Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de oproep 'Verbeter internationale gegevensuitwisseling voor een eerlijke en veilige handhaving van verkeersregels' van Wepublic en Verra Mobility
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
32 761
Verwerking en bescherming persoonsgegevens
Nr. 1160
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2025
De vaste commissie IenW heeft verzocht om een reactie naar aanleiding van de oproep
van Wepublic en Verra Mobility over het verbeteren van de internationale gegevensuitwisseling
voor een eerlijke en veilige handhaving van verkeersregels.
In deze brief wordt ingegaan op de oproep van Wepublic en Verra Mobility en wordt
nadere uitleg gegeven over het Europese systeem van gegevensuitwisseling.
Oproep
Wepublic en Verra Mobility stellen in hun brief dat er gewerkt moet worden aan een
Europees dekkend systeem voor het herkennen van kentekens op voertuigen om zo de handhaving
op verkeersregels in binnen- en buitenland te verbeteren. Als deel van de oplossing
stellen zij voor om nationale wetgeving te creëren op basis waarvan derde partijen
relevante informatie kunnen verzamelen voor de handhaving van grensoverschrijdende
verkeersinbreuken. Daarnaast wordt gesteld dat er duidelijkheid moet komen over de
reikwijdte van Artikel 8a van het kentekenreglement. Dit wetsartikel stelt vast aan
welke autoriteiten buiten Nederland gegevens uit het kentekenregister mogen worden
verstrekt.
Hoe wisselen Europese lidstaten gegevens uit?
Wepublic en Verra Mobility verwijzen in hun brief naar drie typen gegevens die tussen
buitenlandse autoriteiten uitgewisseld kunnen worden voor de handhaving op verkeersregels,
namelijk gegevens over voertuig- en rijbewijsinformatie, gegevens over buitenlandse
kentekens en gegevens over tolwegen.
Voor de uitwisseling van onder andere voertuig- en rijbewijsinformatie zijn de Verdragsorganisatie
en het systeem EUCARIS (European CAR and driving licence Information System) opgezet. Dit sterk beveiligde systeem wordt onder andere ingezet door overheidsinstanties
voor de uitwisseling van gegevens voor de handhaving bij verkeersovertredingen en
ontwikkelt zich steeds verder door het aansluiten van landen buiten de EU op dit systeem
en het uitbreiden van diensten naar aanleiding van nieuwe wet- en regelgeving.
Autoriteiten kunnen daarnaast gegevens over eigenaar- en houdergegevens van voertuigen
bij verkeersinbreuken uitwisselen op basis van de Europese richtlijn «grensoverschrijdende uitwisseling verkeersovertredingen» (CBE richtlijn).1
Deze richtlijn is zeer recent herzien (december 2024). De wijziging heeft als doel
om de grensoverschrijdende uitwisseling van gegevens eenvoudiger te maken. De herziening
vult bijvoorbeeld de eerdere richtlijn aan met een aantal overtredingen, zoals gevaarlijk
inhalen en tegen de rijrichting in rijden. Daarnaast bevordert de herziening gelijke
behandeling tussen EU-burgers en niet-EU-burgers. Dat betekent onder andere dat er
meer aandacht is voor het innen van boetes.
De richtlijn draagt verder bij aan het stroomlijnen van onderzoek naar verkeersovertredingen
in het buitenland. Gegevensuitwisseling en de verzoeken daarvoor moeten na de herziening
van de richtlijn via EUCARIS gaan. Hierdoor wordt breed gewerkt aan een zo dekkend
mogelijk Europees systeem voor kentekenherkenning. Nederland gebruikte EUCARIS al
langer. De uiterste implementatiedatum van de herziening is 27 juli 2027.
Daarnaast is het uitwisselen van voertuigregistratiegegevens, in het kader van het
niet betalen van wegentol, geregeld in de Europese elektronische tolheffingssysteem
richtlijn (EETS-richtlijn)2. Deze richtlijnen verplicht lidstaten om elkaar toegang te geven tot bepaalde gegevens
uit de nationale kentekenregisters. Zo kunnen lidstaten op basis van een kenteken
de naam- en adresgegevens opvragen van overtreders, waarvan het voertuig is ingeschreven
in een andere lidstaat. De uitwisseling van deze gegevens vindt plaats via zogenaamde
Nationale Contactpunten (NCP’s). In Nederland is dat de Dienst Wegverkeer (RDW).
Reikwijdte Artikel 8a Kentekenreglement
Wepublic en Verra Mobility stellen dat de reikwijdte van artikel 8a van het Kentekenreglement
onduidelijk is voor autoriteiten en bedrijven die namens hen optreden. Artikel 8a
stelt vast aan welke autoriteiten buiten Nederland gegevens uit het kentekenregister
mogen worden verstrekt.
Voor gegevens uit Nederland is de RDW bevoegd om gegevens te verstrekken uit het kentekenregister
aan nationale contactpunten in het buitenland. Het verstrekken van gegevens vindt
plaats via het Europese systeem EUCARIS. De nationale contactpunten in het buitenland
verstrekken vervolgens de informatie aan de bevoegde autoriteiten die belast zijn
met de handhaving van verkeersregels en de opsporing van verkeersovertredingen.
Autoriteiten kunnen derde partijen, zoals Verra Mobility, de opdracht geven om namens
hen via de nationale contactpunten informatie op te vragen, voor het innen van een
boete namens een lidstaat. Omdat alle EU-lidstaten en meerdere Europese landen buiten
de EU zijn aangesloten bij EUCARIS kan er worden gesteld dat het een Europees dekkend
systeem is voor de uitoefening van Artikel 8a van het Kentekenreglement.
Het is van belang dat er op nationaal niveau processen zijn ingericht die derden in
staat stellen gegevens op te vragen bij een nationaal contactpunt. Nederland heeft
deze processen ingericht, waardoor voor zowel de hierboven genoemde CBE-richtlijn
als voor de EETS-richtlijn er volledige gegevensuitwisseling wordt gerealiseerd.
Tot slot
Gegevensuitwisseling voor eerlijke en veilige handhaving van verkeersregels staat
hoog op de agenda van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie
van Justitie en Veiligheid. Dit geldt ook voor de Europese Commissie, waar middels
de EETS-richtlijn en de herziening van de CBE-richtlijn een belangrijke stap op dit
terrein is gezet. EUCARIS speelt een belangrijke faciliterende rol in de uitwisseling
van gegevens, en ontwikkelt zich continu.
De verwachting is dat met de recente herziening en het gebruik van EUCARIS, aanvullende
nationale wetgeving op dit onderwerp nu niet opportuun is.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat