Brief regering : Beleidskeuzes uitgelegd | subsidieregeling flexibel elektriciteitsverbruik (flex-e)
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 535
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2025
Met het amendement-Erkens c.s. van 12 oktober 20231 heeft de Kamer € 55 miljoen vrijgemaakt voor het snel vrijspelen van ruimte op het
stroomnet. In de voortgangsbrief Netcongestie2 van 21 november 2024 informeerde het kabinet de Kamer eerder over de invulling van
dit amendement. Het kabinet stelt een subsidieregeling Flexibel elektriciteitsverbruik
in om bedrijven (grootverbruikers van elektriciteit) te ondersteunen om hun elektriciteitsverbruik
te kunnen flexibiliseren en daarmee de effecten van netcongestie voor afname te verminderen.
De subsidieregeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO). In deze brief volgt een beknopte toelichting bij de Ministeriële Regeling Subsidieregeling
Flexibel elektriciteitsverbruik (Flex-e).
Type maatregelen onder de subsidieregeling
Onder de regeling komt subsidie beschikbaar voor drie type maatregelen:
• Een flexibiliteitsscan biedt grootverbruikers inzicht in hun energiegebruik en kansen
voor flexibel elektriciteitsgebruik.
• Een haalbaarheidsstudie voor flexibiliteitsmaatregelen biedt inzicht in de technische
haalbaarheid en benodigde investering van concrete maatregelen voor flexibel gebruik.
• Realiseren van flexibiliteitsmaatregelen geeft subsidie op investeringskosten om maatregelen
in de praktijk te realiseren.
De subsidieregeling is in de periode van 16 december 2024 tot 19 januari 2025 ter
internetconsultatie voorgelegd.3
De verwachte openstelling van de subsidiemodule is op 1 april 2025.
Doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie van de subsidieregeling
Hieronder worden, aan de hand van het Kader «Beleidskeuzes uitgelegd», de doeltreffendheid,
doelmatigheid en evaluatie conform de Comptabiliteitwet (CW) artikel 3.1 toegelicht
Nagestreefde doelen
De doelstelling van deze regeling is om het beschikbare flexibel elektrisch vermogen
van grootverbruikers te vergroten en daarmee de effecten van netcongestie voor afname
te verminderen.
Ingezette beleidsinstrumenten
Er wordt een subsidiemodule Flexibel Elektriciteitsverbruik (Flex-e) opengesteld.
De subsidiemodule ondersteunt de doelgroep middels drie verschillende subsidiabele
activiteiten:
A. Inhuur van een adviseur voor het uitvoeren van een flexibiliteitsscan met een maximaal
subsidiebedrag van EUR 10.000 (subsidiepercentage 50%);
B. Inhuur van een adviseur voor het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie voor flexibiliteitsmaatregelen
waarin een conceptueel technisch ontwerp van flexibiliteitsoplossingen wordt uitgewerkt
met een maximaal subsidiebedrag van EUR. 125.000 (subsidiepercentage 50%);
C. Vergoeding van investeringskosten die benodigd zijn voor de realisatie van flexibiliteitsmaatregelen
met een maximaal subsidiebedrag van EUR 300.000 (subsidiepercentage 35%).
Deze drie onderdelen van de regeling vormen een samenhangend geheeld om de doelgroep
te ondersteunen bij zowel het vergroten van kennis en inzicht als het daadwerkelijk
realiseren van flexibiliteitsmaatregelen.
Doelgroep: aangeslotenen met een aansluiting op een netvlak met midden- of hoogspanning
en een gecontracteerd transportvermogen voor afname vanaf 100 kW, die een aansluiting
hebben in een postcodegebied waar congestie voor afname is afgekondigd door de netbeheerder.
Financiële gevolgen voor het Rijk
Voor de subsidieregeling is ca. 62 mln. euro beschikbaar vanuit het eerder genoemde
amendement-Erkens c.s. en vanuit het klimaatfonds. De verwachting is dat het volledige
budget benut zal worden gedurende de openstelling van de subsidieregeling (2025–2026).
Voor maatschappelijke sectoren worden geen financiële gevolgen voorzien.
Nagestreefde doeltreffendheid
Onderdelen A en B van de regeling zorgen ervoor dat aanvragers een maatwerk advies
krijgen over welke flexibiliteitsmaatregelen ze kunnen nemen. Onderdeel C ondersteunt
op het stroomnet aangesloten grootverbruikers bij het daadwerkelijk realiseren van
de flexibiliteitsmaatregelen. Door de inzet van de flexibiliteitsmaatregelen kunnen
bestaande netten beter benut worden. Hierdoor wordt het toepassen van congestiemanagement
gestimuleerd, komt er ruimte vrij op het net en kunnen aanvragers verduurzamen ondanks
congestie.
Voor onderdeel A worden ca. 3500–4000 aanvragen verwacht. Voor de openstelling van
onderdeel A is het streven om minimaal 2.725 scans te kunnen subsidiëren om hiermee
minimaal 25% van de doelgroep te helpen. Hiermee komt het budget voor onderdeel A
van de subsidie op EUR 27,3 mln. Het resterende bedrag, EUR 13,5 mln. is vervolgens
toegewezen aan onderdeel C van de regeling (realiseren van flex. maatregelen). Er
worden ca. 500 aanvragen verwacht voor onderdeel C waarvan voor 200–300 aanvragen
subsidie verleend kan worden. De middelen uit het Klimaatfonds zijn specifiek bedoeld
voor het uitvoeren van haalbaarheidsstudies en gaan daarom geheel naar onderdeel B
van deze regeling. Voor onderdeel B kan voor ca. 300–350 aanvragen subsidie verleend
worden. Middelen uit het Klimaatfonds kunnen niet gecombineerd worden met beleidsmiddelen
uit onderdeel A of onderdeel C. Medio 2025 volgt na monitoring besluit over het overhevelen
van middelen uit jaar 2025 naar 2026 of verschuivingen van de onderdelen A en C.
Nagestreefde doelmatigheid
Het voorgestelde instrumentarium is aanvullend op de beleidsinstrumenten die al van
kracht zijn. Zo wordt vanuit het Landelijk Actieprogramma Netcongestie al ingezet
op voorlichting en wordt vanuit toezichthouder ACM al ingezet op het beprijzen en
normeren van flexibel elektriciteitsverbruik via wijzigingen in de Netcode rondom
nettarieven, alternatieve transportrechten en congestiemanagement. In aanvulling daarop
ondersteunt deze subsidieregeling grootverbruikers bij de benodigde aanpassingen die
noodzakelijk zijn om het net beter te gaan benutten en congestiemanagement in de praktijk
toe te passen. Andere mogelijkheden om het beoogde doel te bereiken zijn afgewogen,
zoals het beprijzen van base-load gebruik, het normeren van flexibel vermogen of extra
voorlichting over flexibiliteit, maar deze opties dragen niet of onvoldoende bij aan
het benodigde inzicht bij de individuele grootverbruiker om het flexibel vermogen
te vergroten en daarmee de effecten van netcongestie voor afname te verminderen. Een
aanvullende toelichting op deze opties is te vinden in het beleidskompas-formulier.
Evaluatieparagraaf
De doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling zal geëvalueerd worden. Dit gebeurt
mede op basis van monitoring van de niet-bedrijfsgevoelige informatie die voortkomt
uit de resultaten vanuit onderdeel A, B en C en evaluatiegesprekken met aanvragers.
Er wordt tijdens deze gesprekken o.a. gevraagd of er op basis van de scan (onderdeel A)
bij de netbeheerder is geïnformeerd over passende flexibele contractvormen en of de
informatie uit het technisch ontwerp (onderdeel B) bij uitvoering helpt om van de
wachtrij bij de netbeheerder af te komen. Bij de vergoeding van de realisatiegelden
voor flexibiliteit (onderdeel C) levert het bedrijf de met de investering verwachte
vrijgekomen flexibiliteit aan. Op basis van de evaluatie wordt bezien of de regeling
– al dan niet in aangepaste vorm – wordt voortgezet en zo ja, of daar budget voor
is.
Er wordt maandelijks gemonitord of er voldoende aanvragen zijn om het budget aan het
eind van de looptijd uit te putten. Tussentijds zal de regeling worden geëvalueerd
en indien nodig worden gewijzigd.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei