeen en de doorstroomtoets
in het bijzonder. Ik heb daarom de twee besturen, die in hun mondelinge zienswijze
hebben aangegeven de opvattingen van de Kamer te delen, een gesprek aangeboden met
mijn ministerie.
Feit is echter wel dat de wet moet worden nageleefd, in het belang van leerlingen.
Ik vind het buitengewoon ernstig dat schoolbesturen in Nederland willens en wetens
de wet overtreden. Helaas zie ik mij dan ook genoodzaakt Stichting Spaarnesant en
Stichting Samen Katholieke Scholen door middel van een spoedaanwijzing te dwingen
tot naleving van de wet. Een spoedaanwijzing is in dit geval noodzakelijk vanwege
de vereiste snelheid: de doorstroomtoets kan slechts tot en met 7 maart worden afgenomen.
Op 10 februari jl. heb ik mijn voornemen aan beide besturen kenbaar gemaakt. Op 14 februari
jl. hebben de besturen hierop hun zienswijze ingediend. Na bestudering hiervan heb
ik gisteren de spoedaanwijzing definitief opgelegd. De opdracht aan de besturen is
duidelijk: zorg ervoor dat de groep 8-leerlingen die de doorstroomtoets nog niet hebben
gemaakt dit alsnog doen, zodat ook zij hun basisschoolperiode goed afronden. De besturen
kunnen hiervoor gebruik maken van de inhaalperiode, die nog loopt tot en met 7 maart.
De besturen moeten hier ook helder over communiceren naar ouders. Als de maatregelen
in deze spoedaanwijzing niet worden nageleefd, kan ik een bekostigingssanctie opleggen
die kan oplopen tot een volledige inhouding van de maandelijkse bekostiging. Uiteraard
hoop ik van harte dat het niet zover hoeft te komen en dat beide besturen in het belang
van hun leerlingen zullen besluiten de wet na te leven.
Vanzelfsprekend informeer ik uw Kamer nader over deze casus zodra daar aanleiding
toe is.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap