Brief regering : Voortgang Stationsagenda
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 1232
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2025
Op 9 februari 2023 is de Stationsagenda aangeboden aan de Tweede Kamer.1 De Stationsagenda is een beleidsagenda met een toekomstvisie voor het station in
2040 en beoogt de kwaliteit van de bestaande treinstations te behouden en te verbeteren.
Het is een beleidsagenda die aanvullend is op de concessies die het Ministerie van
IenW heeft met ProRail en NS. Naast de Stationsagenda is ook een uitvoeringsagenda
met de Kamer gedeeld voor de jaren 2023 en 2024 die beschrijft welke stappen op korte
termijn worden gezet om de ambities op belangrijke publieke belangen, zoals veiligheid,
toegankelijkheid en duurzaamheid waar te maken.
Ook het afgelopen jaar heeft het Ministerie van IenW samen met ProRail, NS Stations
en andere belanghebbenden gewerkt aan de acties uit deze uitvoeringsagenda. Er is
bij de aanbieding van de Stationsagenda toegezegd de Kamer op de hoogte te houden
van de vorderingen hiervan. Hierbij bied ik u daarom de tweede voortgangsrapportage
van de Stationsagenda en een nieuwe uitvoeringsagenda voor 2025 en 2026 aan.
Voortgangsrapportage Stationsagenda
De voortgangsrapportage beschrijft de voortgang die in 2024 is geboekt.
Oordeel van de reiziger
Een belangrijke graadmeter voor het functioneren van treinstations is het oordeel
van de treinreiziger. Dit oordeel wordt sinds 2014 gemeten met een steekproef onder
ruim 80.000 reizigers in de Stationsbelevingsmonitor. Het gemiddelde oordeel van de
reiziger in 2024 komt uit op een 7,2, vergelijkbaar met de score van 2023. Reizigers
zijn over het algemeen tevreden over de stations en waarderen deze al jaren met ruim
een 7.
Een aantal stations waar verbouwingen of kleinere verbeteringen hebben plaatsgevonden
scoort flink beter dan in 2023. Dit laat zien dat onze investeringen gezien worden
en reizigers deze waarderen. Ook zijn er nog enkele stations die onvoldoende scoren;
hier zijn verbetermaatregelen gepland.
Resultaten en voortgang prioritaire thema’s
De voortgangsrapportage bevat naast een beschrijving van de algemene ontwikkeling
ook een overzicht van de voortgang rond 10 prioritaire thema’s. Een selectie van geboekte
resultaten in 2024:
– Op meerdere stations zijn verbeteringen doorgevoerd om ze beter zelfstandig toegankelijk
te maken voor reizigers met een beperkte mobiliteit. Er zijn op 6 aanvullende stations
perrons op hoogte gebracht voor een gelijkvloerse instap. Daarnaast werd in september
2024 Den Haag Hollands Spoor feestelijk heropend. De stationshal van dit monumentale
station is flink vernieuwd. Het station is beter toegankelijk gemaakt en de faciliteiten
zijn vernieuwd en uitgebreid. Hiermee zijn 390 van de 394 stations volledig toegankelijk
door middel van liften en/of hellingbanen.
– De combinatie fiets-trein blijft in Nederland onverminderd sterk. Er zijn in 2024
circa 17.000 extra bewaakte fietsparkeerplekken gerealiseerd ten opzichte van 2022.
In totaal waren er eind 2024 ca. 206.000 bewaakte fietsparkeerplekken op alle stations.
Ook aan onbewaakte stallingen werd gewerkt. In december 2024 werd de bijzondere nieuwe
fietsenstalling op station Dordrecht in gebruik genomen, die modulair, duurzaam en
energie-opwekkend is.
– Het deelmobiliteitaanbod op stations groeit. Het aantal stations met deelfietsen is
met 10 locaties toegenomen ten opzichte van 2023. Zowel het ov-fiets aanbod als het
aanbod van andere aanbieders breidde uit. Op 286 stations zijn nu deelfietsen beschikbaar.
– Op diverse stations is ruimte gemaakt voor maatschappelijke initiatieven, waarmee
stations niet alleen vervoersknooppunten zijn, maar ook ruimte bieden voor cultuur
en verbinding.
– Stations worden steeds duurzamer. In 2024 lag het percentage afvalscheiding weer enkele
procenten hoger dan in 2023.
Bovenstaande resultaten vormen een selectie uit de bijgevoegde voortgangsrapportage.
Aandachtspunten
Met de Stationsbelevingsmonitor kunnen we ook thema’s identificeren die aandacht vragen.
Zo is in 2024 het aantal stations dat op het gebied van sociale veiligheid lager dan
een 6 scoort ten opzichte van 2023 met 10% gestegen naar 55 stations. Wanneer specifiek
naar het veiligheidsgevoel van vrouwen wordt gekeken, zijn er nog meer stations die
er negatief uitspringen. Daarom werk ik met onze partners intensief samen om dit dalende
veiligheidsgevoel tegen te gaan. Iedereen moet zich veilig voelen in het openbaar
vervoer en dus ook op de stations. Ook de wachttijdbeleving van reizigers op stations
is in 2024 weliswaar licht gestegen, maar blijft met een score van 6,2 een van de
minder goed beoordeelde thema’s, en daarmee een aandachtspunt.
De uitvoeringsagenda 2025–2026 bevat diverse acties om aan deze aandachtspunten te
werken (zie vervolg).
Vervolg
Met deze rapportage is voor de tweede keer de inzet van het Ministerie van IenW, ProRail
en NS Stations over de volle breedte van het stationsdomein in beeld gebracht. Het
jaarlijks opstellen van deze voortgangsrapportage in de toekomst maakt transparant
op welke manier we werken aan de publieke belangen op stations en hoe belangrijke
indicatoren zich meerjarig ontwikkelen. In het eerste kwartaal van 2026 stuur ik u
daarom dan ook een voortgangsrapportage over 2025 op.
Uitvoeringsagenda 2025–2026
Met de tweede Uitvoeringsagenda 2025–2026 zetten we onze samenwerking met ProRail
en NS Stations ook de komende 2 jaar voort. Binnen de kaders van bestaande budgetten,
projecten en programma’s werken we ook in deze tweede uitvoeringsagenda aan het verder
verbeteren van de stations voor de gebruiker ervan. De prioritaire thema’s blijven
voor een groot deel gelijk aan de thema’s waar we de afgelopen jaren aan werkten.
Een nieuw thema waar we mee aan de slag gaan is om de ambities uit de Stationsagenda
door te vertalen naar een basiskwaliteit voor stations met een geactualiseerde set
aan uitgewerkte (technische) specificatie-eisen. Deze eisen zijn leidend voor alle
toekomstige (ver)bouwprojecten op stations.
De meeste maatregelen uit de Stationsagenda worden uitgevoerd binnen bestaande financiële
kaders. Om een extra impuls aan de Stationsagenda te geven is IenW voornemens ProRail
een subsidie te verstrekken van € 7,9 mln. om de maatregelen uit de Uitvoeringsagenda
2025–2026 uit te kunnen voeren.
Met deze subsidie kan een aantal aanvullende maatregelen voor prioritaire thema’s
uit de Stationsagenda worden gerealiseerd. Een groot deel van de subsidie (€ 4,6 mln.)
is gereserveerd voor het thema sociale veiligheid. Het merendeel van dit bedrag wordt
besteed aan extra camera op stations die op sociale veiligheid onvoldoende scoren.
Ook worden van dit bedrag op deze stations fysieke aanpassingen gedaan, zoals het
plaatsen van groen, hekwerken en het verbeteren van zichtlijnen.
Om de wachttijdbeleving te verbeteren, één van de andere aandachtspunten, is in de
subsidie € 800.000 gereserveerd voor nieuwe oplossingen die wachtende reizigers meer
comfort en beschutting bieden.
Buiten de Stationsagenda om werkt het Ministerie van IenW ook mee aan de grootschalige
verbouwing van stations, zoals Den Bosch en Eindhoven Centraal en de aanleg van enkele
nieuwe stations, zoals Hazerswoude-Rijndijk. Dusdanige grote investeringen lopen via
het MIRT-proces en dragen ook bij aan de ambities uit de Stationsagenda.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat